Author profile picture

Handsfree productie in de tuinbouw, hoe mooi zou dat zijn! Je koopt een tomatenfabriek, stopt er aan het begin een zakje zaad in en er komen aan de andere kant bakjes met tomaten naar buiten die schoon, veilig en voor een eerlijke prijs (true price) zijn geproduceerd. Dat alles zonder dat er menselijke handen aan te pas komen. Of, voor de sierteelt, je neemt een klein plantje uit een weefselkweeklaboratorium, stopt het aan de ene kant in de pipeline en er komen dozen met mooi op maat gemaakte bossen Gerbera’s uit die de klanten zelf online hebben uitgekozen.

De bovenstaande beelden komen vaak in mij op als mij gevraagd wordt over hoeveel jaar we in staat zullen zijn om handsfree te telen. Als belangrijke driver voor de wens om handsfree te telen wordt vaak het gebrek aan arbeidskrachten en de hoge kostprijs van arbeid genoemd. Daarnaast zien we in Nederland, maar nog meer in ander landen, dat er een schaarste is aan mensen met teeltkennis.

Bij de productie van auto’s spelen robots al jarenlang een belangrijke rol in het vervangen van arbeid. In vergelijking met natuurlijke producten als tomaten of rozen is daar echter veel minder variatie. Die auto stopt iedere keer op dezelfde plek en het aan te draaien schroefje ziet er ook telkens hetzelfde uit. In de glastuinbouw is iedere kas en teeltsysteem anders, het gewas vertoont daarnaast ook nog heel veel variatie. Bovendien is het businessmodel vaak nog niet zo eenvoudig rond te rekenen als je alleen kijkt naar de vervanging van arbeid voor goedkopere robotoplossingen…

Technologische ontwikkeling

Tegelijkertijd is er al heel veel mogelijk op gebied van technologie. De ontwikkeling van vision technologie en AI zijn de afgelopen jaren enorm geweest. Voor het vertalen van de mogelijkheden van de technologie hebben de techontwikkelaars, zeker die van buiten de tuinbouw, kennis nodig van de teelt en productie zoals die plaatsvindt in onze kassen. De tuinders moeten van hun kant inzicht hebben in hoe de technologie ze kan ondersteunen en waar de grootste winst te behalen is. Belangrijk is het samen op zoek te gaan naar de stappen die kunnen leiden tot gezamenlijke ontwikkeling en business. Essentieel hierin zijn de woorden samen, stappen en business.

De vraagstukken zijn te groot om alleen door een teelt- of technische specialist op te laten lossen. Daarnaast is het belangrijk in stappen toe te werken naar je einddoel. Omdat het ingewikkelde materie is die veel meer omvat dan alleen de technologie zul je er in stappen naartoe moeten werken en vooral heel veel testen van de tussenstappen. Niet alleen testen of de bedachte oplossing technisch werkt, maar vooral ook kijken of de medewerkers ermee overweg kunnen en of er potentiële verdienmodellen zijn.
In de tuinbouwsector zie ik helaas te weinig voorbeelden van echt samen ontwikkelen op deze manier. De techontwikkelaar ontwikkelt zijn product ‘op een eiland’ zonder een goed beeld te hebben van de denk- en werkwereld van de tuinder. De tuinder op zijn beurt verwacht vaak dat techbedrijven een product ‘100 procent gereed opleveren’ en daarin zelf de (financiële) risico’s te dragen. Een oogstrobot die bijvoorbeeld minstens zo snel plukt als een mens…

Samen ontwikkelen om koploper te blijven


Hoewel ik allerlei redenen zie waarom er op deze wijze wordt gedacht en gewerkt, geloof ik niet dat we op deze manier snel genoeg zijn om in Nederland voorloper te blijven bij het produceren van tuinbouwproducten- en -technologie.
Als arbeid echt zo’n hoge kostenpost en belemmering is voor tuinders dan zou ik ook meer voortvarendheid verwachten bij het werken aan een oplossing. Ik zie consortia voor me die écht samenwerken aan het ontwikkelen van de technologie en een ecosysteem daaromheen. Wat als alle tomatentelers samen de twee of drie meest kansrijke techontwikkelaars de opdracht geven voor het ontwikkelen van een oogst- en verwerkingsrobot? Samen investeren in tijd én geld en samen met tech en teler de risico’s dragen.

Ja, er zullen missers zijn en niet iedere bedachte oplossing gaat werken. Door dit echter samen te doen en vooral iteratief te werken, veel te testen (en weg te gooien wat niet werkt), is de kans veel groter dat die voor alle telers essentiële probleem wordt opgelost!
Bij deze focus op het vervangen van ‘simpele’ arbeid gaan we overigens ook ontdekken dat er veel meer mogelijk is met al die data die we gaandeweg verzamelen, maar dat is een ander verhaal
Werkt dit nu dan nog nergens? Jazeker, gelukkig zijn er al wel voorbeelden waar tech en teler heel nauw en iteratief samenwerken en samen ontdekken wat er nodig en mogelijk is. Een mooi voorbeeld is een groep ondernemers in de sierteelt die samen met een techbedrijf een oogstassistent hebben ontwikkeld. Meer over dit project in een van de volgende columns.

Hoe lang nog?

En hoeveel jaar duurt het nou écht nog voordat we handsfree kunnen produceren? Ik weet het niet en misschien is het ook helemaal niet zo relevant om dit precies te weten. Veel belangrijker is dat we samen aan de slag gaan op de weg naar ontwikkeling van technologie die de mens kan ondersteunen bij het produceren van voldoende, veilig en voor een true price geteelde tuinbouwproducten. Dit betekent écht SAMEN innoveren en risico’s nemen door alle partijen in het tuinbouwecosysteem. Ontwikkelaars van technologie en onderzoekers kunnen dit niet zonder de telers en andersom.

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Eveline van Zeeland, Eugene Franken, Helen Kardan, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.