AI-generated image of a city with cars and bicycles
Author profile picture

“Ze beloofden ons vliegende auto’s, maar we kregen files bij ASML.” Het is Carlo van de Weijer ten voeten uit: de man die ons met realisme naar heden en toekomst van mobiliteit laat kijken. Tijdens een bijeenkomst waarin de Veldhovense chipmachinebouwer uit de doeken doet wat er allemaal gebeurt om het woonwerkverkeer van de medewerkers ook de komende jaren in goede banen te leiden, mag Van de Weijer zijn ongezouten visie geven op de trends die hij waarneemt.

  • De mens heeft een intrinsieke behoefte aan mobiliteit: ruim een uur per dag.
  • De toekomst van de mobiliteit zal grotendeels om de auto blijven draaien.
  • De overheid doet er goed aan de infrastructuur voor fietsen te blijven verbeteren. Dat is effectiever dan meer Openbaar Vervoer.

Zijn hoofdthema’s zijn inmiddels bekend: mobiliteit is een levensbehoefte, de auto is nauwelijks uit ons vervoerspatroon weg te slaan en alles wat zich over rails beweegt is te duur en onhandig. Maar dat is slechts de oppervlakte, want onder de motorkap is er wel degelijk volop beweging in de manier waarop we ons verplaatsen. “Dat zal ook wel moeten”, zegt hij, “want we hebben wel een paar problemen op te lossen. De samenleving leidt veel schade door de manier waarop we momenteel ons verkeer hebben ingericht. Denk daarbij aan 3 tot 6 procent van het bbp dat we nu kwijt zijn als gevolg van vervuiling, files, ruimte, geluidsoverlast en niet in de laatste plaats: slachtoffers.”

Verbetering

Wat die ongevallen betreft: sinds 1970 hebben we een constante daling gezien van het aantal verkeersslachtoffers, maar daar is nu de klad in gekomen. “We zien weer meer fietsslachtoffers bijvoorbeeld. Dat heeft zowel te maken met ons rijgedrag als met de vervoersmiddelen en de infrastructuur. Op al die punten zijn er nog volop mogelijkheden tot verbetering.” En oh ja, kom er bij Van de Weijer vooral niet mee aan dat al die oudjes op een e-bike een gevaar voor zichzelf vormen. “Er zijn juist dankzij de e-bike zes keer zoveel ouderen gaan – of blijven – fietsen. Natuurlijk zorgt dat voor meer ongevallen, maar dat komt eerder door hun aantal dan door hun rijgedrag. We moeten dus vooral blij zijn met die trend.”

Er zijn grofweg drie strategieën mogelijk om de druk op het verkeer – met alle negatieve gevolgen voor de maatschappij van dien – het hoofd te bieden, zegt Van de Weijer. “De eerste strategie is er een van ‘laat maar waaien’. Die gaat ervan uit dat het allemaal vanzelf wel goed komt. Dat lijkt me geen al te beste optie. De tweede hoor je recentelijk wat vaker: Consume-less, of de-growth. Dat klinkt misschien wel heel lovend, maar zo werkt de mens nu eenmaal niet. Het is ook een elitaire oplossing, want je kunt wel van vier verre vakanties per jaar terug naar naar twee, maar wat doet iemand die zich niet eens één vliegreis kan permitteren? Bovendien zou dit op z’n best een deeloplossing zijn, dat hebben we gezien tijdens Corona. Toen zijn we met z’n allen zo’n 7 procent minder CO2 gaan uitstoten, maar dat is bij lange na niet genoeg voor de doelen die we ons gesteld hebben. Nee, ik zie meer in strategie nummer drie: we innoveren ons een weg uit de crisis.”

Carlo van de Weijer
Carlo van de Weijer

Oude auto’s

Om dat te onderbouwen laat Van de Weijer zien hoeveel veiliger en schoner moderne auto’s zijn in vergelijking met vroeger. “En we zijn op dat vlak nog lang niet uitgeïnnoveerd. Met radar, lidar, abs, esp en al die andere verbetringen worden auto’s steeds veiliger. Dodelijke ongevallen komen vooral voor met oude auto’s. En dan heb ik het niet alleen over de bescherming van de chauffeur, maar vooral van diens omgeving. Impliciet veilig verkeer komt eraan. En mede daardoor moeten we de maatschappelijke kosten kunnen terugbrengen naar 0 tot 1 procent van het bbp, in plaats van die 3 tot 6 procent.”

