Datacenter Tilburg © Wesley Klop
Author profile picture

Tilburg is een studentenstad, maar niet iedere student kan er ook een woning vinden. Een samenwerkingsverband dat Tilburg University is aangegaan om het woningtekort aan te pakken, levert te weinig op. Ondertussen blijft de universiteit groeien. Een permanente oplossing voor de woningnood onder studenten is daarmee nog ver weg. Dit is het vierde verhaal van een serie over de universiteitsregio Tilburg.

“Het voelt alsof je meedoet een loterij”, vat Anil Kaya (20) zijn ervaring met het vinden van een woonruimte samen. Hij is een internationale student uit Turkije en zit in het tweede jaar van de bacheloropleiding Economics aan Tilburg University. “Ik woon nu in een studio van 28 vierkante meter, maar de huur van 950 euro is eigenlijk te hoog. Nadat mijn vaste lasten zijn afgeschreven, houd ik geen geld meer over.”

Die hoge huur heeft een negatieve impact op zijn sociale leven en daarom kijkt hij nu naar mogelijkheden om met een vriend samen te wonen om zo de kosten te drukken. Aan het begin van dit collegejaar heeft Kaya die vriend zelfs nog in huis genomen. “Na een maand vond hij gelukkig een woning, maar ik ken nog vier andere studenten die tijdelijk ergens verblijven.”

De Nederlandse tweedejaars psychologiestudent Isa Hagens (20) heeft ook lang moeten zoeken naar een woning. Ze is in de zomervakantie voor haar eerste studiejaar gestart met het zoeken naar een kamer. “Ik heb vijftien kijkavonden gehad. Het was enorm demotiverend om telkens afgewezen te worden. Uiteindelijk ben ik ermee gestopt.” Via via bemachtigt ze uiteindelijk een studentenkamer voor een half jaar. Ondertussen zit ze al in haar derde kamer. Daar mag ze wel blijven.

Noodopvang

De ervaringen van deze twee studenten zijn tekenend voor het groeiend tekort aan studentenwoningen in de stad, waar het de afgelopen jaren steeds lastiger is geworden om passende huisvesting te vinden. Dat geldt al helemaal voor internationale studenten zoals Anil Kaya. Zij hebben direct bij aankomst in Nederland een woonruimte nodig om te kunnen beginnen met hun studie. Sinds 2020 krijgen internationale studenten ver voor de start van het collegejaar dan ook informatie van Tilburg University over de gespannen woningmarkt via webinars, belrondes en e-mails.

Daarnaast raadt de universiteit internationale studenten nadrukkelijk af om naar Nederland te komen als ze nog geen woonruimte hebben. Toch luistert niet iedereen naar deze oproep. Uit correspondentie tussen de universiteit en gemeente Tilburg blijkt dat in oktober 2021, twee maanden na de start van het collegejaar, 180 studenten nog geen vaste woonplek hebben. Het merendeel slaapt dan in hotels, hostels of bij vrienden. Zeker zestig studenten hebben helemaal geen verblijfplaats. Daar heeft de universiteit toen noodopvang voor geregeld.

Volgens Adnan Iskenderkaptanoglu, teamleider bij de International Housing Office van Tilburg University, lijken de waarschuwingen dit collegejaar in elk geval beter te werken. “Afgelopen jaren stonden er letterlijk studenten op de stoep met de mededeling een kamer nodig te hebben. Dat was dit jaar niet zo.” Toch moest de universiteit ook dit jaar tijdelijke opvang regelen voor internationale studenten. De universiteit heeft veertig partijen benaderd om daarbij te helpen. Veel medewerking van die partijen krijgt de universiteit echter niet. Slechts twee partijen gaven dit collegejaar aan plek te hebben: de Beekse Bergen en Hostel Roots.

