Hernieuwbare bronnen zijn de belangrijkste bijdrage van Nederland aan de elektriciteitsproductie geworden, goed voor 53% van het totaal in de eerste helft van 2024, volgens een nieuw rapport van het nationale statistiekinstituut CBS. Windenergie zag een stijging van 34%, voornamelijk uit windparken op zee, terwijl zonne-energie groeide ondanks minder zonneschijn. Deze verschuiving naar hernieuwbare energiebronnen heeft geleid tot een afname van de elektriciteitsproductie op basis van fossiele brandstoffen, waarbij de kolengestookte productie met bijna 40% is gedaald.
Groei van windenergie
In de eerste zes maanden van 2024 produceerde het land 32,3 miljard kWh elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Windenergie speelde een cruciale rol in deze verschuiving. De productie van windturbines steeg met 34% tot 17,4 miljard kWh. Windparken op zee, met name Hollandse Kust Zuid en Hollandse Kust Noord, droegen aanzienlijk bij aan deze groei. In 2023 is de windcapaciteit in Nederland gegroeid met 2,0 GW, waarvan 1,4 GW offshore installaties.
Zonne-energie trotseert weersomstandigheden
Ondanks minder zonneschijn dan normaal, nam ook de productie van zonne-energie toe. De productie van zonnestroom steeg naar 11,7 miljard kWh, een stijging van 0,8 miljard kWh ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze groei wordt toegeschreven aan de installatie van meer zonnepanelen, die de verminderde zonnestraling compenseerden. De uitbreiding van zonne-energie onderstreept het aanpassingsvermogen en de veerkracht van hernieuwbare energietechnologieën.
Daling van het gebruik van fossiele brandstoffen
De toename van de productie van hernieuwbare energie heeft geleid tot een aanzienlijke afname van het gebruik van fossiele brandstoffen. De elektriciteitsproductie uit kolen daalde met bijna 40% en produceerde slechts 3,9 miljard kWh. Ook de elektriciteitsproductie uit aardgas daalde tot 21,3 miljard kWh. De verschuiving weg van fossiele brandstoffen wordt gedreven door de toegenomen beschikbaarheid van goedkopere hernieuwbare energiebronnen en het streven van de regering om de koolstofuitstoot te verminderen.
Biomassa en andere hernieuwbare bronnen
De elektriciteitsproductie uit biomassa is echter gedaald. In de eerste helft van 2024 daalde de elektriciteitsproductie uit biomassa met 16% als gevolg van de verminderde bijstook in kolencentrales. Ondanks deze daling blijft biomassa een onderdeel van de hernieuwbare energiemix met een bijdrage van 3,01 miljard kWh. De algemene daling in het gebruik van biomassa benadrukt de groeiende dominantie van wind- en zonne-energie in de hernieuwbare energiesector.
Toenemend elektriciteitsverbruik
Terwijl de productie van hernieuwbare energie een hoge vlucht heeft genomen, is ook het elektriciteitsverbruik in Nederland gestegen. In de eerste helft van 2024 steeg het verbruik met 5% tot 55,8 miljard kWh. Ondanks deze stijging blijft het verbruik iets onder het niveau van voor de invoering van deOVID-19. De stijging van het verbruik naast de groei van de productie van hernieuwbare energie betekent een dynamisch energielandschap, waarin duurzaamheid centraal staat.
Nationale en EU-doelstellingen voor hernieuwbare energie
De vooruitgang van Nederland is afgestemd op bredere doelstellingen van de Europese Unie. Eerder dit jaar maakte de EU bekend dat meer dan de helft van haar elektriciteitsproductie afkomstig is uit hernieuwbare bronnen. De Nederlandse regering wil het aandeel duurzame energie verder vergroten en streeft naar 70% van de elektriciteitsproductie uit duurzame bronnen in 2030.