Het klinkt zo logisch: een opkomende wereldmacht die economisch, militair en politiek steeds sterker wordt, moet je proberen zo lang mogelijk klein te houden. Spreek dus schande over zijn strategische doelen, verwerp de binnenlandse politiek, werp handelsbeperkingen op en neem je eigen wereldoriëntatie in dat alles als uitgangspunt. Tegen die achtergrond is het besluit om ASML een exportverbod naar China op te leggen voor een groot deel van de in Veldhoven geproduceerde chipmachines heel begrijpelijk. Of toch niet?
Het kabinet wil met de maatregel, die komt na maanden van oplopende druk uit de Verenigde Staten, voorkomen dat gevoelige technologie in handen van China komt. De VS claimt dat China de technologie wil gebruiken voor kunstmatige intelligentie, geavanceerde wapens en massasurveillance. Nederland speelt, vooral dankzij ASML en de toeleveringsketen daaromheen, wereldwijd een belangrijke rol in deze waardeketen. Dus nogmaals: logisch dat er wordt nagedacht over de wenselijkheid van een exportstop. Maar wie de maatregelen beter bekijkt kan niet anders dan constateren dat de genomen stappen kortzichtig, hypocriet en contraproductief zijn. Ze leggen bovendien de zwakte van Europa bloot.
Dit is een artikel uit IO Next: The Year Of… Of het nu een indrukwekkend interview, een belangrijke boodschap of juist iets grappigs was: voor het laatste magazine van dit jaar hebben we de verhalen geselecteerd die ons het meest zijn bijgebleven.
Waarom Bart dit verhaal selecteerde voor het magazine:
Te midden van de groeiende spanningen tussen het Westen en het Oosten (met Europa verpletterd in het midden) mogen we nooit vergeten dat beide partijen elkaar nodig hebben om te groeien en te bloeien in een vreedzame wereld. Maar al te vaak leiden politieke ontwikkelingen tot beslissingen die dit doel verder weg brengen in plaats van te helpen slagen. Daarom laat Innovation Origins steeds weer voorbeelden zien van oplossingen die de wereld kunnen helpen een betere plek te worden. In dit geval leggen we uit welk kwaad kan worden aangericht door tegendraads te handelen.
1. Kortzichtig
De omzet van ASML komt voor zo’n 15 procent uit China. Toch zal het effect voor het bedrijf zelf wel beheersbaar blijven. Niet alleen omdat er nog wel wat handel overblijft (bijvoorbeeld vanwege onderhoudswerk en machines die wel verkocht mogen worden), maar ook omdat er een wachtlijst aan kopers is. Wat niet naar China kan, gaat net zo makkelijk naar Zuid-Korea of Taiwan. Toch toonde ASML-topman Peter Wennink zich zeer ongelukkig met de maatregel. Chinese chips zijn goed voor tussen de 15 en 25 procent van de wereldwijde productie, zei hij vorige maand bij de presentatie van de jaarcijfers. “Met de chiptekorten die we nu al zien, gaat ons dat allemaal raken.”
Wennink ziet, terecht, vooral gevolgen voor de wereldeconomie. Er worden weliswaar pogingen gedaan de chipproductie meer naar Europa te halen, maar het kost jaren om alleen al die fabrieken te bouwen. Wennink ziet “een gat van vijf jaar” om te in Europa kunnen inspringen voor de Chinese chipproductie. Met het exportverbod zouden we dus wel eens in onze eigen voet kunnen schieten.
2. Hypocriet
De recente uitbreiding van het exportverbod voor ASML komt er alleen vanwege de enorme druk vanuit de VS. Dat Nederland daarmee heeft ingestemd is om drie redenen hypocriet.
Ten eerste geldt dat China nog volop door kan met de bouw van militair materiaal. De chiptechnologie die wordt gebruikt voor militaire doeleinden komt voor het merendeel uit machines van een vorige generatie. Die mogen gewoon nog verkocht worden aan China. Maar er is meer: er is een groot verschil tussen de verkoop van chipmachines (verboden!) en van de chips zelf (toegestaan!). Geloof het of niet, maar de meest geavanceerde chips, gemaakt met de ‘verboden’ machines, kunnen nog gewoon aan Chinese bedrijven verkocht worden. Ze komen dan uit Taiwan, of zelfs de VS. De Amerikaanse marktautoriteiten hebben daar geen enkel probleem mee.