Hoeveel studenten op dit moment nog geen vaste woning in Tilburg hebben, valt volgens Iskenderkaptanoglu niet te zeggen. “We houden wel een schaduwlijst bij, maar niet iedere student meldt zich bij ons. Naar een globale schatting denken we dat er nog enkele tientallen studenten zijn die geen structurele oplossing hebben. Dat betekent dat ze op dit moment waarschijnlijk ergens tijdelijk verblijven, maar er zijn geen mensen die zeggen dat ze onder een brug slapen.”

(On)beheersbare groei

De snel stijgende studentenpopulatie van Tilburg University heeft bijgedragen aan het groeiende tekort aan studentenwoningen in de stad. In een memo aan de gemeente Tilburg uit 2018 benoemt het College van Bestuur (CvB) van de universiteit al een mogelijk tekort van zevenhonderd woonruimtes voor studenten. Daarbij wordt ook de groeiambitie van de universiteit benoemd. Die wil ‘beheerst’ uitbreiden van bijna 16.000 studenten naar 20.000 studenten in collegejaar 2024-2025.

Dit doel heeft de universiteit drie jaar eerder dan gepland gehaald. In diezelfde memo wordt echter nog benadrukt dat de groeiambitie niet kan worden gerealiseerd als er niet op tijd passende woonruimten worden gerealiseerd. Het aantal internationale studenten stijgt ook veel sneller dan verwacht: met ruim 150 procent in 5 jaar tijd. De sterke groei van de universiteit lijkt ook niet voorbij te zijn, blijkt uit een ander intern document. Ondanks de huidige inzet op stabilisatie wordt een toename verwacht naar 22.500 studenten in 2025 en mogelijk een verdere groei naar 24.000 in de jaren daarna.

Tilburg University adviseerde de gemeente destijds om actief te sturen op het vergroten van het aanbod studentenhuisvesting. En met de universiteit in gesprek te gaan als er een pand vrijkomt. Het realiseren van studentenhuisvesting gaat in de jaren daarna alleen vrij lastig, blijkt uit de op ons verzoek openbaar gemaakte documenten. De onderwijsinstelling en gemeente Tilburg gaan weliswaar met elkaar in gesprek, maar het duurt nog maanden voordat hbo-instellingen en woningcorporaties gevraagd worden om mee te denken over de opgave. Pas in 2020 komt er een overzicht van de tekorten van studentenwoningen. Een gesprek over ‘een realistische prognose’ moet dan nog worden gevoerd.

Convenant

Om het tekort aan studentenhuisvesting efficiënter aan te pakken wordt in oktober 2020 het convenant Studentenhuisvesting opgesteld. Dat is een samenwerkingsverband tussen Tilburg University, de gemeente Tilburg, de Studentenraad, woningcorporaties WonenBreburg en TBV Wonen en hbo-instellingen Fontys en Avans. Het doel van het convenant is om voor het einde van 2024 in totaal 1900 studentenwoningen te realiseren.

Avans Tilburg © Wesley Klop

Om vorm te geven aan de afspraken in het convenant worden vervolgens twee teams opgericht. De werkgroep vergadert om de zes weken om nieuwe woonprojecten, tijdelijke huisvestingsmogelijkheden en mogelijke hospita-initiatieven in de stad te bespreken. Het is daarbij telkens de vraag of er mogelijk studenten gehuisvest kunnen worden. Een stuurgroep met daarin de bestuurders van convenantpartijen evalueert een keer per jaar de geboekte resultaten. Zo willen de partijen potentiële huisvesting voor studenten sneller kunnen ontwikkelen.

Studentenraad maandenlang onvindbaar

In de documenten lijkt de samenwerking tussen de convenantpartijen echter niet altijd soepel te verlopen. “De laatste tijd gebeurt het vaker dat werkgroepleden zich voor het werkgroepoverleg (op het laatste moment) afmelden”, zegt een van de partners tijdens een vergadering. “Het is van belang dat we met de inzet en aanwezigheid van alle partners ervoor zorgen dat de druk op de studentenhuisvesting in Tilburg zo snel mogelijk wordt verholpen.”

