Slaap je liever in het bos, of liever in de stad? In Milaan kan het allebei. Het Bosco Verticale (Vertical Forest) bestaat uit twee enorme woontorens met terrassen vol bomen en planten. De Italiaanse architect Boeri noemt dit sinds 2014 de start van de stad van de toekomst. Intussen zijn overal ter wereld stedelijke luxe verticale bossen en wanden opgedoken. In Nederland is het Sint Trudo, een woningcorporatie uit Eindhoven, die een dergelijke toren bouwt. De groene toren op Strijp-S staat op de voormalige grootste productielocatie van Philips in Eindhoven. De ‘Trudo-toren’ wordt door de corporatie voor eigen rekening en risico ontwikkeld. Uniek aan deze toren is dat de woningen bestemd zijn voor de lagere inkomensgroepen.
We spreken al jaren over Smart Cities. Een breed begrip, voor onderzoekers, projectontwikkelaars, designers en stedenbouwkundigen. De vraag blijft: wie gaat dat betalen? De kosten voor de stimulans van een slimme stad lijken vooral bij de (gemeentelijke) overheid te liggen. Maar omdat groene infrastructuur veel voor onze biodiversiteit betekent, we de aarde niet willen uitputten, en onze kinderen een fijne woonplek gunnen, blijven we zoeken naar slimme oplossingen in de bebouwde omgeving. De essentie is de bijdrage aan de verbetering van het klimaat. Een ‘smart city’ vergt meerdere invalshoeken. Met slimme logistiek, emissieloze vervoersoplossingen, ICT, nieuwe technologieën, en groen in de stad kunnen we samen betere steden bouwen. Creatief denken vormt de spil in de samenwerking.
Echte maatschappelijke inbedding van technologie gaat om gedrag
Maar de overheid kan dit wel aanbieden, uiteindelijk moeten we zelf het nut van ‘duurzaam’ samenleven in de stad inzien en voelen. Technologische oplossingen zijn er vaak wel, maar de toepassing en acceptatie van technologie staat of valt met het gedrag van inwoners. Het gaat om vragen zoals: hoe maak je technologie ‘productief’ en geaccepteerd in het dagelijks leven? Wie betaalt er voor de techniek in slimme wijken? Waarom zouden mensen geld uitgeven aan zonnepanelen en een warmtepomp? Wanneer gaan inwoners technologie echt kopen en gebruiken, en waarom niet? Hoe verdienen we geld, en wie verdient er eigenlijk geld met technologische oplossingen voor duurzaamheid?
Dit lijkt op de vragen die gesteld moeten worden bij het meten van volwassenheid van technologie in een innovatieproces (Technology Readiness levels – TRLs). Er kunnen heel wat creatieve sleutelmethodologieën (ook wel Key Enabling Methodologies – KEM’s) ingezet worden om dit transitievraagstuk aan te pakken.
Groene Trudo Toren op Strijp-S in Eindhoven; een beter leefmilieu in de stad
Maatschappelijke vragen over duurzaamheid en de bebouwde omgeving spelen wereldwijd. De Green Deal stimuleert Europese landen om in actie te komen. En stimuleert ons misschien om thuis ons gedrag te veranderen. Of ons huis te veranderen. Neem groene daken. Deze zondag 6 juni is het World Green Roof Day. In Nederland worden daarom de Rotterdamse Dakendagen georganiseerd om te benadrukken dat stedelijke bebossing het leefmilieu van de stad verbetert.
Lees hier ons verhaal over de Rotterdamse dakakker
De groene Trudo Toren op Strijp-S in Eindhoven heeft op 19 verdiepingen ruimte voor 125 huurwoningen voor starters. Het wordt wereldwijd het eerste verticale bos in de sociale woningbouw. De lofts van 50m2 hebben allemaal een balkon en twee grote bloembakken. Daarin komen wel 125 volwassen bomen, struiken en planten. Woningcorporatie Sint Trudo levert de woontoren op – inclusief het groen – en blijft verantwoordelijk voor het onderhoud.
Groene Infrastructuur in Italië en Nederland
Denise Houx, architect en specialist in Groene Infrastructuur bij ROOFmatters in Italië zegt: “Groene daken zijn een van de instrumenten om klimaatverandering tegen te gaan. We maken onze steden te warm door het gebruik van te veel harde oppervlaktes. Bij een stortbui na lange droogte is het vele regenwater per seconde te veel voor ons huidige rioleringssysteem. Slimme aanplanting op het dak en technologie is van nut. Een reservoir en mini dijksysteem onder de watervasthoudende substraatlaag controleert de verdeling en het waterniveau. Sensoren zorgen ervoor dat het dak langzamer leegloopt. Het groen van planten op de substraatlaag van een dak betekent daarnaast verkoeling en een verbetering van luchtkwaliteit. En als er een derde laag met zonnepanelen boven het groen wordt geinstalleerd, is de energieopwekking nog meer rendabel.”
