Soms kan het snel gaan. Vorig jaar februari kenden de vier studenten van de TU Eindhoven (TU/e) en hun medestudent van de Radboud Universiteit elkaar nog niet. Ze kwamen bij elkaar via een project bij innovation Space van de TU Eindhoven. De opdracht: een cognitieve trainingstool ontwikkelen voor PSV. De vijf ontwikkelden een werkend prototype, wonnen drie prijzen in twee wedstrijden, registreerden zich, met Aristotle, als onderneming bij de Kamer van Koophandel én ze tekenden een contract met PSV voor een langdurige samenwerking.
De TU Eindhoven (TU/e) is een broedplaats van nieuwe ideeën die leunen op wetenschappelijk onderzoek. Soms groeien deze ideeën uit tot spin-offs en start-ups. Daarmee komt wetenschappelijk onderzoek een stap dichter bij de maatschappij. In samenwerking met The Gate en de TU/e zet Innovation Origins elke maand een innovatieve onderneming in de schijnwerpers die voortvloeit uit wetenschappelijk onderzoek. Deze keer: Aristotle.
Stapje verder
“We zijn echte maten geworden”, zegt Maurits Overmans, mede-oprichter van de start-up. “Al vanaf het begin zegden we elkaar toe ervoor te willen gaan. We bouwen aan een mooie toekomst voor onszelf, samen met de organisaties die ons vanaf dag één vertrouwen hebben gegeven.”
Tijdens het project gingen de studenten verder dan wat de opdracht was. Ze kwamen tot een werkend prototype, terwijl een uitgewerkt idee ook al goed was. Resultaat: een tien. Mede door de begeleiding vanuit PSV werden ze gedreven om net een stapje verder te gaan. “De sportwetenschappers van PSV gaven ons het vertrouwen en de kans om ons idee verder uit te werken. Dankzij constructieve feedback konden we de stap naar een werkend prototype maken”, vertelt Dirk Aarts mede-oprichter van Aristotle.
De software van Aristotle omvat wetenschappelijk onderbouwde cognitieve taken, legt Aarts uit. Het helpt de sportwetenschappers de spelers individueel te trainen om sneller te kunnen reageren, beslissen en handelen op het veld. Overmans: “In het veld moeten de spelers continu keuzes maken. Ze moeten anticiperen, impulsen kunnen onderdrukken en snel kunnen handelen. De speelruimte op het veld, en daarmee de bewegingsruimte, wordt steeds compacter; meer spelers op een klein stukje van het veld. Spelers staan onder druk en moeten met die stress kunnen omgaan. Ze moeten op het juiste moment de juiste keuzes maken om van meerwaarde te zijn voor het team.”
Sociale dynamiek
Hoe het werkt? Een speler ziet op een scherm voor en naast zich cognitieve oefeningen verschijnen. Met een controller in de hand reageert de speler op die oefeningen. Ondertussen voert hij ook voetbaloefeningen uit. Zo wordt de dynamiek op het veld nagebootst.
Een cognitieve test doe je normaal gesproken op een laptop, legt Aarts uit. “Dat is heel statisch en elimineert de sociale dynamiek die er in de echte situatie is. Door de controller toe te voegen kun je weg van je laptop.” Overmans: “Door cognitieve en een fysieke oefeningen te combineren, worden de spelers blootgesteld aan overstimulatie van het brein. In die situatie moeten ze blijven presteren en leren ze zich aan te passen.”
PSV richt zich met deze cognitieve training vooral op de jeugd van 13 tot 23. Overmans: “Ze moeten leren omgaan met de overstimulatie op het veld. Een trainer kan ze als het waren gecontroleerd in een situatie brengen waarin de druk hoog is.”
Supportnetwerk
Elke speler krijgt een persoonlijk profiel. Voor elke oefening krijgt hij een score. Zo kan de trainer de progressie van de individuele spelers volgen en de training persoonsgericht aanpassen. PSV heeft hiervoor een apart trainingsgedeelte ingericht.
Tijdens hun project besloten de studenten om zich in te schrijven voor de TU/e Contest, een wedstrijd die studenten uitdaagt om van hun idee een product te maken. Ze wonnen de Talent Award en de Audience Award. In november togen ze naar Helsinki voor het internationale start-up event Slush.
Overmans en Aarts waarderen de support die het team kreeg en nog krijgt. Overmans: “Ik weet niet precies wanneer het is ontstaan, misschien al tijdens het vak of juist door die TU/e wedstrijd, maar ik vond het heel vet om te merken dat veel mensen achter ons gingen staan. Vanuit TU/e innovation Space, maar ook van andere mensen van buiten de TU/e. Er is een soort supportnetwerk ontstaan van mensen bij wie we terecht kunnen voor advies, mensen die vertellen waar zij tegenaan zijn gelopen, of gewoon even met ons willen praten. Hoe het is ontstaan weet ik niet, maar we zijn heel dankbaar dat dat is gebeurd.”
Het team stond vorig jaar oktober met een stand op Dutch Design Week in Eindhoven. Daar merkten ze de interactie die ze kregen met gebruikers. Overmans: “We kregen van iedereen positieve feedback. Mensen vinden het leuk om te doen en ze snappen het idee erachter.”
Het menselijke
“We zijn een softwarebedrijf, maar het mooie is dat we heel nauw contact hebben met de mensen die de technieken gaan gebruiken”, gaat Overmans verder. Bij PSV zijn dat de sportwetenschappers en de spelers. Maar de start-up richt zich niet alleen op de topsport. “We willen ook mensen helpen die moeten revalideren of moeilijk kunnen leren”, zegt Aarts. Daarom ontwikkelt het bedrijf ook software dat mensen met leerachterstanden kan ondersteunen in hun ontwikkeling. “In de toekomst kunnen we dit uitbreiden naar preventie of revalidatie in de zorg.”
“Daarmee willen we de kwaliteit van leven voor die mensen verbeteren”, zegt Aarts. Overmans: “Als je niet mee kan in het normale leersysteem, dan mis je ook sociale participatie. Het verschil wordt dan alleen maar groter. Je kunt aan minder dingen meedoen. Wij willen dat verschil kleiner maken.”
Dat menselijke aspect staat centraal bij Aristotle, benadrukt Overmans. “De grootste stimulator van het hele proces om tot onze tool te komen, zijn de interacties met de gebruikers. Door de intensieve samenwerking met de sportwetenschappers in het trainingscomplex van PSV konden we heel snel overgaan tot het gebruik van de techniek. Die centrale rol van gebruikers in de totale ontwikkeling van onze software blijft voorop staan. Dat menselijke is voor mij persoonlijk heel belangrijk en ik denk voor ons hele team.” Waarop Aarts bevestigend zegt: “Dat is inderdaad de filosofie die achter ons programmeerwerk zit.”