NoNo House ©Tim Jonathan
Author profile picture

Het gebouw staat. De officiële ingebruikname volgt binnenkort. Het NoNo House: no NOx (stikstofoxiden). Gebouwd op het terrein van The Green Village, living lab op de campus van de TU Delft. Bouw, gebruik en tests op deze locatie staan in het teken van reductie van stikstofuitstoot. In de hoop dat stikstofvrij bouwen op grote schaal navolging krijgt. Als het kan, is het gebouw stikstofneutraal of vermindert het zelfs de hoeveelheid stikstof door opname. 

Het stikstofvrije huis doet dienst als locatie om oplossingen te onderzoeken voor reductie van stikstofuitstoot in de bouw. De verwachting is dat het veel nuttige kennis oplevert, legt Tim Jonathan uit. Als manager Operations & Realisation van The Green Village is hij nauw betrokken bij de ontwikkeling.

“De oplevering heeft wat vertraging opgelopen door Covid, maar alles staat er. Bouwkundig is het gereed. Het pand is aangesloten op water, riool en elektriciteit. In januari moet het gaan draaien.” 

“Laat ik allereerst even het principe van The Green Village uitleggen, waar het NoNo House staat. Het is een fieldlab voor duurzame innovatie. Beschouw het als een platform dat partijen ondersteunt bij het ontwikkelen, testen en demonstreren van duurzame innovaties. Behalve het faciliteren van een unieke testlocatie is onze rol ook matchmaking: het aan elkaar koppelen van alle partijen die nodig zijn om innovaties succesvol op de markt te brengen.”

Alle aspecten dragen bij

In het project NoNo House werkt The Green Village samen in een consortium met Mecanoo architecten, ingenieursbureau ABT, aannemer WAM & Van Duren, installateur Binx en NL Greenlabel. Ze willen bijdragen aan een aanpak van de stikstofcrisis. Die ontstond naar aanleiding van uitspraken door de Raad van State. Het roer moet om, want veel bouw- en infrastructuurprojecten kwamen stil te liggen.

Het NoNo House maakt deel uit van het Co-Creation Centre, dat plaats biedt aan evenementen. Denk aan workshops of presentaties met maximaal 240 deelnemers. Jonathan: “Aangezien wij het Co-Creation Centre zo flexibel mogelijk willen gebruiken voor tests en evenementen is gekozen voor een open plattegrond. De toiletten, installaties, pantry en garderobe zijn vervolgens ondergebracht in een bijgebouw, dat is het NoNo House.”

Bij de bouw is al geprobeerd zo stifkstofvrij mogelijk te werken. “Waar moet je aan denken? In het ontwerp is er rekening mee gehouden bij het isolatiemateriaal, gewerkt met groene gevels en ook voor het overige zoveel mogelijk bestaande manieren om stikstofuitstoot te beperken. Denk onder meer aan hout dat tijdens groei stikstof kan opnemen. Elzenhout is daar bijvoorbeeld geschikt voor.”

Kroosvarens op dak

“De hele constructie is opgebouwd uit Cross Laminated Timber, afgekort CLT. CLT is een houtconstructie in plaats van staal of beton. Dat scheelt een hoop. Het voordeel is dat je het zo kan laten zitten. Het heeft geen afwerking nodig, zoals behang of gipsplaten.”

NoNo House en Co-Creation Centre ©Tim Jonathan

“In de tweede plaats is tijdens het bouwproces zelf gelet op minder stikstof. Dat kan door te kijken naar het aantal transportbewegingen en activiteiten op de bouwplaats zelf. Dan gaat het om graafmachines, hijskranen of generatoren. Inzet van elektrisch materieel bespaart ongewenste emissie. Ook zijn de meeste palen voor de fundering eerder gebruikt. We konden palen gebruiken van een project in de buurt. Er hoefden maar vier nieuwe te worden gebruikt. Dat is niet alleen duurzaam, het scheelt ook in de kosten.”

“Ten derde kan stikfstofemissie worden beperkt tijdens het gebruik van een gebouw. Het liefst neutraal, dus helemaal geen uitstoot, of zelfs negatief: als er stikstof wordt opgenomen. Neem kroosvarens als begroeiing van het waterdak.”

Stikstofvrije experimenten

En natuurlijk worden er allerlei experimenten uitgeprobeerd om te weten hoe een pand stikstofvrij blijft of zelfs de hoeveelheid van de ongewenste uitstoot kan verminderen. “Een van de geplande probeersels is om yoghurt of kwark op de gevel aan te brengen. Bepaalde korstmossen die goed hierop groeien, kunnen een indicatie zijn van de concentratie stikstof in de lucht. Dat is mogelijk door de kleur die verandert.”

De financiering, van The Green Village, maakt Jonathan duidelijk, is in basis met Europees geld. “Dat gebeurt samen met de TU en enkele marktpartijen. Daarnaast zijn er kandidaten voor een onderzoeksproject. Dat kunnen instellingen, onderzoekers of overheden zijn. Voor het NoNo House is er samenwerking met de provincie Zuid-Holland. Want we doen veel voor lokale ondernemers. Daar is zelfs een prijsvraag voor georganiseerd. Een challenge voor start-ups om mee te doen aan de hand van thema’s. De winnaars kunnen bij ons testen.”

Dat zijn Fairm en The New Makers geworden. Ze krijgen twaalf maanden de tijd zijn innovatieproject te testen en te ontwikkelen. The Green Village ondersteunt voor een eventuele opschaling. Daarnaast ontvangt de winnaar €10.000,- om een prototype te kunnen bouwen.

Aanloop van start-ups

Door de situering op het al bestaande Green Village heeft het NoNo House ‘aanloop’ van start-ups en andere bedrijven die er al actief zijn. Over de voorlopige oogst aan initiatiefnemers die hun ideeën er willen uitproberen: “Het initiatief voor hert NoNo House komt vooral van Mecanoo (vooral bekend door Francine Houben, red.) door de crisis zoals onder andere Lelystad Airport ondervond. Zij leveren ook de eerste projecten aan. Blue Blocks gaat de Maasplaat testen: plaatmateriaal op basis van zeewier. Hoe houdt zich dat? Denk aan het materiaal bewerken of in contact met vocht. The New Makers is van plan te experimenteren met stikstofbindend plaatmateriaal op basis van zeoliet en titaniumdioxide.”

Het NoNo House is definitief, de gebruikers tijdelijk. “Het levert de basisinfrastructuur voor tijdelijke innovaties. Na een jaar wordt bijvoorbeeld een experimentele opstelling verwijderd, om plaats te maken voor een nieuwe test.”

Het NoNo House is een bijgebouw van het Co-Creation Centre en zal de entree en faciliteiten voor het centrum herbergen. Het gebouw heeft een oppervlakte van ongeveer zestig vierkante meter en biedt ruimte aan sanitair, een klein pantry, opslag en installatieruimte. De constructie is modulair ontworpen, zodat de gevel en het dak voor onderzoeksprojecten kunnen worden gebruikt.