Daarnaast is de Studentenraad, binnen het convenant het officiële adviesorgaan van de gemeente om de woonwensen en problemen van studenten in kaart te brengen, maandenlang onbereikbaar en zelfs onvindbaar. Een medewerker van de universiteit meldt in een mailwisseling: “Ik ben langs hun kantoor gelopen. De studievereniging, waarmee zij hun kamer delen, gaven aan ze nog nooit te hebben gezien. Begint nu toch wel vreemd te worden…” Later wisselt de studentenraad van bestuur. De nieuwe voorzitter, Martijn Bernaards, kan niks zeggen over de vorige lichting, maar geeft wel aan dat de samenwerking inderdaad niet vlekkeloos is verlopen. “Ik vind het jammer dat het zo is gegaan. Bij de nieuwe bestuurswisseling waren er ook wat opstartproblemen, maar we zijn druk bezig om alles weer op orde te krijgen.”

Vertraging

Uit de geboekte resultaten van de convenantpartners blijkt dat de beoogde 1900 wooneenheden nog lang niet zijn gehaald. In twee jaar tijd heeft de samenwerking concreet vierhonderd woonruimtes opgeleverd. Voor de komende jaren zijn er nog plannen om negenhonderd woonruimtes bij te bouwen. Voor de restopgave van zeshonderd woningen zijn er nog geen projecten in beeld.

Dat ziet ook Paulina Snijders, vicevoorzitter van het college van bestuur van Tilburg University. “De aantallen die we in 2020 voor ogen hadden, zijn absoluut niet gehaald”, vertelt ze. “Er is altijd wat. Het heeft drie jaar met elkaar praten gekost om een project van tweehonderd woningen te realiseren. De moed is ons dan ook weleens in de schoenen gezakt, maar ik denk dat het langer had geduurd als we het convenant niet hadden gehad”, aldus Snijders. “Wat ons betreft kijken we verder naar mogelijkheden die we wel snel kunnen realiseren, zoals tijdelijke huisvesting, om toch een slag te kunnen maken.”

Wat de opgave soms lastiger maakt, is dat de universiteit wettelijk gezien geen studentenhuisvesting mag bouwen. Toch heeft Tilburg University om het probleem te tackelen enkele jaren geleden het leegstaande Prisma-gebouw op de campus gebruikt om tijdelijke woonruimtes voor studenten te creëren. “Dat was een beetje op het randje van wat wij als universiteit mogen doen, maar dat konden we prima uitleggen”, zegt Snijders. “Het laat ook zien wat we kunnen realiseren als we onze schouders eronder zetten.”

Volgens Snijders heeft het convenant er vooral voor gezorgd dat partijen nu meer met elkaar betrokken zijn. “Toen ik hier kwam, was er überhaupt nog een discussie of de universiteit wel groeide.” De vermeende groeicijfers van enkele jaren geleden kwamen namelijk niet overeen met de werkelijkheid, herinnert Snijders zich. “De studenten staan bij mij op de stoep, dacht ik toen. Dat zegt veel over hoeveel afstand er was tussen de partijen.” Snijders is daarom positief over de samenwerking binnen het convenant. “We hebben met elkaar officieel afgesproken: dit tekort moet opgevuld worden.”

Uit balans

Dit besef leeft ook bij de gemeente Tilburg, een van de andere partners van het convenant. Zij zien echter ook uitdagingen. De gemeente moet nu eenmaal rekening houden met het huisvesten van diverse doelgroepen. Voor sommige daarvan heeft de gemeente zelfs een wettelijke plicht om huisvesting te regelen. Studenten zijn weliswaar een aandachtsgroep voor de gemeente, maar ze trekken toch vaak aan het kortste eind. Nieuwe woonprojecten voor studentenhuisvesting verdwijnen dan ook weleens van de lijst, omdat daar andere doelgroepen komen te wonen. Soms tot grote verbazing van de andere convenantpartners.

