©Pixabay
Author profile picture

Onder hoge druk en temperatuur testen met nieuwe boortechnieken en materialen. Het is mogelijk in het zojuist geopende Rijswijkse laboratorium. Er kunnen aardwarmteprojecten op ware schaal worden uitgeprobeerd.

Het officieel Rijswijk Centre for Sustainable Geo-enegy (RCSG) geheten fieldlab is donderdag 5 maart geopend. Het benutten van het voormalige boorputonderzoeks- en testcentrum van Shell voor aardwarmteprojecten past in de energietransitie. Over dertig jaar zou aardwarmte in een kwart van de warmtebehoefte in Nederland kunnen voorzien. Initiatiefnemers van de testlocatie zijn het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Energie Beheer Nederland (EBN), provincie Zuid-Holland, gemeente Rijswijk en TNO.

Zowat alle ondergrondse omstandigheden kunnen in het RCSG worden nagebootst. Wereldwijd bestaan er volgens TNO slechts enkele vergelijkbare centra.

Boren efficiënter

Bij het gebruiken van aardwarmte kan onder meer het boren efficiënter. Dit met het oog op de kosten, terwijl tevens de veiligheid in het oog moet worden gehouden. Het nieuwe lab biedt de mogelijkheid technische innovaties te ontwikkelen onder hoge druk en temperatuur.

Het centrum staat open voor bedrijven die willen experimenteren met nieuwe boortechnieken en materialen. In principe voor aardwarmte maar ook voor andere duurzame toepassingen. Het bespaart bedrijven kosten om zelf te investeren in testfaciliteiten. Normaal gesproken zijn die onbetaalbaar en belemmert dat innovatie.

TNO over details van het lab RCSG: „Het centrum beschikt over twintig installaties die het hele spectrum van boren in de ondergrond bestrijken. Er staat een grote boorinstallatie boven een bijna 400 meter diepe put, waarin nieuwe materialen en technieken zijn te testen. Er zijn hydraulische persen van 300 en 400 ton, drukvaten tot 1.000 bar en leidingenstelsels om vloeistoffen in te pompen en te testen. Ondergrondse condities zijn reëel na te bootsen om vast te stellen hoe materialen en componenten zich onder hoge druk of bij hoge temperaturen gedragen op kilometers diepte.”

Aardwarmte jonge sector

Voor TNO staat het duurzaam gebruik van de ondergrond al jaren op de agenda. Voor het onderzoeksinstituut gaat het dan om winning van lage en hoge temperaturen warmte uit de ondergrond, de tijdelijke opslag van energie in de ondergrond en het opslaan van CO2 tijdens de afbouw van het fossiele energiesysteem.

Het EBN denkt dat het centrum een belangrijke rol kan spelen bij het versnellen van de energietransitie door kennis, technologie en innovatie. Het betrokken ministerie beschouwt geothermie als een belangrijke bijdrage aan verduurzaming van de warmtevoorziening. Directeur-generaal Sandor Gaastra: „De geothermiebranche is een relatief jonge sector die sterk in ontwikkeling is. Een laagdrempelige mogelijkheid om te experimenteren met nieuwe technieken en materialen biedt kans om die ontwikkeling fors te versnellen.”