Onderzoekers van de TU Eindhoven en DIFFER hebben nanolaser ontwikkeld die in alle richtingen licht geeft. Dat de laser rondom licht geeft, komt door iets dat je normaal niet wil hebben in nanotechnologie: foutjes in het materiaal. De onderzoekers denken dat deze laser veel nieuwe toepassingen kan hebben, maar hopen vooral andere wetenschappers met de resultaten aan de slag gaan. Het onderzoek is vrijdag gepubliceerd in Physical Review Letters.
De structuren die worden gemaakt in de nanowetenschap zijn zo klein dat het vrijwel onmogelijk is om ze perfect te maken. Een dergelijk gebrek aan grip op de exacte vorm en samenstelling, is normaalgesproken een vloek voor wetenschap en technologie. Maar onderzoekers van de TU Eindhoven hebben hier hun voordeel uitgehaald. Ze lieten bewust een beetje chaos toe in het materiaal dat ze gebruikten om nanolasers mee te maken. Dat kleine beetje wanorde zorgde voor een grote verandering: de laser scheen niet meer slechts in één richting, maar in alle richtingen.
Hoofdonderzoeker hoogleraar Jaime Gomez Rivas denkt dat de nieuwe laser in allerlei gebieden toepassing kan vinden. In vergelijking met leds is het licht veel helderder en nauwer afgebakend. Daarom zou hij goed geschikt zijn voor licht op microscopen, waar nu leds nog de standaard zijn. LIDAR is een andere mogelijke toepassing (Laser Imaging Detection And Ranging). Deze technologie wordt onder andere toegepast in auto’s, vooral voor afstandsbepaling. De huidige LIDAR-systemen hebben een of meer lasers en een set snel bewegende spiegels om een groot oppervlak te bereiken met het licht. Een laser die alle kanten uit schijnt, heeft die spiegels niet nodig, waardoor de systemen flink eenvoudiger zouden kunnen worden. En zelfs gewone verlichting is een mogelijke toepassing, vertelt Gomez Rivas. “Maar onze resultaten zijn erg fundamenteel. We hopen vooral dat dit andere onderzoekers aanzet om nog betere resultaten te bereiken, bijvoorbeeld door de laserdrempel nog verder te verlagen en de hoeveelheid kleuren te vergroten.”
De onderzoeksgroep die deze studie deed is onderdeel van de faculteit Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven en haar Institute for Photonic Integration. De groep maakte voorheen deel uit van onderzoeksinstituut DIFFER, waar het experimentele deel van dit onderzoek is uitgevoerd.
Foto: Alexei Halpin, TU Eindhoven