“We horen over Nederlandse groene daken technologie met fotovoltaïsche zonnepanelen waar je overheen kunt lopen. Dat zou terrassen met paden betekenen, die energie opwekken. Als je dan zelf groenten en fruit teelt op het dak heb je vierdubbel plezier van ongebruikt dakvlak. Dan zijn er qua logistiek meteen minder vrachtwagens nodig in de stad. Maar zo ver is het nog niet. In New York aan de Hudson is de Brooklyn Grange gecreëerd, een echte boerderij boven op het dak van een industrieel havengebouw. De verdiensten zitten helaas alleen nog maar in het verhuren van het groene dak voor bruiloften.”
Onderhoud van groene daken
De grootste uitdaging bij de groene woontorens is het onderhoud van al het groen. De Trudo Toren is straks een groene oase in de stenen omgeving van Strijp-S in Eindhoven Op jaarbasis goed voor zo’n 50.000 kilo CO2-absorptie en 13.750 kilo zuurstof. Alle woningen worden goed geïsoleerd, en de bomen zorgen in de zomer voor verkoeling. De ervaring van de Milanezen is ongetwijfeld ook gedeeld met de Eindhovenaren. Bij de eerste aanplant in Milaan ging namelijk alle begroeiing dood. Bomen werden vervangen door nieuwe met wortels die al gewend waren aan groei in bakken. Benieuwd wie de plantjes komt watergeven. Geen enkele bewoner in Milaan mag namelijk zelf de gieter hanteren. Er hangt permanent een flying gardener aan lange staalkabels boven de hangende tuinen van het Bosco Verticale. In de plantenbakken zit een intelligent membraam, dat weet of de plant of dorst en hoger heeft. Water en mineralen worden dan automatisch toegediend in de plantenbak. Misschien is Eindhoven de eerste met robots op de woontoren? Met sensoren zou een robot elk plant kunnen meten op gezondheid of ziekte, of met een bodemanalyse zien waar de grond te droog is. Of de bewoners houden gewoon zelf de kleur van hun bomen in de gaten.
En buiten de groene toren in Eindhoven…?
Veel zon in het land of niet, de overheid kan inwoners steunen in het bijdragen aan een veerkrachtige stad. Denise Houx: “Groene daken dragen bij aan het Step Stone systeem voor biodiversiteit in de stad. Het landschap zou als het ware ‘over de steden heen’ moeten doorlopen. In Italië biedt de overheid momenteel zelfs tot 110 procent financiering aan voor het complete verduurzamen van je woning. Denk aan een extra isolatielaag, de aanschaf van een nieuwe warmtepomp, zonnepanelen, nieuwe kozijnen en de aanleg van een groen dak.”
Nederlandse gemeenten werken er hard aan. De gemeente Gorinchem geeft bijvoorbeeld een subsidie van 25 euro per vierkante meter zonnepaneel. Dat is is een aardig begin. In plaats van denken in korting op een aanschafprijs moeten we naar denken in een soort Total Cost of Ownership; het totaalbedrag aan kosten voor de aanschaf in een hele gebruikscyclus. Als je huis verkocht wordt, plukt de bewoner na jou de vruchten van de investering. Samen dragen we zorg voor de planeet. Met de vereniging van eigenaren, en met steun van de lokale overheid. En met goede uitleg van wat de technologie voor je kan betekenen. Blijft overeind dat je de eerste investering wel in de portemonnee moet hebben. Daar is in Italië dus al actie op ondernomen.
Voorheen was het gemakkelijk om groen buitengebied te vergrijzen, maar nu moet het andersom! Een ramp voorkomen door de stad te verkoelen en waterstromen beheersbaar te houden is voor de overheid goedkoper dan een stad na een ramp weer opbouwen. Als we nu de relatie tussen natuur en bebouwing in balans krijgen, is dat een win-win situatie. Investeren dus, in groene infrastructuur, met technologie als hulpmiddel.
Op 15 juni is deze column aangevuld met enkele suggesties van Thom Aussems over de Trudo-toren. (redactie)
Over deze column
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Helen Kardan, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.