Sterker nog, en dat is het tweede element van hypocrisie, het zijn juist Amerikaanse bedrijven die van de maatregel profiteren. Hun geavanceerde depositie- en etsmachines kunnen er immers voor zorgen dat Chinese chipfabrikanten ondanks de afwezige supermachines van ASML toch in staat blijven kleinere en krachtigere chips te maken. De fijnmazigheid is namelijk óók afhankelijk van het proces van ‘depositie’ (het aanbrengen van lichtgevoelige lagen) en het wegetsen van materiaal, zo zei Wennink onlangs in NRC. “Door die stappen te herhalen (multipatterning) kun je toch fijnmaziger chips produceren. Zo wist de Chinese chipfabrikant SMIC de grenzen van de DUV-techniek op te schuiven: met meer depositie- en etsmachines. Dat verklaart waarom Amerikaanse leveranciers van die apparatuur tot een derde van hun omzet uit China halen.”
Het derde element van hypocrisie heeft te maken met de door Europa zo gewenste “strategische autonomie”. Onze afhankelijkheid van Russisch gas of Arabische olie heeft ons in onwenselijke posities geplaatst. Maar strategische autonomie betekent ook dat we niet aan de leiband van een land als Amerika moeten willen lopen. Het betekent dat Europa (of Nederland) in staat zou moeten zijn een eigen beleid richting China te ontwikkelen, of dat nu wel of niet past in de wensen van de VS. De ene afhankelijkheid inwisselen voor de andere is geen teken van autonomie.
3. Contraproductief
Naast de al genoemde nadelen voor de wereldwijde chipsproductie en de ontwikkeling van ASML als bedrijf, heeft het exportverbod nog twee andere gevolgen die het besluit ongewenst maken. Het stelt de toch al gevoelige relatie met China verder op de proef én het zal dat land een extra motivatie geven om nog harder te gaan werken aan de ontwikkeling van eigen technologie. Dat alles maakt het exportverbod meervoudig contraproductief. Of, iets genuanceerder: de (grote) nadelen wegen niet op tegen de (beperkte) voordelen – zeker als je weet dat die laatste hoogstens voor beperkte tijd houdbaar zullen blijken.
Want als we, zelfs op achtduizend kilometer afstand, één aspect van China heel scherp in beeld hebben gekregen, dan is het wel zijn immense onderzoeks- en ontwikkelkracht. Nergens meer universiteiten, nergens meer afgestudeerde ingenieurs, nergens meer overheidsgeld dat in technologie gepompt wordt. Koppel dat aan het grote vermogen om af te kijken en te kopiëren (ASML weet er alles van) en je weet dat het land er geen gras over zal laten groeien.
Dus zelfs als het waar is dat ASML tien jaar voorsprong heeft op de concurrentie, dan nog moeten we er rekening mee houden dat China veel sneller tot oplossingen gaat komen, mogelijk op manieren waar wij nog niet aan gedacht hebben. Het resultaat is dan niet per se een kopie van wat er nu in Veldhoven geproduceerd wordt, maar wel een systeem dat tot veel meer in staat is dan we nu graag zouden zien.
Europese autonomie
Kortzichtig, hypocriet en contraproductief, dat is het. En áls er al positieve effecten zijn, dan zijn die hoogstens houdbaar voor de korte termijn. Waarom het dan toch zover gekomen is? Omdat de zo vurig gepropageerde Europese strategische autonomie vooralsnog een wassen neus is. Omdat we bang zijn de VS te verliezen als er weer eens een Europees land in gevaar komt. Omdat Washington en niet Brussel of Den Haag de marsroute bepaalt. Het exportverbod voor ASML bewijst dat een rol op het wereldtoneel die vergelijkbaar is met echte wereldmachten voor Europa nog niet is weggelegd.