©Marleen-Visser-Food-Photography-Styling
Author profile picture

About Sunt

  • Founders: Laura Hoogland
  • Founded in: 2018
  • Employees: 10
  • Money raised: 1,2 miljoen
  • Ultimate goal: Making the banana supply chain completely sustainable

Veel bananen belanden op een afvalhoop, terwijl er vaak helemaal niks mis is met het fruit. Ze voldoen alleen niet aan de cosmetische standaarden van de supermarkt. En al hebben ze de juiste vorm, dan kan het nog mis gaan. Bananen waarbij het rijpingsproces begonnen is, mogen namelijk Europa niet in. Zo’n drie procent van de geïmporteerde bananen komt daarom de douane niet door. Goed voor zo’n 120.000 ton van dit afgekeurde fruit per jaar. Start-up Sunt ziet hier wel brood in. Bananenbrood om precies te zijn. Behalve dit product maakt het bedrijf ook donuts en granola van afgekeurde bananen. In deze aflevering van start-up-of-the-day vertelt Thomas Reitsma van Sunt over voedselverspilling en de net-geopende bananenfabriek in Nederland.

Hoe is Sunt ontstaan?

“Sunt is in 2018. Toen kwam onze oprichter, Laura Hoogland, erachter dat er enorme hoeveelheden bananen worden weggegooid. Ze is toen bij lokale ondernemers het fruit op gaan halen om thuis bananenbroden te bakken. Hier is ze vervolgens weer mee naar de supermarkten gegaan. Het is vrij snel gegaan daarna. We liggen nu zelfs bij de Albert Heijn. Het is onze missie om bananen te redden van onnodige vernietiging. Dat doen we door de afgekeurde bananen in de havens af te nemen van bananenimporteurs. Deze verwerken wij tot bananenpuree. Hiermee voorkomen we niet alleen verspilling. We bieden de importeurs ook een kostenbesparing aan die zij doorrekenen in de hele keten. Zo belanden de afgedankte bananen alsnog in de supermarkt, maar dan in een andere vorm.”

Hoe komen jullie aan de bananen?

“We werken nu met name samen met enkele bananenimporteurs in Nederlandse en Belgische havens. Op dit moment betalen we nog hoge invoerheffingen op de bananen in de Nederlandse haven. In België is dat niet zo. Daar kan je bananen overkopen als restproduct tegen een lagere prijs. Er is nog geen consensus in wet- en regelgeving hierover in Europa. Wij pleiten daarom voor een lager invoertarief voor bananen die als restroom dienen. We zijn begonnen met de vrucht, maar uiteindelijk willen we ook de schil terug in de voedingsketen brengen. We kunnen daar voedingsvezels van maken of karton voor onze eigen dozen. Dat zijn we nog aan het onderzoeken.”

Hoe was het om als nieuwkomer de bananenindustrie in te stappen?

“Het is best wel lastig als je niet bekend bent met de keten. We hebben daarom aan het begin vooral gefocust op het in huis halen van kennis. Daarnaast zijn we het afgelopen jaar veel naar beurzen en bijeenkomsten gegaan. Aan het begin wilden bananenimporteurs niet praten over hoeveel afval zij weggooien. Pas toen ze ons businessplan zagen, kwamen de gesprekken op gang. Ze kregen door dat hun afval geld waard is. Ondertussen zijn we met partijen uit de hele keten samen gaan werken.”

Was het lastig om de producten te ontwikkelen?

“We moeten een vrij traditionele branche innoveren: de bakkerijsector. Dat is best lastig. Je moet dan allereerst gaan kijken naar trends. Wat speelt er nu en wat vinden mensen belangrijk? Tegelijkertijd moet je ook de kostprijs van de grondstoffen in overweging nemen. We willen kwalitatief hoogwaardige producten op de markt brengen, maar het ook aantrekkelijk maken om voedselverspilling tegen te gaan. Het moet dus wel betaalbaar blijven. Dit moeten we balanceren. Het was ook een uitdaging om iemand te vinden die ons bananenbrood wilde bakken. Veel producenten wezen ons af. Dadels in plaats van suiker gebruiken? Geen boter? Glutenvrij? Dat soort ideeën vonden ze vaak maar moeilijk. Tot slot zijn voor onze producten veelal nieuwe processen nodig. Onze donuts bakken we bijvoorbeeld in plaats van ze te frituren. Dat werd nog niet eerder op zo’n grote schaal gedaan.”

Was het moeilijk om investeringen te krijgen?

“Sinds de start hebben we 1,2 miljoen aan financieringen opgehaald. Lastig was dat niet. Daar hadden we ruim de keuze in. Wat wij echter belangrijk vinden is smart money. We hebben dan ook niet enkel gekeken naar de hoogste bieder, maar vooral naar kennis, netwerk en groeipotentieel. Zo is de keuze bijvoorbeeld gevallen op Brave New Food Investments. Die biedt naast geld ook een groot netwerk aan. Daarnaast beschikken ze over relevante praktijkervaring voor opschaling.”

Wat maakt jullie product beter dan wat er al op de markt is?

“Onze producten spreken een brede doelgroep aan. Van studenten die nog snel een ontbijt willen scoren voor hun college, tot aan gezinnen die een verantwoord tussendoortje zoeken voor bij de koffie. We maken voedingsproducten voor de generatie van nu én van de toekomst. Een generatie die lange tijd het bakkerijassortiment links zou laten liggen en behoefte heeft aan voeding die niet alleen lekker, maar ook verantwoord en duurzaam is. Zo proberen we ons te onderscheiden. Hetzelfde geldt voor onze bananenpuree. Door te kiezen voor onze no waste bananenpuree kiezen afnemers voor een product met een verhaal.”

Onlangs hebben jullie een eigen bananenfabriek geopend. Wat gaat dit betekenen voor Sunt?

“Onze bananenpuree kwam een lange tijd uit Ecuador. Gemaakt van de bananen die bij de teelt al afgekeurd worden. Een duurzamere oplossing dan reguliere bananenpuree. Met onze bananenfabriek pakken we verspilling dichter bij huis aan. Naast het feit dat we leverancier worden van onze eigen belangrijkste grondstof, kunnen we deze aanbieden als grondstof voor derden, zoals drank- en ijsproducenten.”

Wat is het ultieme doel van Sunt?

“Onze missie is het tegengaan van voedselverspilling, specifiek van de banaan. In plaats van alleen te kijken naar het voorkomen van deze verspilling, willen we een leidende rol pakken door de keten opnieuw uit te vinden. Deels door de wet- en regelgeving hieromtrent aan te laten passen. Ons uiteindelijke doel is dat er geen banaan meer geteeld hoeft te worden om na een verre reis in de puree te eindigen. Dat betekent dat op strategisch goede plekken een bananenfabriek moet komen die de reststromen verwerkt.”