Author profile picture

Brabant behoort tot de meest innovatieve regio’s van Europa. Hier werken vrouwen en mannen in laboratoria en testruimtes aan de techniek van de toekomst. De ‘time-to-market’ voor nieuwe producten wordt echter steeds korter en de technologie steeds complexer. Zonder samenwerking met internationale partners zou Brabant zijn koppositie kunnen verliezen. De provincie zoekt daarom samenwerking met 5 vergelijkbare regio’s in Duitsland: Nordrhein-Westfalen, Saksen, Thüringen, Baden-Württemberg en Beieren. Door gebruik te maken van elkaars kennis en kracht bouwen de partners aan een stevige propositie om samen de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen.

Dat de wereld elektrificeert staat buiten kijf. Maar hoe die stroom het beste kan worden opgeslagen, is niet zo eenduidig. De provincie Noord-Brabant heeft al enkele jaren geleden in de plannen voor duurzame energie gekozen voor de ontwikkeling van de batterijtechnologie. Niet voor niets investeert de provincie 1,5 miljoen euro in een demonstratielijn van het Holst Centre in Eindhoven voor de nieuwe solid state thin film lithium-ion batterij. 

Innovatieve kracht Brabant

Brabantse ondernemingen staan vooraan bij de ontwikkeling van die nieuwe technieken. Ook de opkomst van waterstof als energiedrager biedt grote kansen voor het bedrijfsleven in deze provincie. Vooral de innovatieve kracht van Brabantse ondernemers maakt hen uitermate geschikt als partners en toeleveranciers bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld brandstofcelsystemen en toepassingen met die systemen. Nu al zijn Brabantse bedrijven als VDL en E-Trucks actief rond de ontwikkeling van bussen, vrachtwagens en vuilniswagens op waterstof. 

,,Je kunt gewoon niet meer om internationale samenwerking heen.”

Wouter van der Laak

Zowel Nederland  als Duitsland willen miljarden investeren in klimaatneutrale waterstofproductie. Dat moet leiden tot een inhaalslag op landen in het Verre Oosten zoals Japan, Zuid-Korea en China en een minder grote afhankelijkheid van fabrikanten uit die regio. Juist de coronapandemie heeft duidelijk gemaakt dat er een groot gemis is aan systemen en technieken die in de eigen Europese regio zijn ontwikkeld. Nederland en Duitsland maken inmiddels deel uit van het zogenaamde Pentalaterale Forum, waarin ook België, Luxemburg, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland zitting hebben. Het doel is om te komen tot een gezamenlijke, grensoverschrijdende en klimaatneutrale waterstofvoorziening in de Noordwest-Europese regio. 

“Je kunt gewoon niet meer om internationale samenwerking heen”, vindt Wouter van der Laak van WaterstofNet. WaterstofNet ontwikkelt en realiseert samen met industrie en overheden projecten en roadmaps rond duurzame waterstof voor zero-emissie transport en energieopslag. De focus ligt op Vlaanderen en Nederland. Van der Laak ziet daarbij grote kansen voor het Brabantse bedrijfsleven.  Vooral als het gaat om de ontwikkeling van brandstofcellen, apparatuur voor grootschalig productie en de daarbij behorende technieken en toepassingen, zoals voertuigen.

Rol bij ontwikkeling en productie van brandstofcellen

“We hebben in Brabant geen eigen producenten van brandstofcellen. Maar we hebben wel diverse ondernemingen die als toeleveranciers voor de productie van brandstofcellen een grote rol kunnen spelen. We zien het belang van regionale spelers in die hele waterstofontwikkeling. Wij hebben op dit moment 60 leden die bij het ‘Waterstof Industrie Cluster’ van WaterstofNet zijn aangesloten. Met die bedrijven zetten we continu vervolgstappen. Een van die voorbeelden is het project H2Haul waarin VDL samenwerkt met Elring Klinger in de Duitse deelstaat Baden Württemberg. Elring Klinger bouwt de brandstofcel die VDL in het kader van het H2Haul project in zijn trucks inbouwt.”

