Op z’n tijd lusten we allemaal wel eens een vette hap. Je loopt een fastfoodrestaurant binnen, plaatst je bestelling en vijf minuten later krijg je zo’n plastic dienblad met een papieren placemat, een papieren hamburgerdoosje, een kartonnen bakje met frites en een kuipje met mayonaise. Daarnaast pak je een stapeltje servetjes: voor de vette vingers. Nog vijf minuten later is je buik vol en de bakjes leeg. Je loopt naar de prullenbak en veegt de hele mikmak met placemat en al naar binnen.
Dan nu de vraag: ‘Wat gebeurt er met je afval?’ Hoewel het fastfoodafval van papier en karton eigenlijk nog te vies is om bij het oud-papier te gooien, is het niet compleet waardeloos. Van het hoofdbestanddeel van papier -cellulose- kun je nieuwe grondstoffen maken. Het Nederlandse bedrijf Recell group houdt zich daarmee bezig.
Nuttige grondstof
“Cellulose is buitengewoon nuttige vezel, die wij als mensen gek genoeg enorm veel weggooien”, legt Erik Pijlman, oprichter van de Recell group, uit. “Je hebt het dan niet alleen over alle verpakkingsafval van de voedselindustrie, maar ook bijvoorbeeld over wc-papier in onze riolering.”
De Recell group gebruikt deze cellulose bijvoorbeeld om er een composietmateriaal van te maken. Bij composiet worden verschillende vezels gecombineerd tot een materiaal dat bruikbaar is om allerlei producten van te maken, die normaliter van plastic zouden worden gemaakt.
“Bij het produceren van, laten we zeggen, een tuinbankje, zouden we daarmee zo’n 65 procent van het door aardolie vervaardigde plastic kunnen vervangen door dit duurzame materiaal”, zegt Pijlman.
Begonnen met rioolwater
De eerste bron van cellulose die de Recell group aanboort, is dat wat wij iedere dag door de toilet spoelen. WC-papier zorgt voor enorme hoeveelheden cellulose in het rioolwater. Daarom is de onderneming een samenwerking aanmgegaan met de Nederlandse waterschappen. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten. Het afval dat normaliter niet gerecycled kan worden, moet worden verbrand. Hierbij is er veel uitstoot van verschillende schadelijke gassen. Daarnaast gaan bij deze verbranding dus nuttig primaire grondstoffen verloren.
“Zelfs als je de energie meerekent die onze verwerking kost, heeft dit proces een positief milieu-effect. Omdat wij de cellulose uit het afvalwater halen, dalen uiteindelijk daarmee de verwerkingskosten. De waterschappen zij daardoor goedkoper uit, en dus ook uiteindelijk de consument”, aldus Pijlman.
Economisch rendabel
“Natuurlijk is er in het bedrijfsleven intrinsieke motivatie om iets aan duurzaamheid te doen, maar je ziet pas dat het echt vliegensvlug gaat als er ook een economische prikkel is”, legt Pijlman uit. Cellulose is een grondstof die erg nuttig kan zijn voor een toch wat conservatieve productiesector. Zodra zo’n vervangende grondstof economisch gezien rendabel wordt, dan is het voor bedrijven een stuk makkelijker om de overstap te maken naar dat alternatief, zegt Pijlman enthousiast.
Overlevingsstand
Covid-19 was een flink probleem voor de ontwikkelingen in de cellulose-industrie. Pijlman merkte dat het in tijden van crisis lastig is om zo’n vernieuwing en veelbelovende ontwikkeling aan de man te brengen. “Je merkt dat bedrijven even in de overlevingsstand staan. Dan blijven ze bij hun kernwerkzaamheden en houden ze verder even de boot af voor nieuwe ontwikkelingen.”
De oorlog tussen Rusland en Oekraïne zorgt juist wel voor meer interesse in zijn bedrijf. Pijlman: “Zo’n oorlog is natuurlijk vreselijk en laat op bedrijfsgebied ook zien hoe afhankelijk je bent op het gebied van grondstofleveranties. Dan zijn potentiële nieuwe grondstofbronnen cruciaal. Daarom willen wij uiteindelijk dat straks van alle hamburgerbakjes nuttige grondstoffen worden gemaakt.”