In april is de productie van de Nederlandse industrie opnieuw gekrompen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Met een krimp van 3,5 procent is dit de tiende opeenvolgende daling. Bijna alle bedrijfstakken zagen een vermindering in productie.
Waarom dit belangrijk is:
De industrie zorgt voor veel belangrijke (innovatieve) producten, zoals medicijnen en alternatieven voor plastics.
Bijna de helft van alle bedrijfsklassen in de industrie produceerde in april minder dan in dezelfde maand een jaar eerder. De reparatie en installatie van machines had te maken met de grootste productiedaling van 40%. Deze bedrijfstak omvat reparatie en installatie van vliegtuigen, schepen, treinen en andere voertuigen. Door de grote hoeveelheid onderhoudswerkzaamheden bij één bedrijf vorig jaar, is de daling in deze branche nu aanzienlijk. De productie van elektrische en elektronische apparatenindustrie, chemie en metaal steeg juist, met ongeveer 5%.
Oorzaak van de verminderde productie
Een belangrijke reden voor waarom er minder geproduceerd wordt, is de hoge energieprijs, verklaarde hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS eerder aan VNO-NCW. Daarnaast zijn er andere factoren die meespelen. De economische groei blijft wereldwijd achter, met uitzondering van de Verenigde Staten. Nederland ontsnapt hier ook niet aan. Minder economische groei leidt tot een verminderde vraag, wat resulteert in minder gunstige vooruitzichten voor de productiesector.
Er kunnen verschillende gevolgen zijn als de krimp van de Nederlandse industrie blijft aanhouden. Het zijn chemiebedrijven die grondstoffen blijven produceren voor onder meer plastics en medicijnen.