Mobiel tankstation voor waterstof

In een ander project, H2-Share, werd de onderneming Wystrach van  uit het Duitse Weeze (NRW) betrokken bij een Nederlandse proef met op waterstof rijdende trucks. “Je hebt namelijk niet overal tankstations waar je waterstof kunt tanken. Wystrach heeft een mobiel tankstation voor waterstoftrucks ontwikkeld”, vertelt Van der Laak. Zo kon de truck getest worden bij de eindgebruiker.

(c) Ektor Tsolodimos / DENS

Ook een jonge Brabantse onderneming als DENS ziet voordelen in samenwerking met buitenlandse partners, bijvoorbeeld uit Duitsland. DENS ontwikkelt motoren die Hydrozine (mierenzuur) als brandstof gebruiken. 

“Wij hebben behoefte aan samenwerking met vooral bouwers en ontwikkelaars van zwaar materieel die nu voornamelijk dieselmotoren gebruiken”, aldus Max Aerts, ceo van DENS. Ondernemingen als Liebherr zijn voor ons interessant, maar ook fabrikanten als Hydac, Bosch en Siemens. De techniek van DENS is namelijk een mooie vervanger van alle diesel aangedreven equipment. Dus kort gezegd: overal waar een diesel in zit, kan deze worden  vervangen door een DENS-motor.” 

Wij kunnen als jong en innovatief bedrijf snel en iteratief ontwikkelen

Max Aerts, CEO van DENS

“Op onze beurt kunnen wij weer kennis en ontwikkeling inbrengen op het gebied van energy systemen, elektrificatie, waterstof, waterstofdragers, brandstofceltechnologie, procestechnologie, waterstof zuivering en chemie. En wij zijn als jong en innovatief bedrijf en in staat snel en iteratief te kunnen ontwikkelen.”

Van der Laak ziet vooral grote kansen voor Brabantse ondernemingen als het gaat om het toeleveren van onderdelen van bijvoorbeeld brandstofcellen en grootschalige productie van groene waterstof via eletrolyzerse. “Brabantse partijen kunnen een belangrijke toegevoegde waarde leveren aan het ontwikkelen en produceren van onderdelen van die systemen. Het zou strategisch sterk zijn als toeleveranciers voor brandstofcellen en elektrolyse zich in Brabant zouden bevinden, dan hebben we alles meer onder eigen controle. Het is van groot belang dat we minder afhankelijk worden van landen buiten Europa die de toeleverketens beheersen en ook meer denken aan onze eigen kennis, kunde en werkgelegenheid.”

Visie van de provinciale overheid

Er is wat Van der Laak betreft wel een duidelijke visie van onder meer de provinciale overheid bij nodig. “Het is logisch dat in eerste instantie de focus ligt op batterijtechnologie. Prima, maar daarmee laat je kansen liggen. We hebben een integrale visie nodig op elektrisch rijden. Daar horen de kansen en ambities van waterstof voor Brabant bij. We zien immers dat men name Aziatische spelers nu sterk inzetten op waterstof, terwijl deze spelers ook op vlak van elektrificatie met batterijen eerder de lead hadden genomen. Daar zou de provincie een coördinerende rol kunnen spelen.”

In de visie van Van der Laak is er ook een belangrijke rol weggelegd voor de uitgebreide logistieke sector in die provincie. Het gaat daarbij zowel om de elektrificatie van de vloot, als om de ombouw van diesel naar waterstof als energiedrager voor de vrachtwagens. “Kunnen we dat niet versnellen door betere samenwerking en kennisuitwisseling tussen gemeenten. Denk bijvoorbeeld eens aan een gezamenlijke aanbesteding voor vuilniswagens.” Midden-Brabant staat nu op nummer 1 als logistieke hotspot. Een ambitieus vergroeningsplan hoort daarbij om het goede voorbeeld te geven en toekomstbestendig te blijven. 

