Estland is een van de koplopers op het gebied van digitalisering en e-overheid. In het Baltische land ontbreekt het echter aan coördinatie tussen de verschillende publieke en private sectoren. Een delegatie van dertig Estse overheidsambtenaren wil in Eindhoven meer leren over digitale transformatiemodellen. Specifiek gaat de aandacht uit naar samenwerking ter bevordering van innovatie.
Tijdens hun driedaagse verblijf in de stad krijgen de Estse ambtenaren veel informatie over de Brainportregio en bestuderen ze voorbeelden van succesvolle publiek-private samenwerking. In de komende maanden bezoeken nog twee delegaties de regio.
“Het algemene doel van ons opleidingsprogramma is om alle Estse topambtenaren – ongeveer honderd mensen – op te leiden tot experts in digitale strategie en digitale transformatie. Elk van die ambtenaren doorloopt vier sessies in Estland en één in het buitenland”, legt Linnar Viik uit, hoofd van de delegatie en voorzitter van het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie – EIT.
“Een aspect waar we niet zo sterk in zijn, is iets waar Nederland goed in is: namelijk het opzetten van partnerschappen tussen verschillende autoriteiten en het gezamenlijk definiëren van problemen”, voegt Viik toe.
Het triple helix model van innovatie werd oorspronkelijk in het begin van de jaren ’90 uitgevonden door Loet Leydesdorff en Henry Etzkowitz. Het model is gebaseerd op de interactie tussen drie verschillende actoren: kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid. Een dergelijk model wordt ook toegepast in Eindhoven, waar verschillende lokale partijen interacteren om innovatie en het welzijn van de regio te bevorderen.
“Estland is echt goed in softwareontwikkeling, terwijl de maatschappelijke ontwikkeling niet zo ver gevorderd is. Wat zij van de stad kunnen leren is de rol die we hier spelen in het gelijkwaardig aan tafel brengen van iedereen”, onderstreept Peter Kentie. De Eindhovenaar is onlangs benoemd tot Honorair Consul van Estland.
“Wat echt interessant is aan Estland is dat iedereen op de een of andere manier met elkaar verbonden is. Toch werken mensen niet al te veel samen. Ze kunnen dus wel wat opsteken van de openheid van de regio Eindhoven”, aldus Kentie.
Samenwerking
Kaupo Heinma is adjunct-secretaris-generaal bij het Estse ministerie van Milieu. “Ondanks het hoge niveau van e-overheidsdiensten, ontbreekt het ons aan samenwerking tussen verschillende partijen. We hebben innovatie nodig. Als partijen niet samenwerken, levert dat veel minder op dan wanneer er wel wordt samengewerkt.”
Start-ups
Bij het voorbereiden van de weg voor innovatie – en het vergemakkelijken van het leven voor startende ondernemingen en vernieuwers – is de rol van een octrooibureau van cruciaal belang. In dit verband probeert het Estse octrooibureau zo open mogelijk te zijn.
“Het was voor bedrijven in Estland vrij ingewikkeld om een octrooi in te dienen. Dankzij e-overheidsdiensten is het nu mogelijk om alle noodzakelijke stappen online te doen. Daarnaast hebben we verschillende handleidingen gepubliceerd om alle procedures uit te leggen”, legt Margus Viher, directeur-generaal van het Estse octrooibureau, uit. Viher wijst erop dat lokale politieke kwesties soms een belemmering vormen voor samenwerking. “Tijdens deze dagen laten we ons inspireren door de praktijken hier. En hopelijk slagen we erin om ook in Estland innovatie te stimuleren”, aldus Viher.
Innovatie gaat niet zomaar
Estland was het eerste land dat geheel overschakelde naar een compleet digitale overheid. Alle overheidsdiensten zijn digitaal beschikbaar. Linnart Viik werkte eraan om dit mogelijk te maken. Het was een van de belangrijkste innovatieprocessen die het land heeft doorgemaakt.
Viik: “Als je iets doet wat nog niemand eerder heeft gedaan, is het heel moeilijk om je voor te stellen wat er daarna komt. Er zijn veel verwachtingen. Veel mensen denken dat innovatie van de ene dag op de andere gebeurt. Maar zo is het niet. Je moet voorbereid zijn. Innovatie moet elke dag plaatsvinden, je moet dingen stap voor stap opbouwen. Het is net als het lopen van een marathon: je moet ervoor trainen.”
De Estse expertise op het gebied van e-government is iets waar ook Nederland van kan profiteren. “In Estland zijn mensen aan doorberekende kosten voor hun e-government evenveel kwijt als voor een Spotify-account. In de meeste landen is dat tien keer meer. Wij zijn er achter gekomen hoe je overheidsdiensten twee keer zo snel en tien keer zo goedkoop kunt maken”, besluit Viik.
Foto: Een van de sessies in Eindhoven