Afvullijn BioConnection (c) acpress(e)
Author profile picture

[UPDATE] De in Oss gevestigde onderneming BioConnection gaat de onlangs geïnstalleerde tweede vullijn inzetten voor het Covid-19 vaccin van oorsprong Deense bedrijf AdaptVac. Dat heeft BioConnecion bekend gemaakt.

De ontwikkelde capside Virus-Like Particle (cVLP) technologie zou een oplossing kunnen bieden om te beschermen tegen nieuwe COVID-19-infecties in de nog steeds evoluerende pandemie. 
“We zijn ervan overtuigd dat onze capside Virus-Like Particle display-technologie een belangrijke toevoeging is in wereldwijde noodsituaties, zoals de COVID-19-epidemie. We vertrouwen hierin op BioConnection als onze partner bij de productie van deze vaccins. Ze kunnen een vaccinproductie binnen de kortst mogelijke tijdlijn realiseren, met de juiste kwaliteit”, zegt Wian de Jongh, CEO van AdaptVac.
“De urgentie om een ​​effectief vaccin te ontwikkelen om COVID-19 te bestrijden kan niet hoger zijn”, zegt BioConnection CEO Alexander Willemse. “We zijn trots en het is mooi dat we, vanuit Nederland, kunnen bijdragen aan een vaccin dat kan beschermen tegen nieuwe COVID-19-infecties.”[EINDE UPDATE]

Noord-Brabant behoort tot de meest innovatieve regio’s van Europa. Niet voor niets staat de provincie in Europa op nummer vijf in de lijst van regio’s met het hoogste aantal octrooiaanvragen. De ‘time-to-market’ voor nieuwe producten wordt echter steeds korter en de technologie steeds complexer. Zonder internationale partners zou Brabant zijn koppositie kunnen verliezen. De provincie zoekt daarom naar samenwerkingsmogelijkheden in 5 vergelijkbare regio’s in Duitsland: Noordrijn-Westfalen, Saksen, Thüringen, Baden-Württemberg en Beieren. Door gebruik te maken van elkaars kennis en kracht bouwen de partners aan een stevige propositie om samen de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen.

Vandaag: Life Science & Health

Over de hele wereld werken onderzoekers aan een vaccin tegen het coronavirus. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Het moet toch begin volgend jaar gaan lukken. Maar als het dan zover is, doemt er een nieuw probleem aan de horizon. Het vaccin moet voor de markt worden verpakt in die typische vaccinflesjes, vials. Of zelfs per dosis in een injectiespuit.

Het aantal farmaceutische vullijnen dat vaccins in een steriele omgeving kan verpakken, is wereldwijd beperkt. Vrijwel allemaal draaien ze al volop voor bestaande klanten. Behalve in het Brabantse Oss. Daar heeft BioConnection net een compleet nieuwe lijn laten installeren.

Historische grond

De tweede vullijn van de onderneming met een capaciteit van 40 tot 50 miljoen ‘vials’, per jaar, staat op historische grond. Hier begon, nu bijna een eeuw geleden, Organon met het winnen van insuline uit de alvleesklier van geslachte varkens. Het was uniek in de wereld.

De oude Organongebouwen zijn verdwenen. Op de fundamenten van het oude bedrijfsterrein is echter een compleet nieuw research & development center verrezen. Pivot Park is een campus voor open innovatie op het gebied van Life Sciences & Health. Inmiddels is in zeven jaar tijd Pivot Park uitgegroeid tot de thuisbasis van 60 biofarmaceutische onderzoeksbedrijven en instituten met bijna 600 medewerkers. Hier vindt op farmaceutische gebied het complete spectrum plaats van onderzoek en ontwikkeling tot en met de klinische productie van geneesmiddelen.

Hotspot farmaceutische successen

De provincie Noord-Brabant mag zich met recht ‘hotspot’ noemen als het gaat om farmaceutische successen. De helft van de totale Nederlandse productiewaarde in Life Sciences & Health (zo’n tien miljard euro) komt voor rekening van deze provincie. Bijna een kwart van alle banen in deze sector komt in deze provincie terecht. Vooral de tak biotech groeit uitbundig. Het aantal nieuwe vestigingen groeide sinds 2014 met 43 procent, waarbij het aantal banen in deze bedrijfstak verdubbelde.