Binnenkort goedkope stroom in overvloed

“Er zijn in Europa 160 bedrijven aangesloten bij de Brusselse organisatie ‘Hydrogen Europe’ en bezig in de waterstofsector om technologie te ontwikkelen en componenten en systemen te produceren. Er komt binnen afzienbare tijd goedkope stroom in overvloed beschikbaar. Dan nog op de verkeerde plek, maar al wel voor de juiste prijs. Als we dat willen verplaatsen naar plekken waar we het nodig hebben, dan zullen we toch een flexible energiedrager moeten hebben. Je kunt de wereld volleggen met kabels. Maar ik weet niet of dat een realistisch alternatief is.”

“Als we bijvoorbeeld”, zo vervolgt hij, “als eerste doel hebben we dat we in 2025 10 procent van de trucks met zero-emissie door Brabant willen laten rijden, dan moeten we werken aan tankstations. En die zullen er ook komen op het moment dat zo’n tankstation het commitment van een klant heeft -bijvoorbeeld een van die Brabantse transportbedrijven- die dagelijks met dertig tot veertig trucks komt tanken. Dat die stations er dan gaan komen, daar maak ik me geen zorgen over.” 

Ook Paul Gosselink van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) ziet kansen voor Brabant met groene waterstof. In zijn visie heeft Brabant in 2030 een substantiële positie in de elektrolysefabricatie. Dat moet worden gerealiseerd door een slimme combinatie van ondernemingen in de maakindustrie en de logistiek. “Inclusief de acquisitie van cruciale elektrolysekennis door buitenlandse bedrijven in Noord-Brabant een vestiging op te laten zetten.”

Interessant voor buitenlandse partijen

“Grote vrachtwagenfabrikanten als DAF zetten nog niet in op waterstoftrucks omdat de volumes nog te klein zijn. Maar dat ligt voor een bedrijf als VDL alweer heel anders. De verschillende VDL-bedrijven zijn interessant voor buitenlandse partijen rondom het maken van elektrolysers en fuelcells.”

“Ik denk dat wij troeven in handen hebben waardoor we buitenlandse partijen hier naartoe kunnen halen voor de kennis die wij zelf niet hebben. Denk maar eens aan de Japanse onderneming Asahi Kasei of partijen als ITM, NEL, Hydrogenics en Fuji. Asahi bijvoorbeeld is goed in het bouwen van alkaline elektrolysers. VDL heeft daarvoor specifieke kennis in huis.”

Industriële clusters

Er moeten volgens Gosselink nog flink wat kostenreducties worden doorgevoerd om concurrerend te worden met de huidige systemen. Daarvoor dient mede de GreenH2UB. Lokale overschot van groene energie (of grootschalige opwek daar waar het stroomnet dat nu niet toelaat) sla je op in groene waterstof voor lokale toepassing. Daar kun je ook innovaties veldtesten laten doen en daarmee aantonen dat die kostenreducties te bereiken zijn.

Ook is er nog een beperkt aantal bedrijven in Brabant dat echt al vol inzet op waterstof. “Dat is de reden dat FME samen met TNO Nederlandse waterstof elektrolyserverkenning heeft opgesteld. Daarin wordt onderzocht waar industriële clusters ontwikkeld kunnen worden. We zijn daarover, samen met de provincie en Brainport Development met een flink aantal bedrijven in gesprek. Voor veel partijen is het echter nog onduidelijk hoe groot die markt wel kan worden.” 

Lees ook deze artikelen over de samenwerking tussen de provincie Brabant en de Duitse regio’s:

 Matchmaker voor Duitse en Brabantse bedrijven ziet veel kansen

Duitse ‘Gründlichkeit’ en Brabantse innovativiteit kan samen iets moois opleveren

Andere IO-artikelen over de ontwikkeling van waterstof als energiedrager van de toekomst vindt u via deze link