De gemeente Eindhoven neemt een opvallende stap in de energietransitie door de oprichting van een eigen energiebedrijf. Met de oprichting van ‘Eindhoven Energie BV’ verwacht de gemeente meer controle over de levering van duurzame energie en warmte te krijgen. Deze ontwikkeling speelt in op de urgentie van de klimaatdoelstellingen en biedt nieuwe mogelijkheden voor zowel de stad als haar inwoners. De eerste stappen hebben vooral te maken met warmte; elektriciteit volgt mogelijk later. Een directe oplossing van de netcongestie is deze stap dan ook nog niet – “maar het zou er op termijn wel aan kunnen bijdragen”, aldus wethouder Rik Thijs.
Waarom is dit belangrijk?
De energiemarkt is volop in beweging, deels veroorzaakt door de transitie van fossiele brandstoffen naar meer duurzame oplossingen. Dat leidt tot nieuwe mogelijkheden, maar ook tot hickups. De gemeente Eindhoven wil meer regie krijgen op de energielevering voor haar inwoners, ook om de verschillen tussen groepen inwoners niet te groot te laten worden.
De noodzaak van een gemeentelijk energiebedrijf
De oprichting van een publiek energiebedrijf komt niet uit de lucht vallen. In de Klimaatverordening van 2016 is vastgesteld dat de uitstoot van broeikasgassen in Eindhoven tegen 2050 moet worden teruggebracht tot bijna nul. Met de invoering van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) en de aankomende Wet collectieve warmte (Wcw), die vanaf 2025 in werking treedt, krijgt de gemeente een regierol in de warmtetransitie. Deze wetten leggen de verantwoordelijkheid bij de gemeenten om te bepalen welke wijken van het gas af gaan en welk warmtealternatief daarbij het beste past.
Eindhoven neemt nu het heft in eigen handen door zelf een energiebedrijf op te richten, dat volledig in publieke handen blijft. Dit bedrijf, ‘Eindhoven Energie BV’, richt zich op de ontwikkeling en exploitatie van energie- en warmteprojecten. De eerste stap is de oprichting van ‘Eindhoven Warmte BV’, een dochterbedrijf dat verantwoordelijk wordt voor het beheer en de exploitatie van warmtenetten.
Hoe het energiebedrijf wordt georganiseerd
Eindhoven Energie BV wordt opgezet als een besloten vennootschap, met de gemeente als enige aandeelhouder. Deze structuur biedt de gemeente de flexibiliteit om op te treden als regisseur, terwijl er tegelijkertijd ruimte is voor samenwerkingen met publieke en private partijen. In de eerste fase richt het energiebedrijf zich vooral op warmteprojecten, zoals de exploitatie van het warmtenet in Meerhoven. Als eerste projecten wordt gekeken naar het Stadhuisplein, Fellenoord en ‘t Ven.
Het publieke warmtebedrijf zorgt ervoor dat Eindhoven een solide grip houdt op de warmtetransitie, waarbij duurzaamheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid centraal staan. “Met een eigen warmtebedrijf kunnen we unieke publieke belangen vertegenwoordigen en tegelijkertijd samenwerken met marktpartijen om de warmtetransitie te versnellen,” aldus wethouder Rik Thijs. De gemeente verwacht €18 miljoen nodig te hebben als eigen vermogen voor de nieuwe BV en daarnaast nog ruim €8 miljoen als budget voor de de eerste drie jaar van de uit 13 personen bestaande organisatie.
De effecten op inwoners en bedrijven
Een van de belangrijkste voordelen van een gemeentelijk energiebedrijf is dat het de gemeente in staat stelt om de energiekosten voor haar inwoners en bedrijven te beheersen. Het bedrijf zal verantwoordelijk zijn voor de distributie en levering van duurzame warmte, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan betaalbaarheid en inclusiviteit. Dit is met name van belang voor kwetsbare groepen, die vaak onevenredig zwaar worden getroffen door stijgende energiekosten.
Door de ontwikkeling van lokale warmtenetten en energieopslagmogelijkheden wordt niet alleen de energievoorziening verduurzaamd, maar ontstaan er volgens de gemeente ook nieuwe kansen voor werkgelegenheid en innovatie. De Brainportregio, waar Eindhoven deel van uitmaakt, speelt hierin een cruciale rol. Innovatie op het gebied van energieopslag, slimme netwerken en duurzame energieopwekking kan worden versneld door de nauwe samenwerking tussen het energiebedrijf en lokale bedrijven.
Energiebedrijven in Nederland
De ontwikkeling sluit aan bij een bredere trend in Nederland. Steeds meer gemeenten onderzoeken de mogelijkheid om zelf energiebedrijven op te richten, mede door de verwachte inwerkingtreding van de Wet collectieve warmte in 2025. Deze wet vereist dat warmteprojecten worden uitgevoerd door publieke of hybride warmtebedrijven. Hierdoor zullen private partijen een minder dominante rol spelen in de warmtemarkt.
De oprichting van gemeentelijke energiebedrijven zorgt voor een verschuiving op de Nederlandse energiemarkt. Waar commerciële energiebedrijven tot nu toe het grootste deel van de energielevering voor hun rekening namen, ontstaat nu ruimte voor publieke bedrijven die zich primair richten op publieke belangen. Dit kan leiden tot lagere prijzen en een snellere transitie naar duurzame energie. De gemeente zegt attent te zijn op eventuele verstoringen van de marktverhoudingen. “Het is geen doel om zoveel mogelijk activiteiten te ontwikkelen onder het energiebedrijf.”
Bijdrage aan de energietransitie
De oprichting van Eindhoven Energie BV past in de bredere doelstellingen van de energietransitie. Eindhoven wil in 2030 55% minder CO₂ uitstoten ten opzichte van 1990 en streeft naar een volledig duurzame energievoorziening in 2045. Door zelf de regie te nemen over de energievoorziening, kan de gemeente niet alleen beter sturen op haar klimaatdoelen, maar ook sneller inspelen op de toenemende energievraag en de noodzaak om nieuwe energie-infrastructuren aan te leggen.
Ook op nationaal niveau helpt de oprichting van lokale energiebedrijven zoals Eindhoven Energie BV de ambities van het Klimaatakkoord te realiseren. Door de regie in handen te nemen en lokale duurzame energieoplossingen te implementeren, dragen gemeenten direct bij aan de reductie van CO₂-uitstoot en de versnelling van de energietransitie. Eindhoven geeft hiermee niet alleen invulling aan haar eigen klimaatambities, maar zou ook een voorbeeld voor andere gemeenten in Nederland kunnen zetten.