Bij BioConnection is samenwerking met externe partners dagelijkse kost. Het is het wezenskenmerk van deze farmaceutische dienstverlener. “Het gaat er bij ons niet alleen om dat we een grote productiecapaciteit hebben”, zo legt Alexander Willemse, CEO van BioConnection uit. “Wij kunnen een grote bijdrage leveren aan de distributie van een coronavaccin of een geneesmiddel tegen dat virus. Met een capaciteit van 40 miljoen ‘vials’ per jaar, gaat het om 200 miljoen doseringen. Zet dat af tegen de 446 miljoen inwoners die Europa heeft. Dan snap je dat we een behoorlijke productiecapaciteit hebben. Maar het gaat ons ook om die innovatieve therapieën. Jonge bedrijven, spin-offs van universiteiten. Van kleine tot middelgrote ondernemingen; de niche van deze wereld”, betoogt Willemse.

‘Helpen bij opschaling’

“Wij kunnen”, zo vervolgt Willemse, “voor eerste klinische tests ook kleine hoeveelheden afleveren. Zij komen met producten bij ons die nog volop in ontwikkeling zijn. Bij ons kunnen ze die grondstof steriliseren. Onze eerste vullijn is uitstekend geschikt voor producten die nog in fase 1 verkeren. We kunnen zelfs met de hand afvullen. Wij ondersteunen deze startende bedrijven graag en helpen ze in een later stadium ook met de opschaling van hun productie. Niet iedereen zal de eindstreep halen. Dat is nu eenmaal zo met farmaceutische productontwikkeling. Maar de klant kan gewoon bij ons blijven. Vanaf de eerste kleine batches die met de hand gevuld worden, tot de volautomatische vulling van ‘vials’ en spuiten in grote eenheden.”

Alexander Willemse, CEO van BioConnection. Foto (c) BioConnection

BioConnection is slechts een van de ondernemingen die, net als toentertijd Organon, Brabant internationaal op de kaart zet als innovatieve farmaceutische regio. Een belangrijke reden voor het onderscheidende vermogen van Brabant in deze sector ligt in constructieve samenwerkingsmodellen.

‘Nederland proeftuin Duitse bedrijven’

Thijs Taminiau en Mark Koppers van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) leggen uit hoe zij zo’n ondersteunende rol vanuit Brabant zien voor Duitse ondernemingen.  “Nederland kan een mooie proeftuin voor Duitse bedrijven zijn. Het is een relatief kleine markt. De time-to-market is derhalve kort en je bent snel bij de consument. Daarbij zijn Nederlanders echte ‘early adopters’. Wij omarmen heel snel nieuwe technologie, ook op het gebied van de gezondheidszorg. Denk aan het digitaliseren van de zorg in zijn geheel, maar ook aan systemen voor hulp op afstand. Bijvoorbeeld in de thuiszorg met behulp van ‘medical wearables’. Daar kan Duitsland veel van ons leren”, aldus Taminiau, teamleider Foreign Investments van de BOM.

Europese samenwerking

Anderzijds biedt Duitsland kansen voor Brabantse ondernemers, omdat het een enorme markt is. “Daar kunnen we gemakkelijk opschalen. Maar er speelt ook iets anders. Als wij als Europa de uitdagingen van de toekomst aan willen kunnen, dan lukt dat alleen door Europese samenwerking. Dat geldt ook voor Duitsland.”

Koppers legt als Senior Projectmanager International Trade van de BOM voor Brabantse bedrijven contacten met potentiële partners in Duitsland. Daarbij loopt hij geregeld tegen het probleem aan dat ondernemingen daar niet direct aan Nederland denken als zij op zoek gaan naar internationale samenwerking.

