Author profile picture

Europa heeft het afgelopen jaar veel minder kolenstroom geconsumeerd dan in 2018. In totaal daalde de hoeveelheid kolenstroom met 24%. Het aandeel van kolen in de stroomproductie daalde daardoor van 20% naar 14,6%, gelijk verdeeld over steen- (9,8%) en bruinkolen (9,2%). Dat blijkt uit een onderzoek van Agora Energiewende in samenwerking met de denktank Sandbag.

Het aandeel duurzame stroom (wind, zon, biomassa en waterkracht) nam ondertussen toe van 32,8% tot 34,6%. Die vooruitgang was vooral te danken aan wind- en zonne-energie. Samen kwamen die twee duurzame energiebronnen in 2019 uit op een aandeel van 17,6%, wat voor het eerst meer was dan kolencentrales. Voor de uitstoot van CO2 was dat een zegen. Deze daalde met 120 Mt (12%) tegenover 2018.

Nederland blijft achter

Nederland is wat betreft het aandeel duurzame stroom een achterblijver. Nederland consumeerde in 2019 bovendien meer stroom dan in 2018, wat voor de uitstoot van CO2 ook geen goed teken is. De stroomconsumptie in Nederland steeg van 116 terra wattuur naar 121 TWh, terwijl het EU-gemiddelde juist daalde met 2%. Dat had ook te maken met de sterke economie in Nederland.

Het aandeel kolenstroom in Nederland zakte ook sterk van 23% naar 14%. Het grootste deel van die afname werd echter gecompenseerd door gas (van 53% naar 61%). Het aandeel windenergie bleef gelijk op 9%. Zonne-energie steeg wel flink van 3% naar 5%.

Gas en kerncentrales

In Europa werd de daling van kolenstroom voor ongeveer de helft opgevangen met wind- en zonne-energie. De andere helft kwam voor rekening van gas. Het aandeel van gas in de elektriciteitsmix nam daardoor toe van 19,1% tot 21,7%. Dat is nog altijd iets minder dan kernenergie dat stabiel bleef op 25,5%.