©Pixabay
Author profile picture

Grote transities duren soms wel 100 jaar. En dat zou je niet verwachten. We leven in ieders overtuiging dat veranderingen nog nooit zo snel hebben plaatsgevonden. Er gebeurt inderdaad veel. Maar ook wordt veel overdreven. Het is nu eenmaal zo dat het lastiger wordt om financiering te vinden voor een innovatie, waarbij de voorspelde marktintroductie tien jaar wordt opgeschoven. Verder zijn we allen niet immuun voor groepsdenken en tunnelvisies. Bovendien, als een automerk belooft dat de zelfrijdende auto volgend jaar op de markt komt, moeten anderen ook spectaculaire voorspellingen doen, ongeacht of ze er in geloven of niet.

Het Japanse Skydrive komt naaar eigen zeggen in 2023 met een vliegende auto op de markt voor tussen de 300.000 tot 500.000 Amerikaanse dollars. De Skydrive heeft geen start- en landingsbaan nodig heeft en is daardoor geschikt voor de stedelijke omgeving. Het Nederlandse PAL-V komt naar verwachting in 2021 op de markt, maar heeft wel een startbaan nodig. 180 meter is voldoende om genoeg snelheid te ontwikkelen om in het luchtruim te geraken. Tegenover de SkyDrive lijkt de PAL-V in het nadeel, maar dat is niet terecht.

De geschiedenis leert dat grote innovaties die over drie jaar voorspeld worden, vrijwel allemaal veel later op de markt komen, of zelfs helemaal niet. In 2001 voorspelden Daimler, Honda, General Motors en Toyota middenin de waterstofhype dat ze drie jaar later met een brandstofcel auto op de markt zouden komen. Daar is weinig van terecht gekomen.

Richtingspijlen op daken

De vliegende auto heeft een langere historie. De eerste serieuze poging om een vliegende auto op de markt te zetten vond plaats in 1917 toen Glenn Curtiss de Autoplane bouwde. Ondanks dat, zat een beetje op en neer hoppen er helaas nog niet in. De ANWB meende honderd jaar geleden al dat het niet al te lang meer zou duren voordat de combinatie vliegtuig /auto ergens uit de fabriek zou rollen. Zij meende daarom dat er wegwijzers moesten komen voor het “luchttoerisme”, zodat de bestuurder van een vliegende auto de juiste route kon vinden.

Uit een overleg tussen luchtvaartorganisaties, het Departement van Oorlog, de ANWB en de Nederlandsche Vereniging van Gasfabrikanten werd bepaald dat er richtingspijlen op daken van gasfabrieken geplaatst zouden worden. In Deventer werd de eerste geplaatst en het bleek dat vanaf een hoogte tussen 1200 en 3000 meter dit uitstekend zichtbaar was. De oorlog zorgde ervoor dat het project gestopt werd.

Als de markt voor vliegende auto’s open breekt is er serieus veel geld mee gemoeid. De Boston Consulting Group (BCG) heeft vier scenario’s opgesteld voor de uitrol van vliegende auto’s in 2030. Indien de technologische ontwikkeling hapert, de infrastructuur en de veiligheid niet voldoet en de regelgeving niet gunstig is, dan verwacht BCG 10.000 vliegende auto’s in 2030. Indien alle problemen wel worden opgelost, schat BCG een markt in van 60 miljoen stuks die samen 825 miljard vliegbewegingen maken. De omzet wordt dan geschat op 2300 miljard dollar. Analisten van Morgan Stanley maken zich er wat gemakkelijker van af. Zij beweren dat de vliegende stadstaxi het nieuwe normaal is in 2040. De mondiale markt is dan zo’n 1400 tot 2900 miljard dollar waard.

Eeuw geleden al elektrische auto’s

Kortom; er zit meer dan honderd jaar tussen serieus eerste concept tot het daadwerkelijk in de markt zetten van de vliegende auto. Dat lijkt lang, maar om de zaak in perspectief te plaatsen: de elektrische auto heeft dezelfde tijd nodig gehad. Begin 20e eeuw was het over en uit met de elektrische auto als serieuze concurrent van de auto met verbrandingsmotor. Alleen Amsterdam hield nog een tijdje dapper stand met haar elektrische taxi’s die dienst deden tussen 1909 en 1924. De piek in Europa lag wel rond 1900. Meer dan 100 jaar later was de wederopstanding van de elektrische auto een feit met het uitkomen van de Tesla Roadster en de Nissan Leaf.

Dat het niet altijd honderd jaar duurt voordat een grote innovatie doorbreekt hopen velen te bereiken met de robotauto, die ook in de binnensteden geheel zelfstandig kan rijden. De range van verwachtingen wanneer dit mogelijk is, ligt tussen 2021 en 2050. De eerste serieuze poging van een zelfrijdende auto zonder radiografische besturing (1925) of magneetbanen (1960) was in 1987 met een Mercedesbus, dus we hebben nog wel wat tijd.

Meer artikelen over vliegende auto’s

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Wendy van Ierschot, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Jan Wouters, Katleen Gabriels, Mary Fiers en Hans Helsloot probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.