Nederland kent een handjevol gerenommeerde universiteitssteden. En alhoewel Tilburg ook een universiteit binnen haar grenzen heeft, staat deze gemeente maar bij weinigen als universiteitsstad op het netvlies. De stad en de universiteit proberen intensiever samen te werken om dat wel te realiseren. Maar gaat dat lukken? Het eerste verhaal van een serie over de universiteitsregio Tilburg.
“Onze universiteit is heel goed in rechten en economie, onze psychologietak is wereldtop en onze opleidingen in kunstmatige intelligentie en in gedragswetenschappen zijn heel groot.” Wim van de Donk is rector magnificus van Tilburg University. In zijn werkkamer in het Cobbenhagengebouw op de campus van Tilburg University vertelt hij in geuren en kleuren over ‘zijn’ universiteit. “Met ons Zero Hunger Lab zaten we heel dicht bij het Wereldvoedselprogramma dat de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen heeft. Ik heb daar nog wel een mooi boekje van”, zegt hij, terwijl hij een foldertje uit de grote houten boekenkast pakt die tegen de muur van zijn kamer staat.
Van de Donk overdrijft niet. Verschillende opleidingen van Tilburg University staan inderdaad erg hoog aangeschreven. Uit de Shanghai Academic Ranking of World Universities, een kwaliteitstoets van universiteiten over de hele wereld, blijkt dat de opleidingen op het gebied van bedrijfsadministratie Tilburg University wereldwijd een negende plek opleveren. De financiële tak van de universiteit behaalt plek 25 in die lijst. En ook andere opleidingen van Tilburg University scoren goed en behalen regelmatig de top honderd van de best aangeschreven opleidingen ter wereld.
De rector magnificus kan wel honderden voorbeelden noemen van manieren waarop zijn universiteit een rol speelt, zowel lokaal als internationaal. “We zijn op meerdere manieren betrokken. We hebben een hoogleraar die als stadshoogleraar betrokken is bij onderzoek naar wat de stad beter kan doen. We hebben een professor die een bijdrage levert aan de ouderenzorg. Een hoogleraar op het gebied van logistiek heeft onlangs als eerste niet-Amerikaan een hele belangrijke prijs gewonnen van zijn beroepsvereniging. En zo kan ik nog wel even doorgaan”, zegt Van de Donk.
Ondertussen blijft het imago van Tilburg University in de regio, de provincie en de rest van het land achter. Tilburg staat niet bij uitstek bekend als een kennisstad, laat staan als een universiteitsregio. Daar waar Universiteit Utrecht internationaal publicatie na publicatie doet in samenwerking met het bedrijfsleven, Technische Universiteit Eindhoven met Brainport een waar economisch systeem heeft opgetuigd en Universiteit Leiden onlosmakelijk is verbonden met de stad, lijkt de Tilburgse universiteit altijd een ondergeschoven kindje te blijven.
Ruggen tegen elkaar
Tilburg University werd dan ook lange tijd niet als onderdeel van de stad gezien. Dat merkte Philip Eijlander, rector magnificus van 2008 tot en met 2015, ook al toen hij als rector aantrad. “Een tijd lang hebben gemeente en universiteit met de ruggen tegen elkaar gestaan. Toen ik rector werd kon je dat ook nog een beetje merken. Ik vond ook dat we te weinig contact hadden”, vertelt Eijlander. “Maar ik heb als rector altijd gezegd: je moet diepe wortels én hoge takken hebben. Natuurlijk moet je als universiteit internationaal bezig zijn, maar elke universiteit maakt ook deel uit van een stad en van een regio. Daar moet je ook oog voor hebben. Het is allebei belangrijk.”
Eijlander heeft er in zijn tijd als rector dan ook de gewoonte van gemaakt om informeel met het stadsbestuur spreken. “Contact tussen de burgemeester en de rector vond ik in mijn tijd erg nuttig. Je moet niet wachten tot je een probleem hebt. Ik heb altijd geprobeerd om op een informele manier af en toe met de burgemeester of de wethouder te bellen en om één of twee keer per jaar hebben met elkaar te kijken wat we kunnen doen om nog beter samen te werken. En tussentijds was er op andere dossiers, zoals bij projecten van Midpoint Brabant of bij studentenhuisvesting, natuurlijk ook contact tussen mensen van de universiteit en van de stad.”
