Taavi Madiberk Foto: InnoEnergy
Author profile picture

Innovation Origins spreekt geregeld met ‘innovatiebazen’, toonaangevende mensen die hoog op de innovatieladder staan. In deze reeks geven zij een kijkje in hun keuken. Vandaag is ceo Taavi Madiberk (32) van Skeleton Technologies aan het woord, een bedrijf dat supercondensatoren (‘ultracapacitors’ in het engels) produceert. Een supercondensator levert, bespaart en slaat in een paar seconden een piekhoeveelheid energie op die nodig is om bijvoorbeeld een motor te starten of juist af te remmen. Supercondensatoren worden gebruikt in de (auto- en transport)industrie en de energiesector zoals bij de opwekking van duurzame stroom door windturbines. Madiberk stond in 2016 op de lijst van succesvolle ondernemers van Forbes 30 under 30. Skeleton beoogt een omzet van een miljard euro per jaar in 2025. Er werken 127 mensen verdeeld over twee kantoren, in Estland en in Duitsland.

Wie is Taavi Madiberk?

„Ik groeide op in een klein dorpje buiten de stad, Naage, 30 kilometer van de hoofdstad van Estland, Tallinn. Heel rustig. In de derde klas ging ik naar de Waldorf-school. Dat is een type school dat onafhankelijk denken vanaf jonge leeftijd stimuleert. Na de zevende klas verhuisden we naar de hoofdstad. Daar ging ik naar een school die gespecialiseerd was in exacte vakken zoals wiskunde. Daar leerde ik hoe het leven in elkaar zit vanuit het perspectief van mechanica en elektronica. Maar ook leerde ik daar welke kant het opging met de wereld. Ik werk al vanaf mijn veertiende, na school, en soms zelfs tijdens school. Ik had verschillende baantjes en altijd al een drive om te ondernemen. Toch ging ik rechten studeren. Maar na mijn eerste stage van mijn studie overviel het besef me dat rechten niet mijn ‘cup of tea’ was.”

Waarom ging je dan rechten studeren?

„Om een sterke basis te hebben om te werken in het bedrijfsleven. Ik had toen ik die studie koos alleen achtergrondkennis op het gebied van exacte vakken. Ik ben trouwens nooit afgestudeerd, hoewel ik bijna klaar was, omdat mijn ondernemingsdrijfveren de overhand kregen. Ik had al verschillende bedrijven opgericht en bovendien in grote corporates en zelfs NGO’s gewerkt. Omdat Estland in de jaren ‘90 net onafhankelijk geworden was van de Sovjet Unie kwam de socialistische samenleving ten einde. Dat gaf jonge mensen veel mogelijkheden om te ondernemen.”

Omdat de markt in Estland zich toen nog moest ontwikkelen?

„Ja. De eerste premier na de onafhankelijkheid van Estland was zelf nog maar 32 jaar oud. Er waren andere vaardigheden nodig dan in de tijd dat Estland een socialistische fabriek was. Dat gaf jonge mensen veel kansen. Ik heb in die tijd de grootste NGO van Estland opgebouwd. Dat was een organisatie van eigenaren van vastgoed zoals woningen. Die groeide van duizend naar 60.000 leden. Ik had ook een internetbedrijf dat onder andere homepages maakte voor bedrijven zoals kranten en ik was mede-oprichter van een online nieuwsbedrijf. Ik deed een paar dingen tegelijk. Estland is een goede basis voor jonge mensen die willen ondernemen. In de jaren ‘90 begon iedereen ‘from scratch’. ”

Omdat er geen gevestigde orde was in het bedrijfsleven?

„Ja. Op mijn 24was ik al directievoorzitter van de nationale spoorwegen van Estland. Ik had wat advieswerk voor de minister van EZ gedaan en toen ben ik daar toezichthouder geworden. Daarna werd ik aangewezen als directeur. De spoorwegen zijn normaal gesproken geen sector voor jonge mensen. Toen ik een keer op zakenreis was naar Duitsland zei iemand van in de vijftig of zestig van de Duitse spoorwegen: ‘misschien is je grootvader de directeur, maar jij bent dat zeker niet. Uiteindelijk nam hij maar aan dat hij met mij zaken moest doen. Maar ik vraag me af of hij echt geloofde dat ik de directeur was, ha ha. Ik zat ook in de raad van toezicht van een van de grootste vastgoedbedrijven van Estland. De fundamentele logica van bedrijven blijft altijd hetzelfde: of het nu een oud of een nieuw bedrijf is.”

