Shenzhen © Pixabay
Author profile picture

Niet alleen een verbluffende nieuwe smartphone met een 7nm processor en chips gemaakt in China, maar ook 5,5G-technologieën om de kloof naar een 6G-infrastructuur te overbruggen: Huawei laat steeds duidelijker zien dat het geen zin heeft zich neer te leggen bij de Westerse sancties.

Huawei’s onlangs gelanceerde 5G-smartphone, de Mate 60 Pro, heeft een primaire 7nm-processor en andere chips die in China zijn gemaakt. Deze ontwikkeling laat zien dat de kloof tussen de landen in de halfgeleidersector kleiner wordt, ondanks de pogingen van de VS om de vooruitgang van China tegen te houden met exportcontroles en verstoring van wereldwijde toeleveringsketens. De geavanceerde chip van eigen bodem in de Mate 60 Pro heeft veel aandacht getrokken, wat zelfs tot stijgende beurskoersen heeft geleid.

Ondertussen lopen er Amerikaanse sanctieonderzoeken en klinkt de roep om strengere maatregelen tegen Chinese techbedrijven steeds luider. Temidden van deze geopolitieke en economische spanningen blijft China streven naar technologische zelfvoorziening en vormt het een steeds grotere uitdaging voor de VS in de halfgeleiderindustrie. Ondanks – of misschien wel door? – de sancties.

Symbool van veerkracht

Vorige maand onthulde Huawei de Mate 60 Pro, een smartphone met een 5G Kirin 9000S processor, ontworpen door Huawei’s chipdivisie HiSilicon en geproduceerd door China’s grootste chipleverancier SMIC. Deze doorbraak verraste de westerse media, die hadden gerekend op een afname van China’s chipcapaciteiten als gevolg van Amerikaanse exportcontrolemaatregelen. In plaats daarvan toonde de lancering van Huawei veerkracht: zelfs met verouderde technologie en machines kon een concurrerende chipset worden gemaakt.

Daarmee is Huawei er nog niet trouwens. Er blijven twijfels bestaan over het vermogen van Huawei om zonder westerse hulpmiddelen in massa chips te produceren. Het tekort aan geavanceerde chips kan een grote uitdaging vormen, zeker ten opzichte van concurrenten zoals TSMC en Qualcomm. Huawei is vastbesloten om zijn aanwezigheid in de 5G-smartphone-industrie te herstellen, met een doelstelling van veertig miljoen verkochte smartphones in 2023. De hoge kosten en de lage opbrengst van de 5G-chips vormen echter aanzienlijke obstakels. Bovendien beperkt Huawei’s afhankelijkheid van Google’s Android besturingssysteem en ontwikkelaarsdiensten de aantrekkingskracht van zijn mobieltjes buiten China.

Het geopolitieke toneel opschudden

De lancering van de Mate 60 Pro heeft verstrekkende gevolgen gehad op het geopolitieke toneel. Huawei’s gebruik van een in eigen land geproduceerde chip wordt gezien als een overwinning op de Amerikaanse sancties en een symbool van China’s groeiende zelfredzaamheid. In het Westen heeft het juist gezorgd voor een ondermijning van het vertrouwen in de lopende sancties en de roep om deze uit te breiden aangewakkerd.

Een dergelijke uitbreiding kan de lopende technologieoorlog verder compliceren en tevens een uitdaging vormen voor Amerikaanse bondgenoten in de chipsector, zoals Zuid-Korea, Taiwan, Duitsland en Nederland. De regering Biden is al begonnen met een onderzoek naar mogelijke schendingen van sancties. Nu is dat nog wel het geval, maar de vraag is of de bondgenoten de VS in alles zullen blijven volgen.

De weg naar zelfvoorziening

China’s ambities stoppen niet bij de Mate 60 Pro. Het land werkt hard aan de ontwikkeling van zijn eigen Extreme Ultraviolet (EUV) machines om te concurreren met de Nederlandse techgigant ASML. Momenteel heeft ASML het monopolie op EUV-machines, wat essentieel is voor de productie van krachtige chips. Door beperkingen die de Nederlandse overheid onder druk van de VS heeft opgelegd, kan ASML echter alleen minder krachtige DUV-machines aan China verkopen. Ondanks deze beperkingen hebben Chinese bedrijven chips met een aanzienlijk vermogen geproduceerd met DUV-machines, waardoor de roep om meer exportcontroles op ASML-technologie is ontstaan.

Hoewel China’s doel om in 2025 voor zeventig procent zelfvoorzienend te zijn op het gebied van chips aanzienlijk is vertraagd, blijft de vastberadenheid van het land onveranderd. Het Chinese technologiebedrijf DongFang JingYuan Electron werd in 2021 zelfs beschuldigd van diefstal van intellectueel eigendom door ASML, maar dit leidde niet tot significante ontwikkelingen in de Chinese technologie-industrie. China’s aanhoudende investeringen in geavanceerde verpakkingstechnieken zijn erop gericht om een hoog niveau van chipefficiëntie te bereiken zonder afhankelijk te zijn van EUV-machines.

Wereldwijde trends

Er is nog een ontwikkeling die Huawei’s veerkracht aantoont. Op het Global Mobile Broadband (MBB) Forum in Dubai lanceerde het bedrijf 5.5G-technologieën, een soort tussenstap tussen 5G en 6G. Het 5.5G-netwerk van het bedrijf zal naar verluidt tien keer hogere snelheden, meer veiligheid en hogere intelligentie bieden, hoewel het exacte verschil tussen 5G en 5.5G tijdens de beurs vaag bleef.

Het forum benadrukte de rol van 5G in gebieden zoals autonome voertuigen en IoT, waar Huawei graag een dominante positie wil verwerven. Ondanks Europese weerstand is Huawei succesvol in de Midden-Oosterse markt, met alleen al meer dan tweehonderd regionale overheidsgerelateerde klanten. De recente vooruitgang van Huawei zou de race om de aanleg van technologische infrastructuur kunnen verstoren, vooral in de context van het aanstaande 6G.

De impact van sancties

Om te begrijpen wat dit allemaal zou kunnen betekenen, is het ook nuttig om te kijken naar wat Agathe Demarais in 2022 schreef over de impact en het effect van sancties in haar boekHow Sanctions Reshape the World Against U.S. Interests‘. Als de resultaten niet snel worden geboekt, kunnen sancties juist averechts werken, schrijft ze. Demarais laat de toenemende afhankelijkheid van economische en financiële sancties door de Verenigde Staten zien. Ze gebruikt historisch bewijs voor haar stelling dat sancties alleen effectief zijn als ze beperkte doelen hebben, snel resultaat opleveren, gericht zijn op een economisch kwetsbaar land en internationaal goed gecoördineerd worden.

Zelfs met een Chinese economie die duidelijk betere tijden gekend heeft, kunnen we concluderen dat aan deze voorwaarden niet voldaan wordt. Het zou voor het Westen verstandig zijn de Chinese veerkracht niet te onderschatten en op zoek te gaan naar alternatieven voor sancties.