Toen Eijlander aftrad, zag hij dat de samenwerking met de gemeente op zich goed liep. “Dat moest nog wel verder opgepakt worden. Het moest ook beter. Bij ons is het niet zo dat je even kunt zeggen dat je maar wat gaat uitproberen. Als je samenwerkt moet je ontzettend goede mensen aantrekken en langjarig doorgaan. Tilburg is inmiddels een studentenstad, maar dat is nog iets anders dan een universiteitsstad. Wij kunnen ook een universiteitsstad worden, maar dan moeten we daar natuurlijk wel de faciliteiten zoals voldoende gekwalificeerde onderzoekers, gebouwen en huisvesting voor hebben. En dat moet in samenwerking met de stad gebeuren”, denkt Eijlander.
Sociale innovatie
Eijlanders opvolger Emile Aarts was rector van 2015 tot en met 2019 en haalde de banden tussen Tilburg en Tilburg University nog verder aan. “Er was een heel programma rondom sociale innovatie dat we hebben doorgetrokken samen met de stad. De universiteit werkte in mijn tijd ook samen met de stad in het kader van de rechtswinkel. En er waren veel afstudeerprojecten waarbij studenten op de een of andere manier een link met de stad maakten”, somt Aarts een aantal initiatieven op. Hij noemt ook MindLabs, een initiatief rond kunstmatige intelligentie dat ontstond uit samenwerking tussen de gemeente en de universiteit.
Maar, zegt ook Aarts, de samenwerking valt of staat bij de persoonlijke contacten die er zijn tussen mensen. “Ik heb goed contact gehad met de burgemeesters en de wethouders. Wij praten vooral graag met elkaar. Maar een aantal van de mensen van toen zijn inmiddels ook weer weg, en ik ook. Ik denk dat wij de overdracht van onze dossiers niet altijd goed doen. Met het vertrek van mij en van bijvoorbeeld een wethouder is het heel moeilijk om ideeën op dezelfde manier over te dragen als wij het hebben bedoeld. Vriendschap draag je ook niet over, dat is heel complex”, vertelt Aarts. “Je moet het gewoon koesteren, zo’n relatie. En dat is niet altijd makkelijk.”
Een wereld te winnen
En Tilburg kent ook niet per se een natuurlijk verloop tussen de universiteit en de stad. “Tilburg is een wat bijzondere universiteitsregio”, weet Joks Janssen, adviseur-onderzoeker bij Het PON & Telos en praktijkhoogleraar Brede welvaart in de regio aan Tilburg University. “De universiteit heeft een heel specifiek profiel op het gebied van recht, bestuur en economie en daarmee scoort de universiteit internationaal hoog. Maar als je dat specifieke profiel vergelijkt met de economische structuur en arbeidsmarkt van de regio, dan is de aansluiting met de universiteit wat ingewikkelder. De baankansen voor studenten van deze universiteit zijn nou eenmaal hoger in de Randstad”, denkt Janssen.
Dat zie je ook terug in de cijfers, ziet hij. “In het aantal copublicaties tussen onderzoekers en het bedrijfsleven zie je dat een universiteit als die in Eindhoven qua percentage het hoogst scoort en de universiteit van Tilburg het laagst. Dat zegt iets over de verbinding van de universiteit met het bedrijfsleven hier. Er is op dat vlak nog een wereld te winnen”, denkt hij. “Maar gelukkig zie je dat de rector magnificus en een aantal hoogleraren binnen de universiteit bezig zijn om te kijken hoe we die verbinding met de stad en de regio kunnen maken. Dat vind ik wel positief”, zegt Janssen.
De universiteit en de gemeente Tilburg stelden in 2018 een strategische samenwerkingsagenda op: Van een stad met een universiteit naar een universiteitsstad. In een evaluatie van die agenda in 2020 blijkt dat er verschillende projecten zijn die goed lopen: zo werken de stad en de universiteit goed samen op het gebied van citymarketing, is er een intentieovereenkomst voor een campus voor jonge ondernemers opgemaakt en wordt er samengewerkt bij subsidieaanvragen bij de Europese Unie. Bij andere projecten, zoals een voorstel om het bestuurlijke model van de gemeente Tilburg te onderzoeken, blijkt dat er bij de gemeente geen draagvlak is voor zo’n onderzoek.
