Het is pas de tweede keer dat de Europese Commissie de Research & Innovation Days organiseert. En nu al moeten de ambities voor de organisatie terug geschroefd worden.
Kwamen de top van de Europese Commissie, de industrie en de wetenschap vorig jaar nog bij elkaar in Brussel in de voormalige Citroën-garage die thans dienst doet als kunstencentrum ‘Kanal‘, dit jaar zullen de deelnemers grotendeels van huis uit aan hun computerscherm gekluisterd zitten. Vanwege het risico op besmetting met Covid-19 is een fysieke bijeenkomst niet mogelijk.
Topambtenaren praten met industrie
Dat is jammer. Want niet alleen was het leuk om een keer de beleidsmakers en top van de industrie in levende lijve met elkaar in discussie te horen gaan. Je zag ook wie op welke manier proberen invloed uit te oefenen op de investeringen, die soms miljarden bedragen. Zo bepleitte de onderzoeksdirecteur autobedrijf BMW voor een gedeeltelijk gesubsidieerde aanleg van laadpalen omdat hij anders niet zag hoe hij voldoende elektrische BMW’s zou kunnen verkopen. Een directeur van vliegtuigfabrikant Airbus kreeg de topambtenaar van de Europese Commissie aan haar zijde toen zij samen met de Delftse hoogleraar Henri Werij verlenging van de subsidie voor onderzoek maar elektrisch vliegen bepleitte. Dit laatste overigens dreigt niet of niet in de omvang die was gehoopt door te gaan omdat de lidstaten dwars liggen. Terwijl de regeringen van die lidstaten nu juist de partijen zijn die het laatste woord hebben over dit soort uitgaven van – of liever gezegd via – de Europese Commissie.
De Research & Innovation Days zijn een feestje voor een groep van honderden Europese deskundigen op de inhoud. In het geval van de onderzoekssubsidie voor elektrisch vliegen leken de deelnemers buiten de waard om gerekend te hebben. Misschien dat dit nu anders uit pakt.
Bomvolle agenda
De agenda zit netals vorig jaar tjokvol. Gedurende drie dagen, 22, 23 en 24 september, kun je van ‘s ochtends negen uur tot en met ‘s middags zes uur online praatsessies bijwonen. De lijst van sprekers is nog niet bekend. Maar in elk geval is er nu een sessie gewijd aan ‘co-creation’ met de lidstaten, zoals dat heet: het gezamenlijk maken van Europees beleid voor het onderzoeks- en innovatiefonds Horizon Europe. Zo’n sessie voor lidstaten was er vorig jaar niet. Alleen Europese industrie en wetenschappers hadden toen inspraak.
Al blijft het natuurlijk de vraag wie er namens de lidstaten het gesprek aan gaan. De grote uitdaging voor het departement van de Europese Commissie die deze dagen organiseert, is om het budget voor Horizon flink op te hogen. De ambtenaren hadden oorspronkelijk ingezet op een budget verspreid over zeven jaar (2021-2027) van zo’n 120 miljard euro. Dat bedrag ging later omlaag naar ruim 100 miljard euro. En na de Europese Raad van afgelopen juli, waar de regeringsleiders over de omvang van de toekomstige begroting besloten hebben, slonk het naar 80 miljard euro. Nog steeds is dat heel veel geld. Alleen had de Europese Commissie ambitieuze doelstellingen waarvoor meer geld nodig was. Misschien dat deze sessie hierbij een zetje kan geven.
Green Deal
De meeste innovatie moet misschien wel komen vanuit de verschillende fondsen die allemaal moeten meewerken aan het klimaatbestendig maken van Europa. Denk aan de landbouw- en structuurfondsen en het cohesiefonds bijvoorbeeld.
Te verwachten valt dat dit aan de orde komt in de gesprekken over de Green Deal en het Just Transition Fonds die ook op de agenda staan. Er zijn verschillende sessies over de wijze waarop innovatie kan bijdragen aan het CO2-vrij produceren van energie. Ook is er een sessie over zuiniger omgaan met grondstoffen door vooraf te beoordelen hoe ze hergebruikt kunnen worden als een product ‘op’ is.
Als je dat vooraf bedenkt, voorkom je onnodig afval. Zo is er nu een berg plastic die moeilijk te recyclen is vanwege de complexe bewerking die het heeft ondergaan. Een gedachte is om dit soort plastics te weren.
Nieuwe wetgeving
Dit soort sessies kunnen – met input van de sprekers en na goedkeuringstrajecten van de lidstaten en het Europees Parlement – leiden tot nieuwe richtlijnen waaraan de markt straks moet gaan voldoen. Alleen al om die reden is het noodzakelijk om deze sessies te volgen voor wie op de toekomst voorbereid wil zijn.
En dat is het vreemde: over de inhoud van deze sessies is vorig jaar nauwelijks geschreven. Journalisten kwamen er nauwelijks in. De perskamer, die van alle gemakken voorzien was, was dan ook bijna voortdurend leeg.
Op de agenda staan verder gesprekken met de Europese onderzoeksraad, die door wetenschappelijke hotshots, onder wie Nobelprijs-winnaars, wordt gevormd. Er komt een nieuw orgaan bij in de Europese innovatiestructuur: de Europese innovatieraad. Een van de sessies zal hierover gaan. Wie daar zitting in nemen en wat er op hun programma staat, zal dan ook bekend worden.
Innovatieve start-ups
Interessant zijn de sessies over de Europese Investeringsorganisaties van de Europese Commissie, EIT. Deze hebben in heel Europa kantoren. Specialisten die daar werken investeren Europees geld in start-ups die innovaties ontwikkelen op het gebied van duurzame energie, klimaat, digitale producten, grondstoffen, water, enzovoorts.
Deze instellingen genieten weinig bekendheid bij de gewone burger. Dat is jammer want zij zijn nu juist een voorbeeld van Europees beleid dat daadwerkelijk concreet resultaat sorteert. Denk daarbij aan start-up Skeleton van InnoEnergy die supercondensatoren maakt voor elektrische aandrijving, het digitale anonieme meldapparaatje van EIT Digital waarmee winkeliers en horeca hun gasten kunnen waarschuwen voor mogelijke besmetting met corona, enzovoorts.
De agenda van de drie Europese innovatiedagen is hier te vinden.