Med-tech en e-health in Nederland al vrij volwassen

“Uit onderzoeken is gebleken dat de perceptie van de gemiddelde Duitse ondernemer van Nederland niet veel verder gaat dan grootleverancier van groente en fruit en vakantie vieren in Zeeland. Wij timmeren al jaren aan de weg met onze technologie-expertise. Inmiddels begint Nederland voor hen wel steeds interessanter te worden. Maar hun natuurlijke reflex is de blik naar het oosten te wenden, of samenwerking zoeken met grote landen als de Verenigde Staten of China. Grote economieën kijken nu eenmaal graag naar andere grote economieën.”

Brabant heeft volgens Taminiau veel te bieden. Vooral in het licht van de grote trends als de vergrijzing, de chronische ziektes en de gehele digitalisering van de gezondheidszorg. Brabant is goed op het gebied van med-tech en e-health. Inmiddels kijkt Duitsland met grote belangstelling naar de ontwikkelingen op dat gebied in Nederland en wat er al van in praktijk is gebracht. “In Nederland”, zo gaat Koppers verder, “is die markt namelijk al redelijk volwassen. Daar hebben we als Brabant een echte troef in handen.”

Je moet als Nederlandse onderneming wel goed beslagen ten ijs komen, waarschuwen beiden. Maar als er een duidelijke meerwaarde aanwezig is, forse besparingen of forse kwaliteitsverhogingen behaald kunnen worden, of een duidelijke efficiencyslag, dan zijn Duitse partners wel degelijk geïnteresseerd. “Dat moet je dus heel helder kunnen uitleggen en met referenties, het liefst in de Duitse markt zelf, kunnen bevestigen. Anders zullen Duitsers nooit overstapen op iets nieuws. Dat is een cultuurdingetje.”

Uitwisselen van kennis

Koppers benadrukt ook het belang van uitwisseling van kennis. Je moet van elkaars expertise op de hoogte zijn. Dat is wel eens lastig. Wij weten wat TNO allemaal kan. Maar we weten niet waar bijvoorbeeld de Fraunhofer instituten allemaal mee bezig zijn. Dat moet je bij elkaar zien te brengen. Alleen zo kun je versneld innoveren. Gelukkig zijn er al succesvolle vormen van samenwerking. Neem bijvoorbeeld het project Medizintechnik Holland  van Brainport Industries. Dat levert nog steeds nieuwe projecten op. Brabantse medtech-toeleveranciers staan daardoor inmiddels op de kaart. Er is hier veel expertise op het gebied van chirurgische instrumenten en apparaten als MRI-scanners. Zij maken al jaren onderdelen voor Philips. Dat kunnen ze ook doen voor Siemens Healthineers of Ziehm Imaging en Zeiss. Dat is inmiddels wel bij een aantal grote Duitse spelers doorgedrongen.”

Internationale samenwerking

Die ervaring heeft ook Demcon, een high-end technologieleverancier onder meer op het medische vlak, zo vertelt Edwin Beckers, Business Unit Manager Medical Systems. De onderneming stelt een rol te kunnen spelen op het gebied van systeemengineering en productontwikkeling. Dat zijn volgens Demcon expertises die niet altijd vanzelfsprekend zijn in Duitsland.

Een aantal Duitse multinationals in de LS&H is al klant bij Demcon, aldus Beckers. “We willen graag nog meer samenwerkingen aangaan. Ook met middelgrote bedrijven die zelf geen mechatronica of producten ontwikkelen. Bijvoorbeeld bedrijven die zelf meer in de pharma, microfluidica of lab-on-a-chip technologie zitten en een hardwarepartner zoeken.”

“Wij hebben inmiddels een ruime ervaring met Duitse klanten en leveranciers. “Met name bij de opstart is het belangrijk om te beseffen dat je niet met één bezoek een deal sluit. Je moet investeren, aan de relatie werken en de vertrouwensband laten groeien. Die investering betaalt zich daarna uit in een duurzame relatie waarin je uitstekend kunt samenwerken.”

Lees ook deze artikelen over de samenwerking tussen de provincie Brabant en de Duitse regio’s:

 Matchmaker voor Duitse en Brabantse bedrijven ziet veel kansen

Duitse ‘Gründlichkeit’ en Brabantse innovativiteit kan samen iets moois opleveren

Grote kansen voor Brabant als toeleverancier voor brandstofcellen