Dat het coronavirus de zorg onder druk zet, is algemeen bekend. In het ziekenhuis wordt extreem hard gewerkt om levens te redden. De zorg innoveert nu, onder andere door die werkdruk, veel sneller dan we een paar maanden geleden konden bedenken. Slimme zorgrobots en digitaal behandelen maken noodgedwongen hun intrede, om waarschijnlijk nooit meer weg te gaan uit het Nederlandse zorgsysteem.
Onder andere de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), Brainport Development, KIEN Innovatiemeesters, Slimmer Leven en de GGZ Eindhoven kregen vier jaar geleden gezamenlijk subsidie om een proeftuin voor zorginnovaties op te zetten, Health Tech Yard. Inmiddels is het subsidieproject bijna afgerond, maar het scala aan innovaties die het opleverde zijn belangrijker dan ooit. Health Tech Yard heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van verschillende startups en multi-stakeholder projecten. Van high tech meet- en behandelsystemen tot digitale services die zelfredzaamheid en zorg in de thuisomgeving moeten bevorderen.
[learn_more caption=”Health Tech Yard”] Health Tech Yard is opgezet met een subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en de provincie Noord-Brabant in het kader van OPZuid. De subsidie wordt beheerd door Stimulus Programmamanagement en is toegekend aan de TU/e, Stichting GGzE, Stichting KIEN, Coöperatie Slimmer Leven 2020, High Tech NL en Brainport Development.[/learn_more]
“We leveren met Health Tech Yard onder andere een bijdrage aan de verschuiving naar digitale zorg. Daarbij kijken we niet alleen naar de specifieke mogelijkheden van bijvoorbeeld online behandelen in de geestelijke gezondheidszorg, maar ook naar de randvoorwaarden zoals een goede infrastructuur”, stelt Wanda Kruijt, vanuit GGzE betrokken als projectleider binnen de proeftuin.
Webwinkel voor zorg
Eén van de projecten in Health Tech Yard is de Welshop. Dit is een soort webwinkel voor mensen met mentale gezondheidsklachten. “Je kunt zien wat er allemaal aan hulp is, waar je verwijzing voor nodig hebt van de huisarts en met welke tips je al zelfstandig aan de slag kunt”, legt Irene Helderman, innovatiemanager bij de GGzE, uit. “We passen de technologie van e-commerce toe op de gezondheidszorg. Zo maken we de expertise van de GGZ veel breder toegankelijk.”
Met het platform wil de innovatiemanager het huidige systeem doorbreken. “Nu moet je eerst klachten ontwikkelen, dan ga je naar de huisarts voor een verwijzing en pas daarna krijg je mentale zorg”, vertelt ze. “Door op het platform te laten zien wat de behandelopties zijn, krijgen patiënten meer regie over hun behandeling.” De Welshop biedt naast een overzicht van behandelingen en tips en tricks ook mogelijkheden om – digitaal – in contact te komen met een behandelaar.
Wachtlijstvrij
In tijden van corona kan een dergelijk platform een uitkomst zijn. Mensen kunnen zelf op zoek naar informatie, waarvan ze weten dat deze betrouwbaar is. Daarnaast kunnen behandelingen online doorgaan. Helderman is tevreden over het platform, maar online behandelen is volgens haar geen vanzelfsprekende oplossing. “De wereld wordt steeds digitaler. Mensen gaan ook steeds vaker digitaal op zoek naar hulp. Maar aan de andere kant is het concept online behandelen nog niet ingebed zoals bijvoorbeeld online bankieren dat wel is. Mensen zien een behandelaar in veel gevallen toch liever face-to-face”, stelt de innovatiemanager. “Om de innovaties zoals wij voor ogen hebben door te voeren, moeten we vertrouwen wekken en goed kijken waar patiënten behoefte aan hebben. Het feit dat digitaal behandelen vanuit huis kan en wachtlijstvrij is, zijn daarbij belangrijke voordelen.”