Hoe ben je een innovator geworden?

„Als je impact wilt maken en je hebt niet veel kapitaal, moet je innovatief zijn. Aan de ene kant had ik de drijfveer om te ondernemen. Aan de andere kant kwam ik niet uit een rijke familie en moest ik mijn eigen pad banen. Als je dan iets gaat doen wat anderen ook al doen, ga je het verschil niet maken. Wat ik leuk vond aan de ontwikkeling van supercondensatoren is dat de technologie me intrigeerde. Omdat deze een enorm potentieel heeft om de  klimaatverandering te tackelen. Ik had natuurlijk ook een zekere achtergrond op het gebied van natuurwetenschappen. Ik herinner me dat de ogen van onze medeoprichters – dr. Leis en dr. Perkson – oplichtten toen ze het over hun technologie voor supercondensatoren hadden. De vonk van begeestering die zo’n sterke motivatie oplevert, is een van de sleutelaspecten om het nieuwe product voor elkaar te krijgen, no matter what. Helemaal in het vroege stadium van de start-up, als de plannen niet lopen zoals je had gedacht.”

Maar hoe zorgde je ervoor dat de innovatie van dr. Leis en dr. Perkson ook van de grond kwam?

„We hebben een tijdlijn opgesteld om bepaalde doelen te bereiken. Wetenschappers doen dat meestal niet als ze met hun onderzoek bezig zijn.  Omdat ze geen duidelijke reden hebben om hun uitvinding op een bepaald moment op te moeten leveren. Als je dat niet doet, loop je het risico dat het product nergens naar toe gaat of dat het te laat af is. Doorslaggevend voor het succes van onze innovatie op het gebied van ultracapacitors is de combinatie van de wetenschap en technologie van dr. Leis en dr. Perkson met mijn en Olivers [Ahlberg, mede-oprichter, red.] start-upmentaliteit en werkwijze.”

Liep de ontwikkeling van Skeleton anders dan je had verwacht?

„Ons eerste kantoor zat in een hoekje van een science lab. Dat was maar 40 vierkante meter groot. Als Oliver en ik ervaring hadden gehad in de productieindustrie hadden we geweten dat het lang duurt om componenten te ontwikkelen voor duurzame energieopwekking zoals windmolens waarbij ze worden ingezet om de turbine te remmen en te voorkomen dat ze op hol slaan en in de brand vliegen. Die lange ontwikkeltijd geldt zowel voor wat betreft het maken van de eerste supercondensator, zoals voor energieopslag die gebruikt wordt in windmolens en hangsystemen van auto’s voor als ze door de bocht gaan, als voor het ontwikkelen van de scale up die deze supercondensatoren produceert. Dat kostte veel meer tijd dan we hadden gedacht. Maar de impact van ons uiteindelijke product was ook veel groter dan we hadden voorzien.”

Dus het kostte meer tijd om te investeren in de productontwikkeling dan je had verwacht maar de opbrengst ervan was ook veel groter dan voorzien?

„Ja.”

Wat was de rol van je vader bij de oprichting van Skeleton?

„Mijn vader werkte in een privaat onderzoeksinstituut samen met dr. Leis en dr. Perkson. Zij zaten in de ontwikkeling van supercondensatoren en zagen goede mogelijkheden om die op de markt te brengen. Maar in 2008 sloeg de crisis toe en raakte het onderzoeksinstituut in problemen. Mijn vader zag toen dat de investeringen om de technologie voor de ontwikkeling van supercondensatoren, opdroogden waardoor deze verloren dreigde te gaan. Oliver en ik hebben toen zoveel mogelijk persoonlijke leningen afgesloten als we konden, en toen hebben we Skeleton opgericht.”

Maar hoeveel had je dan geleend?

„Het maximum dat we konden lenen per persoon was ongeveer 300.000 euro. Vanaf het begin lukte het ons om een grote klant te contracteren, de European Space Agency. Dat zag de waarde van onze innovatie in. Toen lukte het ook om de eerste banklening af te sluiten, die was meer dan 200.000 euro. Oliver en ik moesten daar persoonlijk voor garant staan. We moesten het risico nemen. Er was geen andere manier om het te doen. Het was de meest rationele manier om te doen. Als je iets wilt bereiken, moet je risico nemen. Als we dat niet gedaan hadden, zouden we hier nu niet staan.”

