Is de corona-app eigenlijk wel zo’n goed idee? Dat vragen verschillende specialisten in de wereld van datatechnologie zich in toenemende mate af omdat vooralsnog onduidelijk is in hoeverre persoonlijke data zoals locatiegegevens daadwerkelijk afgeschermd zijn. Bovendien is er een probleem met het meten van de afstand tussen een besmet persoon en niet besmette personen. Oorzaak is dat de radiogolven met een frequentie van 2,4 gigahertz die gebruikt worden bij de bluetooth-technologie gevoelig zijn voor obstakels waardoor de afstand onjuist wordt gemeten.
Om deze twee problemen – afstand meten en privacy van locatiegegevens – op te lossen heeft EIT Digital in Eindhoven, een investeringsvehikel van de Europese Commissie, bedacht dat je daarvoor beter een zogeheten ‘physical token’ kunt gebruiken. Daarmee bedoelt EIT Digital een apparaatje dat een exclusief nummer heeft, niet gebonden is aan een persoonsnaam en dat functioneert als een klein stoplichtje dat je bijvoorbeeld als sleutelhanger zou kunnen gebruiken. Het werkt zo: als een groen lampje brandt ben je niet binnen bijvoorbeeld anderhalve meter van een besmet persoon geweest. Bij oranje licht wel en dan moet je je laten testen. Bij rood ben je besmet en heeft de GGD dat door middel van een test vastgesteld en het nummer van je token gecommuniceerd waardoor alle tokens die dichtbij je geweest zijn een alert krijgen.
Nauwkeuriger dan bluetooth
Het physical token van EIT Digital communiceert via ultrawideband. Doordat ultrawideband meerdere frequenties gebruikt om de afstand van het ene physical token tot het andere te meten, is die meting wel betrouwbaar, zegt ceo van EIT Digital in Eindhoven, Willem Jonker.
Een smartphone kan geen gebruik maken van ultrawideband en is veroordeeld tot het gebruik van het onnauwkeurige bluetooth omdat deze niet gebouwd is op het ontvangen en uitzenden van deze frequenties. Daarom is een klein apparaatje dat uitsluitend functioneert om de afstand te meten van de drager tot een besmet persoon (die dan ook zo’n apparaatje bij zich moet hebben) een goed alternatief.
Inmiddels hebben volgens Jonker zich zo’n veertig bedrijven bij EIT Digital gemeld die voorstellen hebben om zo’n physical token te ontwikkelen.
Token als toegangspas supermarkt of bar
Inmiddels heeft Jonker gesproken met de directeur-generaal van het ministerie van VWS over de ontwikkeling van het apparaatje. Deze zei volgens hem het plan ‘geweldig’ te vinden. Volgens woordvoerder Axel Dees van VWS neemt het ministerie het plan voor het apparaatje samen met andere ingediende voorstellen in overweging. Voordat duidelijk is of het toegepast zal worden, moet getoetst worden of het voldoet aan de eisen die het ministerie geformuleerd heeft voor de corona-app. Deze eisen zijn vorige week gepubliceerd op de website van het ministerie.
Het voordeel van zo’n klein apparaatje is volgens Jonker dat het niet duur hoeft te zijn. Voor zo’n 5 euro per stuk zou het bijvoorbeeld te koop moeten zijn in een supermarkt of Kruidvat. Het zou gebruikt kunnen worden als toegangspas voor locaties of kleinschalige evenementen waar veel of in elk geval meer dan een paar bezoekers op afkomen, zoals cafés, terassen en restaurants. Maar ook supermarkten zouden het kunnen invoeren als entree-eis. Op deze manier is een uitbraak van het virus beter onder controle te krijgen, verwacht Jonker, en hoeven niet alle gelegenheden zoals in mei de bars en clubs in de Koreaanse wijk van Seoul Itaewon dicht omdat er een besmet persoon rondgewandeld heeft.
Gebruik in de logistiek
Het gebruik van physical tokens om de locatie van een bepaald object op te sporen is niet nieuw, zegt Jonker. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt om ladingen of spullen in een magazijn snel te vinden. Die zijn gelabeld met een token, dat reageert op ultrawideband frequenties waardoor hun precieze locaties snel te vinden zijn. Op die manier is het niet nodig spullen in een bepaalde volgorde op te slaan in een magazijn en kun je ze toch snel traceren.