© Nicole Renou
Author profile picture

De 21 gemeenten van de Metropoolregio Eindhoven steken twee miljoen euro in een gezamenlijke herstelaanpak na de coronacrisis. De aanpak richt zich op drie sporen: opleiden, digitaliseren en kennisdelen en samenwerken.

Het geld is afkomstig uit het positieve resultaat over 2019 van de 21 gemeenten van Metropoolregio Eindhoven, het Brainportgebied. Voorzitter Stijn Steenbakkers, wethouder Economie in Eindhoven zet het plan in het verlengde van eerdere regionale hersteloperaties: “Samenwerken heeft ons ook eerder in moeilijke tijden geholpen en gebeurt ook nu al volop, zoals het regionale noodfonds voor startups. Als gemeenten, bedrijven en onderwijsinstellingen de handen ineen slaan, kunnen we echt meters maken en ervoor zorgen dat we onze ondernemers in de regio echt helpen.”

Geen noodhulp

Wethouder Piet Machielsen (gemeente Oirschot) zegt dat er bewust gekozen is voor structuurversterkende maatregelen voor de gehele regio, “dus geen noodhulp voor bedrijven of sectoren. Dit doet het Rijk al en we hebben als regio onvoldoende middelen beschikbaar om adequate noodhulp te bieden.”

Machielsen ziet het eerste doel (opleiden) als versterking van de arbeidsmarkt. “Structurele inzet op scholing, omscholing en bijscholing zorgt ervoor dat mensen inzetbaar blijven en dat het bedrijfsleven optimaal kan draaien.” 

Digitaliseren

Het tweede doel zit in de digitalisering. “Afgelopen maanden bleken we met de inzet van de digitale mogelijkheden die we beschikbaar hebben al veel meer te kunnen dan we dachten”, zegt Machielsen. “Die leerervaringen willen we omzetten in toegevoegde waarde voor onderwijs en MKB.”

De derde lijn richt zich op kennisdelen en samenwerken. Dat moet onder meer zichtbaar worden in leefbare kernen en een actieve rol van overheden als aanjager. Er komt een gezamenlijke aanpak van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de centra van de 21 gemeenten. Met het naar voren halen van investeringen en als overheid een positie in te nemen als launching customer moeten gemeenten een impuls geven aan de lokale en regionale economie.

Er zijn drie randvoorwaarden om gebruik te kunnen maken van de gelden:

  • Er moet een multiplier zijn: deelnemers moeten zelf voor aanvullende inkomsten zorgen.
  • Subregio’s moeten samenwerken.
  • Er moeten snel stappen worden gezet. “Langdurige besluitvormingsprocessen mogen geen blokkade zijn.”