Author profile picture

Het lijkt een mirakel, of toch een uitzonderlijke combinatie: terwijl de Limburgse economie tussen 1990 en 2016 flink groeide, daalde de CO2-uitstoot. Daarbij spelen energiecentrales en de chemie een sleutelrol. In de woningmarkt, maar ook in de mobiliteit komt de daling veel langzamer op gang. Dat concludeert ING in een studie naar de energietransitie in Zuid-Nederland. Met een afname van 39% in de broeikasgasuitstoot is Limburg zelfs al heel aardig op weg naar de landelijke doelstelling van -49% in 2030 ten opzichte van 1990.

economie en uitstoot CO2In Limburg komt de daling van de uitstoot vooral door de sluiting van de Maas- (1996), Willem-Alexander- (2013) en Clauscentrale (2014) en een circa 25% lagere CO2 uitstoot op Chemelot ten opzichte van 1990. Helemaal eerlijk is deze opmerkelijke prestatie trouwens niet tot stand gekomen, want de uitstoot voor elektriciteitsopwekking die eerder in Limburg plaatsvond is verschoven naar elders.

Toename van de economische activiteit beïnvloedt de totale uitstoot, vooral wanneer de groei plaats vindt in CO2-intensieve sectoren zoals transport en chemie. Noord-Brabant maakte van de drie zuidelijke provincies sinds 1990 de sterkste economische groei door. Net als landelijk bleef de totale uitstoot daar toch vrijwel gelijk. In Zeeland was de economische groei lager en de stijging van de uitstoot hoger. In Limburg daalt de uitstoot sinds 2000.

industrie co2 ING

co2 Limburg Brabant Zeeland bedrijvenDe vijf grootste chemiebedrijven en -complexen in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland zijn samen goed voor ruim 15 megaton CO2. Dit is bijna twee derde van de totale uitstoot door het bedrijfsleven in de regio. Deze uitstoot komt voornamelijk doordat ze voor hun productieproces afhankelijk zijn van hoge temperaturen waarvoor ze fossiele brandstoffen als input gebruiken. Chemelot Geleen is, ondanks de afname van de uitstoot, nog steeds de grootste CO2-bron van Zuid-Nederland: in 2017 ging van hieruit 4,7 megaton de lucht in.

De grote uitstoters in de energiesector en chemie zijn in Limburg goed voor 40% van de totale CO2 uitstoot. Woningen zijn verantwoordelijk voor de hoofdmoot van de uitstoot binnen de gebouwde omgeving. Om daar beweging in te krijgen, zullen ook particuliere eigenaren aan de bak moeten. In Limburg is de vraag naar nieuwbouw relatief laag en zal naar schatting 55 tot 65% van de aardgasvrije woningen binnen de bestaande woningvoorraad gerealiseerd moeten worden. In Limburg staan ook relatief veel woningen met energielabel E, F of G. Dat gegeven, in combinatie met het hoge percentage eigen woningbezit in de regio, maakt particuliere woningeigenaren van bovengemiddeld belang voor het slagen van de regionale verduurzamingsopgave.