Author profile picture

Van Auke willen we natuurlijk weten welke innovatie of technologie in 2021 nu echt eens door gaat breken. “Ja dat is een goede”, Auke sluit zijn ogen en denkt na. Dan veert hij op en verdwijnt uit beeld. Ergens verderop uit de kamer roept hij: “Wacht, ik ga eventjes een colaatje pakken dan denk ik ondertussen na.”

Het afgelopen jaar noemde Auke al een aantal innovaties waarvan hij veel verwacht. Een skateboardplatform voor elektrisch rijden. Kweekvlees, VR-brillen om vliegverkeer te beperken en slimme energiesystemen. Andere ideeën, zoals de telepresencerobot die Auke met Eindhoven Engine hoopte te maken, gingen niet door. “Jammer, maar niet alles wat je bedenkt, wordt werkelijkheid. Maar ik sluit niet uit dat zo’n robot er ooit nog komt”, zei hij hierover in een eerder gesprek.

Inmiddels zit Auke weer in zijn stoel met een blikje cola. “Waar ik het meest aan moet denken, als corona weer een beetje is overgewaaid en we weer echt bij elkaar mogen komen, is om aan de slag te gaan met de groepsvorming bij Neon. Ik heb echt super veel zin om straks met al die enthousiaste en slimme mensen bij elkaar te komen in onze nieuwe ruimte om te brainstormen over de verschillende onderwerpen. Hopelijk kan het over een paar maanden als iedereen is gevaccineerd.”

Parasailing met elektrische motor op zijn rug

Auke sluit zijn ogen en begint te lachen: “Wat me ook een mooie manier van commuten lijkt, is om met een elektrische motor op mn rug naar de TU/e te parasailen. Nu zijn die dingen ontzettend duur en het is echt state of the art-techniek. Maar eigenlijk zijn die motoren niet zo super speciaal en zou dat veel goedkoper moeten kunnen.” Hij opent zijn ogen weer en grijnst: “Maar ik krijg waarschijnlijk geen vergunning om daar te landen, dan kan ik alleen in mijn tuin opstijgen. Ook best lachen, maar dan is het alleen voor mij leuk.”

Dit idee belandt net als de telepresence robot nog even op de plank. Maar waar Auke komend jaar wél mee aan de slag gaat, zijn 3D-modellen om wijken op een nieuwe manier te ontwerpen. “Binnen NEON zijn we goed in het maken van simulaties en modellen. Scenario’s die beleidsmakers helpen om te bepalen waar zonneparken moeten komen bijvoorbeeld. Die interactieve kaarten kunnen we nog verder doortrekken. We hebben allerlei gegevens over onder andere energieverbruik en mobiliteit. Door al deze data te bundelen kun je een buurt volledig in 3D bouwen. Hiermee kun je mensen als het ware laten proefwonen voordat de buurt er staat. Zo kun je bewoners – maar ook andere partijen – veel gerichter om feedback vragen.”

Want dat is volgens hem waar het nu aan schort. “Architecten en stedenbouwkundigen stellen zich hele gave nieuwe dingen voor in wijken. Om erachter te komen of mensen hier willen wonen, stellen ze meestal vragenlijsten op. Maar de uitkomst hiervan is onbetrouwbaar. Iedereen stelt zich iets anders voor bij een ideale woonwijk. Zeker als het gaat om nieuwe dingen die er nog niet zijn.”

Iets dat sneller is dan een paard

Als voorbeeld noemt Auke het voorbeeld van Henry Ford die niet te raden ging bij zijn potentiële klanten. “Een auto bestond nog niet, wat moesten mensen zeggen? Doe maar iets dat sneller is dan een paard? Ze konden zich er niets bij voorstellen. Dus was het ook heel moeilijk om hier iets zinnigs over te zeggen. Als er toen VR-brillen waren, had hij mensen het kunnen laten zien en kunnen vragen wat ze ervan vonden. Ook voor Phd-studenten is dit een frustratie. Zij bedenken hele slimme dingen die er nog niet zijn, door dit visueel te maken ontstaat er meer begrip.”

Samenwerking moet nog wel worden geregeld

Auke zou het liefst samenwerken met de ontwerpers van KnoopXL, waar de komende 20 jaar zo’n 5 tot 6 duizend huizen rond het stationsgebied in Eindhoven moeten komen. Hij ziet het al helemaal voor zich. “We moeten de samenwerking alleen nog opzetten, maar het zou wel heel gaaf zijn.”

“Dat je in een realistische 3D-omgeving rondloopt en je toekomstige appartement al van binnen kunt bekijken en ziet hoe de dynamiek in de wijk moet worden. Omdat een autoloze wijk nog niet bestaat, denken mensen dat het niet kan. Maar in deze omgeving kunnen mensen niet alleen zien, maar ook beleven hoe het werkt. Elektrische deelauto’s, steppen en andere last mile voertuigen zijn de norm. Hoe gaaf zou het zijn als je in plaats van een impressie-filmpje bekijken, alvast kennis kunt maken met je toekomstige straat? Op deze manier kun je mensen voorleggen: ‘Waar woont u liever? Wijk A of B?’”, stelt Auke zich voor.

‘Hoe gaaf zou het zijn als je in plaats van een impressie-filmpje bekijken, alvast kennis kunt maken met je toekomstige straat?’

Alle informatielagen bundelen

Met de feedback van toekomstige bewoners kunnen ontwerpers weer aan de slag. Vervolgens kunnen ze dezelfde wijk weer laten zien aan andere partijen. “Gemeentediensten zoals de vuilnisdienst, hulpdiensten. Waar moeten ze bij kunnen? Hoe hebben bewoners hier zo min mogelijk last van? Ook kun je met alle gegevens die we hebben over energieverbruik van huishoudens en gebouwen laten zien hoe een duurzaam netwerk eruit kan zien. Hier kunnen netbeheerders en andere energiepartijen weer mee aan de gang.”

Volgens Auke is de technologie er klaar voor. “Architecten werken bijna allemaal in 3D en kunnen allerlei gegevens over gebouwen inladen vanuit de software waarmee ze werken. Vroeger kostte dit veel meer werk en tijd. Het was iets kostbaars. Het grappige is dat steeds meer architecten bureau’s gebruik maken van gaming-engines om deze realistische weergave van gebouwen te maken. De laatste jaren ziet dat er steeds gaver uit. Het enige dat nog ontbreekt is dat je daadwerkelijk de gebouwen in kunt gaan of door de wijk kunt wandelen. Waarom zouden we dat niet verder doorontwikkelen?”

Hoe enthousiast Auke ook is, hij beseft dat dit project niet gratis is. “Door deze nieuwe manier van ontwerpen, krijg je een leefbaardere, duurzamere en schonere wijk. Dat sluit goed aan bij Europese subsidies. We hebben goede hoop om zo’n subsidie binnen te halen. Stel dat dit 3 miljoen kost dan zou dit nog maar een schijntje zijn van wat het bouwen van 6 duizend woningen kost. Zeker als het zorgt voor flinke CO2-besparingen en betere leefomgeving, vind ik dat geld goed besteed.”