Een woordvoerder van Tilburg University laat daarnaast weten dat er sinds 2020 door corona maar weinig meer is gebeurd aan die samenwerkingsagenda. “Beide instellingen hebben in coronatijd in de crisismodus geopereerd”, stelt ze. “Maar we zijn de samenwerking aan het herijken door middel van het stadshoogleraarschap, het innovatiedistrict in de Spoorzone en het onderzoeksprogramma.” Dat programma is een initiatief van de gemeente en de universiteit en wordt dit jaar officieel gelanceerd, al is nog niet helemaal duidelijk wat het precies gaat behelzen.
Rector en hoogleraren
Wat samenwerking tussen universiteit en stad ook lastiger maakt, is dat de universiteit geen eenduidige organisatie is, zo zeggen de (oud-)rectoren. “Wij zijn niet zo’n hiërarchische organisatie”, zegt Philip Eijlander. “Je kunt als besturen onderling van alles willen, maar de projecten die je opzet moeten ook passen in de manier van denken van de hoogleraren. Als dat niet zo is, wordt de samenwerking binnen zo’n project een beetje kunstmatig. Daar moet je ook voor oppassen. Het moet een reële samenwerking zijn.”
Daar kan de huidige rector Wim van de Donk zich ook in vinden. “Samenwerken met dé universiteit kan niet. Wat is dé universiteit? Het is een conglomeraat van mensen, hoogleraren, studenten en een enkele bestuurder. Ik kan van alles roepen, maar je moet een rector ook niet overschatten. Het zijn de hoogleraren, de onderzoeksgroepen en de medewerkers van de universiteit die iets wezenlijks kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de stad en van de regio. Dat kunnen we als bestuur alleen maar organiseren en faciliteren”, zegt Van de Donk.
Praktijkhoogleraar Joks Janssen denkt ook dat samenwerking alleen goed kan gaan als iedereen weet hoe het er aan de andere kant aan toe gaat. “Je hebt mensen nodig die zowel de universiteit snappen als hoe een lokale samenleving werkt. Dat is niet iedereen gegeven. Dat vraagt dus tijd, wat experimenteerruimte. Zeker in het begin gaan dingen ook mislukken”, zegt Janssen. “En het vraagt om focus. Waar zijn we nou goed in, in deze regio? Je kunt je niet op alle uitdagingen richten, dus je moet er een paar uithalen. Gezondheid is een mooi voorbeeld. De universiteit werkt bijvoorbeeld al samen met het Elisabeth Tweesteden-Ziekenhuis, zorgverzekeraars en de GGZ.”
Be good and tell it
Het is in elk geval de bedoeling om de stad meer als universiteitsstad op de kaart te zetten, zoveel is duidelijk. Maar is de universiteit niet te bescheiden? “Er zijn hoogleraren die zeggen van wel”, zegt Emile Aarts. “Ik zou zelf niet zeggen dat we te bescheiden zijn, maar het is wel belangrijk dat wat we zeggen en wat we doen elkaar versterkt. Je kunt niet als vakbondsleider een toespraak houden op het Malieveld en vervolgens in je Rolls Royce naar huis rijden. Niet dat wij dat doen, maar het is wel belangrijk om heel veel aandacht te besteden aan hoe mensen naar de universiteit kijken. Als de manier waarop mensen over de universiteit spreken verandert, dan kunnen we onze achterstand inlopen.”
De huidige rector Wim van de Donk denkt dan ook dat ze hun successen wat meer van de daken mogen schreeuwen. ,,We moeten laten zien wat we te bieden hebben. Be good and tell it. Dat zit niet zo in de genen van onze universiteit. Wij zijn minder geneigd om onszelf uit te spreken, dus ik denk dat we dat wel meer mogen doen”, zegt Van de Donk. En hij doet zelf meteen een duit in het zakje. “Op onze carrièredagen komt de hele Zuidas hier met kraampjes staan om onze talenten weg te pikken. Dan zeg ik altijd: ‘De enige Zuidas, dat zijn wij.’”
Reactie van de gemeente
Voor dit verhaal is contact gezocht met twee voormalige wethouders van de gemeente Tilburg met de portefeuille onderwijs. Zij wilden niet reageren. Ook bij de huidige wethouder Esmah Lahlah is een gespreksverzoek gedaan. Zij zag daartoe geen mogelijkheid in haar agenda. Op een gespreksverzoek met een ambtenaar van de gemeente is niet ingegaan.
Deze serie verschijnt ook bij Brabants Dagblad en is mede tot stand gekomen met steun van het Tilburgs Mediafonds.