ImProvia, een groep van 150 ingenieurs verspreid over Nederland, Polen, Duitsland en Zweden met een vestiging op de High Tech Campus heeft de afgelopen twee jaar samengewerkt met Shell. Het resultaat is de Sensabot: een robot die werk gaat doen in olievelden, daar waar het voor een mens niet altijd veilig is.
In 2009 werd het eerste prototype voor de robot al ontwikkeld door Shell zelf, dat op zoek ging naar een partner die ervoor kon zorgen dat de machine het hoogste veiligheidscertificaat zou kunnen bemachtigen. Die partner werd ImProvia, die in opdracht van Shell het tweede prototype ontwikkelde.
Volgens ImProvia-directeur Evert Rietdijk duurde het iets meer dan twee jaar voordat de certificering rond was. “Onze ingenieurs hebben naar het bestaande ontwerp gekeken en zijn daarmee aan de slag gegaan. We hebben stukje bij beetje verbeteringen aangebracht en zo naar de certificatie toegewerkt.”
Het is niet de eerste keer dat ImProvia samenwerkt met Shell. “Die relatie bestaat al jaren. Maar we zien deze opdracht natuurlijk wel als een validatie vanuit Shell. Het is een bewijs dat men tevreden is over ons werk en een bewijs dat we op het hoogste niveau kunnen werken complexe machines. Daarnaast is het is voor ons ook een stap naar het zelfstandig ontwikkelen van dit soort systemen.”
De Sensabot zelf wordt ingezet in gebieden waar olie wordt gewonnen. “Met name op plekken waar ongelukken in een klein hoekje zitten is de robot waardevol”, zegt Rietdijk. De Sensabot gaat te werk op plekken waar een potentieel voor gasontploffingen is bijvoorbeeld. “Hoe minder menselijke handen daar aan het werk zijn, hoe minder gevaarlijk dat werk wordt.”
De Sensabot fungeert als de ogen en oren van veiligheidsmedewerkers op de locaties van Shell. De robot kan leidingen controleren en helpen bij het in kaart brengen van de veiligheidsrisico’s door het terrein in kaart te brengen via real-time data.
Traject
Toen Shell bij ImProvia aanklopte voor hulp bij het bereiken van de certificering startte een traject dat begon vanuit een academisch oogpunt, zegt Rietdijk, die zelf een achtergrond heeft als werktuigbouwkundige vanuit de TU/e. “Pas na enkele maanden wordt er met een industriële pet naar gekeken. Vanaf dan wordt er nagedacht over de manier waarop de uiteindelijke robot ingezet kan gaan worden in verschillende gebieden.”
Aan het eind van 2016 moet de robot, gecertificeerd en al, verscheept worden voor gebruik. Vanaf dan rijdt een, deels in Eindhoven ontwikkelt stuk technologie, over de olievelden van Shell.