De belangrijkste trends voor de komende jaren? Van de Weijer noemt de in zijn ogen vier meest opvallende. “De eerste zien we al volop om ons heen: al het autoverkeer wordt elektrisch. En met elektrisch bedoel ik batterij-elektrisch. Waterstof is niet voor auto’s. Daarnaast zal individuele mobiliteit goedkoper worden en tegelijk wordt de collectieve alleen maar duurder. Dat zorgt in zichzelf voor nog een andere trend, namelijk dat er meer ruimtebeslag komt op onze infrastructuur. Daar zullen we dus slimmer in moeten worden. De laatste trend is er een van afnemende tolerantie ten opzichte van gebrekkige verkeersveiligheid. Ook dat heeft te maken met infrastructuur.” Het is geen verrassing dat alle vier de trends die hij noemt, direct verband houden met innovaties die al onderweg zijn.

Evenmin onverwacht is dat veel van die innovaties verband houden met kunstmatige intelligentie. Van de Weijer is niet voor niets directeur van het Eindhoven AI Systems Institute (EAISI). Maar een wereld vol bestuurderloze voertuigen is daarbij geen prioriteit. “Laten we ons eerst maar eens richten op veiligheid. De meeste ongelukken die gebeuren in het verkeer hadden voorkomen kunnen worden met technologie die al op de plank ligt. We moeten die technologie verbeteren en in auto’s, vrachtwagens, treinen en alles wat verder nog beweegt stoppen om ze veiliger te maken.”

Biologische wensen

Om wat te doen aan het toenemende ruimtebeslag zouden er minder mensen met de auto moeten gaan rijden. Maar dat is nog niet zo eenvoudig, zegt Van de Weijer. “De auto beantwoordt nu eenmaal erg goed aan onze biologische wensen. De auto is het ideale middel om aan onze primaire verplaatsingsbehoefte te voldoen. Op een of andere manier willen we al zolang we bestaan ruim een uur per dag onderweg zijn. Er zit geen enkele beweging in dat fenomeen. Wel zijn we, mede dankzij die auto, steeds individueler en steeds verder gaan reizen in dat uur. De auto biedt ons het comfort dat we zoeken: zelfs als we elke dag in de file staan, geeft die auto ons het idee dat we ons lot in eigen handen hebben – en dat ligt totaal anders in het openbaar vervoer. Ook de deelauto zal om die reden geen echt alternatief worden.”

De fiets kan dat wel zijn, zegt hij. “Het is echt zaak dat we de fietsinfrastructuur enorm verbeteren, dat levert de economie ook het meeste op. Dus in plaats van infrastructuurporno zoals een ondergronds busstation liever betere en bredere fietspaden, ongelijkvloerse kruisingen met autowegen en heel veel veilige stallingen. De Hovenring is prachtig, maar niet genoeg. We hebben een wonderbaarlijke hovenringvermenigvuldiging nodig. En stimuleer het gebruik van speed pedelecs: die bieden ook op grotere reisafstanden een serieus alternatief in het woonwerkverkeer.”

Maar hoe aantrekkelijk de fiets ook wordt, de auto zal zomaar niet verdwijnen. En daarmee de files evenmin. Een paar quick wins ziet Van de Weijer daar nog wel. “Verbied werkgevers meetings vroeger dan 10 uur ‘s morgens, stel je in op het afhandelen van je mail tijdens de file en richt de stad zo in dat parkeerplekken en autowegen waar mogelijk onder de grond verdwijnen.”

Zevenduizend drones

Wat betekent dat alles voor onze mobiliteit in de komende jaren? Laten we even de belangrijkste spelers afgaan:

  • Auto: “Die wordt goedkoper, beter, duurzamer. Maar maak het gebruik iets duurder, zodat het allemaal beheersbaar blijft.” 
  • Fiets: “Zonder twijfel de redder van de stad.”
  • Vliegen: “Dit wordt de meest duurzame optie voor de lange afstand, vooral omdat er geen aanvullende infrastructuur voor nodig is.”
  • Trein: “Die zal wel nodig blijven om steden met elkaar te verbinden, maar de enorme kosten hiervan zullen steeds lastiger te rechtvaardigen worden.”
  • High speed treinen: “Hoogstens marginaal effect, die brengen ons niets ten opzichte van het vliegtuig.”
  • Taxidrones, hyperloop, hydrogen rocket suits: “Allemaal leuk als experiment, maar die gaan geen enkele rol van betekenis spelen.”
  • Mobility-as-a-service, deelauto’s, autonome shuttle diensten: “Dit blijft een zeer beperkt aandeel van ons vervoerspakket.

Toch nog even terug naar die aloude droom van de vliegende auto. Hoewel Van de Weijer veel verwacht van het vliegverkeer, ook voor de middellange afstand, ziet hij het op stedelijk niveau niet zo snel gebeuren. “Tja, die dagelijkse file is irritant, maar zie je ons al tegelijkertijd met zevenduizend drones naar ASML vliegen? Dat beantwoordt misschien wel aan onze ultieme droom, maar het lost niks op. Nee, doe mij dan toch maar die file.”