Kun je kort uitleggen hoe het product gebruikt wordt?

„In steden als Mannheim of Warschau worden bijvoorbeeld supercondensatoren gebruikt voor elektrische trams die veel energie besparen door het recupereren van remenergie en hergebruik ervan om te versnellen. In Estland is er een proef met bussen die de supercondensatoren bij de haltes in een paar seconden kunnen opladen. Het is geen vervanging voor de batterij maar een aanvulling hierop. Een supercondensator kan een grote hoeveelheid energie ineens leveren om een motor op te starten bijvoorbeeld. Je kunt de supercondenstaor ook inzetten om piekbelastingen van een netwerktoepassing af te dekken. Dat gaat niet ten koste van de batterij. Die gaat daardoor langer mee en de voetafdruk ervan is kleiner.”

Zit je in een groeimarkt met Skeleton?

„Ja. Steden moeten minder CO2 uit gaan stoten. Maar ook havens moeten groen worden. Daar kunnen ze ook ingezet worden. Of in geautomatiseerde magazijnen waar robots goederen moeten pakken en op een pallet moeten leggen. De magazijnrobots kunnen zich langs de paden in een paar seconden opladen. Voor de auto-industrie is de supercondensator ook een oplossing. Weinig mensen weten dat er ook ouderwetse loodzuurbatterijen in auto’s zitten, naast litium-ion batterijen. Lood is zwaar. Dus als je een minder grote loodbatterij nodig hebt, wordt de auto minder zwaar. Voor elektrische auto’s betekent minder gewicht groter bereik. Daarbij is lood giftig. Voor de productie van een supercondensator is geen giftig materiaal nodig. Technologie en innovatie zijn cruciaal om klimaatverandering tegen te gaan. En ik heb het niet over toekomstige technologische doorbraken: ik heb het over de technologie van vandaag, zoals van Skeletons supercondensatoren.”

Is de grondstof voor condensatoren, grafeen, niet heel duur?

„Wij gebruiken een composietmateriaal. Dat is veel goedkoper dan grafeen. De performance van onze supercondesatoren is veel beter doordat we ‘curved’ grafeen gebruiken, een materiaal dat we gepatenteerd hebben en onderzocht hebben met nanotechnologie. Curved grafeen verschilt significant van gewone gactiveerde koolstoffen. Dat onderscheidt ons van de concurrentie. In 2009 begonnen we als een bedrijf in materialen, zoals voor litium-ion-batterijen, waterstofopslag en actuators in kunstmatige spieren. Daar hadden de onderzoekers aan gewerkt. Bij de eerste vergadering bleek dat er acht markten zijn met een miljardenpotentie. Oliver en ik kwamen van buiten met een achtergrond in IT onder andere. Wij hebben toen geanalyseerd welke van de toepassingen het grootste potentieel hadden en het dichtst op de markt zaten. We hebben het materiaal dat dr. Leis en dr. Perkson hebben uitgevonden ontwikkeld voor maar een toepassing: de supercondensator. We hebben niet gedacht: one size fits all. Het is dit materiaal dat de supercondensator succesvol moet maken.”

Is de ontwikkeling van dit composietmateriaal het geheim van Skeletons succes?

„Het materiaal is zeker een belangrijke oorzaak daarvan. Maar het echte geheim zit in de mensen. Aan alleen jeugdige ambitie heb je niet genoeg. Je hebt ook ervaring nodig. Anders heb je geen steile leercurve.”

Hoe zie je de toekomst van Skeleton?

„Voor 2025 was ons doel om een omzet van 1 miljard euro te halen. Daar zitten we nu al bijna op. Met verschillende bedrijven hebben we contracten van 100 miljoen euro. Nog niet zo lang geleden hebben we een contract getekend met een autofabrikant. Klimaatverandering en duurzame energie gaan niet weg. Ik zie zóveel potentieel voor Skeleton om oplossingen te bedenken en aan te kunnen bieden aan klanten! De kansen zijn immens. Wat wij doen is betekenisvol. In 2009 zou ik nooit geloofd hebben dat we zo groot zouden worden. Als je me dat toen voorgehouden had, zou ik gezegd hebben dat je compleet gek was. Maar ik zou dit interview over tien jaar nog wel eens willen doen om te kijken waar we dan staan!”