Infrastructuur van levensbelang
Het vertrouwen van patiënten in een bepaalde technologie is dus heel belangrijk. Daarnaast is er ook een praktische randvoorwaarde: een goede infrastructuur. “Als je een spelletje speelt op de computer dan is het niet zo erg als de verbinding even wegvalt. Maar als een patiënt thuis een nierdialyseapparaat gebruikt, moet hij of zij erop kunnen vertrouwen dat de verbinding blijft bestaan, of dat er in ieder geval iets gebeurt als de verbinding uit zou vallen”, stelt Maarten van de Boon, communicatiemanager binnen Health Tech Yard namens partner KIEN Innovatiemeesters. Daarom hebben de partners in Health Tech Yard samen met grote telecombedrijven als KPN en VodafoneZiggo vastgesteld waar een netwerk uit moet bestaan, zowel bekabeld als draadloos, en hoe zij dit borgen.
Dit is vastgelegd in de Nederlands Technische Afspraken (NTA) bij de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut. “De afspraak is inmiddels volledig geïmplementeerd. KPN en VodafoneZiggo leiden nu monteurs op om zo’n stabiele verbinding aan te kunnen leggen volgens de gemaakte afspraken”, zegt Van de Boon. “De landelijke infrastructuur voldoet aan de hoogste kwaliteitsnormen, maar achter de voordeur is een bewoner zelf verantwoordelijk voor de internetverbinding. Het komt regelmatig voor dat een verbinding door via via opgedane contacten wordt aangelegd. Dat is meestal prima, zeker als het niet erg dat je in een bepaald hoekje van je huis geen wifi hebt. Maar als het om zorgapparaten gaat, moet de verbinding altijd en overal goed zijn. Daar zijn deze monteurs voor.”
Huis als mantelzorger
Heel veel zorginnovaties hebben een dergelijke stabiele internetverbinding nodig. Zo ook bijvoorbeeld het project Guiding Environment. Door slimme technologie te gebruiken in huis kunnen ouderen met beginnende dementie langer thuis blijven wonen. Dat moet de druk op de zorg en de mantelzorgers verlagen. Het huis geeft bijvoorbeeld aan wanneer iemand een boterham moeten eten. Wanda Kruijt: “Het is jammer dat dit project nog niet zo ver is gekomen dat het op dit moment al toegepast kan worden. Nu mantelzorgers door het coronavirus niet op bezoek mogen komen, zou deze technologie een uitkomst bieden.” Volgens de projectleider zal dit product in de toekomst veel ouderen, mantelzorgers en professionele zorgverleners helpen.
Lees ook de verhalen van GOAL 3 en Hable, start-ups uit Health Tech Yard.
Een stap verder
Het belangrijkste doel van Health Tech Yard was om verschillende zorginnovaties sneller naar de volgende fase te kunnen brengen, bijvoorbeeld het maken van een prototype, het draaien van een pilot of de eerste sales. “Normaal werken de partners alleen aan innovaties, maar juist het gezamenlijke netwerk en ondersteuning kan ondernemers echt verder helpen”, stelt projectmanager Steven van Huiden van de TU/e. “Wij hebben de deelnemers ondersteund met expertise, netwerk en faciliteiten zoals TU/e innovation Space en de VR-hub bij de GGZ/e. Hier hadden zij bijvoorbeeld de mogelijkheid om prototypen te testen. Daarnaast kregen zij de mogelijkheid om expertise in te kopen, bijvoorbeeld voor technische of bedrijfsmatige ondersteuning.”
Hoge urgentie
Alle innovaties die hieruit zijn ontstaan, hebben door de coronacrisis meer urgentie gekregen. Oudere mensen zitten alleen thuis en missen mantelzorgers en behandelingen door psychologen moeten digitaal worden uitgevoerd. Bovendien heeft iedereen de afgelopen tijd al minstens één keer last gehad van een slechte internetverbinding. Het tekort aan zorgpersoneel is enorm en loopt waarschijnlijk alleen maar op. Daarom is er steeds meer behoefte aan technologische oplossingen. Irene Helderman: “De zorgsector heeft de afgelopen tijd niet stil gezeten, dat is goed nieuws. Het spannende is dat deze nieuwe technologieën nu geïmplementeerd moeten worden zodat ze daadwerkelijk kunnen ondersteunen.” Van de Boon heeft daar alle vertrouwen in: “Deze crisis duurt lang genoeg om ervoor te zorgen dat mensen digitaal als het nieuwe normaal gaan zien.”