Wethouder Yusuf Celik van de gemeente Tilburg licht de lastige opgave toe. “De kunst van een weegschaal is juist om hem in evenwicht te krijgen. Ik vind dat we de ambitie voor studentenhuisvesting niet los moeten laten. De gemeente moet zorgen voor voldoende huisvesting. Dat is op dit moment op de huizenmarkt gewoon ontzettend lastig, voor alle doelgroepen”, zegt hij. Daarbij moeten de verschillende groepen ook in samenhang worden gezien volgens de wethouder. “Woningen die bijvoorbeeld bestemd waren voor arbeidsmigranten komen, met de realisatie van grootschalige logiesvoorzieningen, nu ook vrij voor studenten.”

Paulina Snijders snapt dat de gemeente meerdere doelgroepen moet huisvesten en daarin keuzes moet maken, maar vind het wel gek dat studenten achterblijven. “Ze moeten allemaal huisvesting krijgen, maar ik denk dat de balans toch te vaak de andere kant is uitgevallen. Ik hoop dat er meer evenwicht in kan komen.” Dat hoopt wethouder Celik ook: “Als het gaat over de balans tussen de aandachtsgroepen, dan hadden we dat in de praktijk wel anders willen zien.”

Stevigere inzet

Naast de gemeente en de universiteit zijn er ook twee woningcorporaties aangesloten bij het convenant. WonenBreburg is de enige die studentenhuisvesting wil bijbouwen. In het bestuursakkoord van de gemeente is te lezen dat de convenantpartijen gesprekken gaan voeren met woningcorporaties om te kijken of zij een ‘stevigere inzet’ kunnen leveren. “Vooralsnog moeten die gesprekken nog plaatsvinden”, zegt Rens Heij, portefeuillemanager bij WonenBreburg. “Maar als het aantal studenten wooneenheden dat gerealiseerd moet worden groeit, lopen wij daar niet van weg.”

WonenBreburg heeft in het convenant toegezegd om in elk geval 380 studenteneenheden bij te bouwen. Toch moet Heij ook constateren dat de partners tekort zijn geschoten. “We lopen achter met het realiseren van wooneenheden voor al onze doelgroepen. Er komen te weinig locaties beschikbaar.” Desondanks onderzoekt de corporatie op dit moment een project voor 188 wooneenheden voor studenten en worden er daarnaast kleinere initiatieven opgezet om bestaande panden om te bouwen tot studentenwoningen. “Als dat lukt, zitten we al op de helft.”

Nieuwe opgave

Echt vlotten met studentenhuisvesting, wil het dus nog niet. En dan moet de oorspronkelijke ambitie van 1900 woningen binnenkort nog worden verhoogd naar een realistischer aantal. De studentenpopulatie stijgt immers sneller en harder dan gepland. Hoe die herijking er precies uit gaat zien, weten wethouder Celik en bestuurslid Snijders nog niet precies. Door de werkgroep studentenhuisvesting worden in de openbaar gemaakte stukken aantallen van 2850 tot 3500 wooneenheden genoemd, maar die getallen willen beide bestuurders nog niet bevestigen.

Al met al zien Snijders en Celik de toekomst in elk geval met vertrouwen tegemoet. “Eerlijk gezegd staan we nu ook aan de voorkant van de planontwikkeling”, vertelt Celik. “In ons nieuwe bestuursakkoord hebben we afgesproken meer sociale woningbouw en betaalbaar te gaan bouwen en daarom heb ik er dan ook vertrouwen in dat we de komende jaren gewoon de aantallen gaan realiseren.” En ook Snijders gelooft dat de opgave kan lukken. “Er zijn gewoon kansen, dus volgens mij kan het. Anders heeft het ook geen zin om zo’n convenant op te richten.” Toch zullen de obstakels voorlopig niet verdwijnen. 

En zelfs als het allemaal gaat lukken, zal dat voor studenten als Anil Kaya en Isa Hagens niet veel meer uitmaken. Tilburg is een studentenstad, maar nog niet in alle aspecten.

Deze serie verschijnt ook bij Brabants Dagblad en is mede tot stand gekomen met steun van het Tilburgs Mediafonds.