Sebastiaan Ranner, Nard Sintenie en Victor van Will
Author profile picture

Onlangs maakte Effect Photonics bekend 35 miljoen euro aan financiering te hebben opgehaald. Het overgrote merendeel van dat bedrag – twintig miljoen – komt van pensioenfondsen PMT en PME. Ze lieten weten de komende tijd gezamenlijk honderd miljoen vrij te maken voor deeptech scale-ups. Vlak daarna kondigden de vijf grootste Nederlandse pensioenfondsen aan “vele miljarden” in de energietransitie te gaan investeren. “We willen graag meer betekenen en willen en kunnen meer investeren in de Nederlandse energietransitie”, schrijven ABP, PFZW, PMT, BpfBouw en PME. Wat kunnen we verwachten van deze nieuwe rol die pensioenfondsen in Nederland innemen? En waar komt deze ‘doorbraak’ vandaan?

Waarom dit belangrijk is:

Nederlandse pensioenfondsen lijken een nieuwe rol in te nemen als investeerders in innovatieve technologieën. Voor dit artikel vroegen we drie experts hoe deze ontwikkeling de groei van deeptech en de energietransitie in Nederland stimuleert.

Een langer proces

“De recente aankondigen zou ik niet als doorbraak willen duiden”, aldus Nard Sintenie. “Het is eerder een zichtbaar bewijs van een proces dat al veel langer gaande is.” Sintenie is general partner bij investeringsfonds Innovation Industries. In 2017 was PME, het pensioenfonds waar onder meer werknemers van NXP en ASML hun pensioen opbouwen, het eerste Nederlandse pensioenfonds dat in een onafhankelijk Nederlandse deeptech venture capital fonds investeerde (Innovation Industries Fund I). In 2019 sloot PMT (Pensioenfonds Metaal en Techniek) zich aan bij het tweede fonds van Innovation Industries aan. Ook in het derde fonds zijn zij twee van de belangrijkste partijen.

Vanuit de politiek – eerder dit jaar riep demissionair minister van Economische Zaken Micky Adriaansens pensioenfondsen nog op te investeren in strategische Nederlandse technologieën – en de achterban klinkt de roep al veel langer. “PMT en PME organiseren onderzoeken waarin deelnemers hun mening geven over de bestemming van hun geld”, aldus Victor van Will, portfoliomanager bij MN, de vermogensbeheerder van PMT en PME. “Daaruit kwam in 2015 heel duidelijk naar voren dat zowel deelnemers als werkgevers de wens hadden meer te doen met Nederlandse innovatie.”

Ter illustratie: ondanks recente aankondigen om in Nederlandse innovaties te investeren, beleggen pensioenfondsen het leeuwendeel van hun vermogen in het buitenland. Volgens cijfers van De Nederlandsche Bank werd in het eerste kwartaal van 2023 82 procent van het belegde vermogen geïnvesteerd in buitenlandse aandelen: 40 procent ging naar andere Europese landen en 24 procent naar Noord-Amerika. Het aandeel binnenlandse beleggingen is sinds begin 2022 echter sterk toegenomen van 15,7 naar 18,3 procent.

Wettelijke verplichtingen

Al dringt een deel van de achterban aan op een ander soort beleggingen, pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om voorzichtig om te gaan met de ingelegde premies van hun deelnemers. Pensioenfondsen uit de Metaal beogen een significant deel van hun portefeuille in private equity (oftewel: niet-beursgenoteerde bedrijven) te beleggen. Hiervan gaat een steeds groter deel naar venture capital. Deze vorm van financiering, die wordt verstrekt aan start- en scale-ups waarvan wordt aangenomen dat ze groeipotentieel hebben op de lange termijn, wordt geclassificeerd als hoog risico binnen de private equity strategie, legt Van Will uit.  

Een beroep doen op het pensioengeld van Nederlanders, brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. “Onze belangrijkste taak is zorgen voor een goed en duurzaam pensioen”, aldus Van Will. Daarom willen de vijf pensioenfondsen garanties van de overheid bij investeringen in innovatieve technologieën, waarbij het risico veel hoger ligt. Dat kan de overheid doen door een deel van het risico te dragen – bijvoorbeeld door publiek-private samenwerkingen aan te gaan.

“Het moet voor ons wel belegbaar zijn. Bovendien is er veel specialistische kennis nodig om investeringen te doen in deeptech startups en scale ups. Het helpt als onderdelen van de overheid, zoals Invest-NL, ook investeren. Vijf jaar geleden bestonden dit soort initiatieven nog niet”, vertelt Sebastiaan Ranner, eveneens portfoliomanager bij MN.

De honderd miljoen die PMT en PME in Nederlandse deeptech scale-ups stoppen, beleggen ze via het Strategic Partners Fund van Innovation Industries. “Directe investeringen van pensioenfondsen in vroege fase bedrijven zijn veel gevraagd”, vult Sintenie aan. “Indirecte investeringen in fondsen die begrijpen hoe deeptech scale-ups werken, zijn veel logischer.”

Grote beloftes

Als voorbeeld noemt Ranner fotonica bedrijven als Smart Photonics en Effect Photonics. Deze staan op het punt om door te breken, moeten opschalen en hebben dus risicodragend kapitaal nodig. “Neem Smart Photonics: daar heeft de overheid, samen met een groep bedrijven, honderd miljoen euro in geïnvesteerd, want een fotonicafabriek is een belangrijk onderdeel van een fotonica-ecosysteem in Nederland en vraagt veel kapitaal. Als de overheid bereid is dit soort financiële risico’s op zich te nemen, dan kunnen we samen optrekken.”

Het uiteindelijke doel is dat steeds meer pensioenfondsen het voorbeeld van PME en PMT volgen, waardoor er grotere fondsen kunnen ontstaan. Volgens Sintenie kunnen pensioenfondsen bij uitstek helpen om hightech scale-ups die grote financieringsrondes nodig hebben, succesvol te maken. “Bij het opbouwen van fotonicaproductiefaciliteiten moet je een lange adem hebben, maar uiteindelijk zijn ze van een enorme toegevoegde waarde voor Nederland en Europa, daar profiteert het hele ecosysteem van.”

Daar sluit Ranner zich bij aan. “Er zit een groot gat in de kapitaalmarkt voor scale-ups. Pensioenfondsen hebben de mogelijkheden om deze bedrijven te financieren. We zien de risico’s; uiteindelijk is het onze verantwoordelijkheid dat investeringen onze deelnemers iets opleveren. Maar tegelijkertijd kunnen we ook helpen om rondom de Nederlandse sleuteltechnologieën ecosystemen op te bouwen.”