In mijn ‘LinkedIn bubbel’ kom ik ze de afgelopen maanden steeds weer tegen, de video’s van de Federatie Vruchtgroenten Organisaties (FVO) met als titel ‘Kom uit de kas’. In zes afleveringen vertelt eco-modernistisch bioloog Hidde Boersma over een aantal aspecten van de glastuinbouw. Door mijn werk op het snijvlak van tuinbouw en technologie als robotica, AI en data is mijn favoriet de aflevering ‘Kom uit de kas – Techniek die verwondert’. Deze gaat over innovaties in de glastuinbouw op het gebied van automatisering, kunstmatige intelligentie en robotica.
Kennis en technologie verkopen
In deze en de andere video’s in de serie wordt ervan uitgegaan dat de glastuinbouw een zeer belangrijke bijdrage levert aan het voeden van de sterk stijgende wereldpopulatie. Deze boodschap sluit aan bij die van ‘Feeding en Greening the Mega-cities’.
In het kort komt deze erop neer dat we als Nederland niet langer voedsel de hele wereld over sturen maar ervoor zorgen dat we onze kennis en technologie verkopen. Hiermee kan dan wereldwijd, dicht bij de plek waar het voedsel nodig is worden geproduceerd met onze hightech teeltmethoden.
Mooi verhaal zou ik zeggen.
Steeds meer gezond en veilig voedsel geproduceerd op een klein oppervlak gebruikmakend van onze kennis op gebied van veredeling, (biologische) gewasbescherming, hightech kassen en wetenschappelijke kennis van de beste universiteiten.
De juiste weg
De vraag die echter steeds meer wordt gesteld is of al die hightech nu wel de juiste weg is. Moeten we met veredeling steeds meer rassen ontwikkelen die minder gevoelig zijn voor ziekten en meer opbrengen? Is het juist niet beter om veel meer samen met en in de natuur te gaan produceren. Geen assimilatielicht en kunstmest om in de winter aardbeien te telen in Nederland maar alleen groenten van het seizoen en juist minder produceren per vierkante meter?
Naast de overtuiging dat de productie in hightech kassen dé oplossing is voor het voedselsysteem van de toekomst is er ook de overtuiging dat we juist veel minder technologisch en meer in harmonie met de natuur moeten gaan telen. Mix voedselproductie met extensivering, natuur en biologische teelt.
Tovenaars en profeten
De auteur Charles C. Mann bedacht namen voor de beide kampen. Hij gebruikte in zijn boek ‘The wizard and the prophet’ de term ‘tovenaars’ voor de mensen die wijzen op de vindingrijkheid van de mens. De technologen die oplossingen zien in automatisering, robots en veredeling. De ‘profeten’ wijzen op de natuurlijke grenzen van de aarde, de eindigheid van grondstoffen en de noodzaak om met de natuur samen te werken.
De vraag is wie heeft er gelijk? Zijn dat de tovenaars of de profeten?
In mijn hightech glastuinbouwbubbel zou ik zeggen biologische teelt is heel goed maar om dat te realiseren hebben we nooit voldoende land en het zal veel te duur zijn. En wat als we geen aardbeien meer telen in de winter, komen ze dan niet toch gewoon uit het verre buitenland omdat er toch vraag naar zal zijn? En hoe zit het daar met gewasbescherming en gebruik van energie?
Toekomstig voedselsysteem
Interessant wordt het als je de beide ‘tegenstanders’ bij elkaar brengt. Een gezamenlijke discussie leidt vaak tot het besef dat er best veel te winnen is in compromissen maar ook dat er ruimte is voor beide opvattingen. Dat samen in discussie gaan is mooi weergegeven in de documentaire ‘The Future of food’ waarin Hidde Boersma samen met politicoloog Joris Lohman in gesprek gaan over het toekomstige voedselsysteem.
Voor mij ook weer eens een goede herinnering om verder te kijken dan je eigen bubbel maar vooral ook meer te leren van ‘tegenstanders’ met een andere kijk op de zaak. Hoog tijd dus voor een gesprek tussen de tovenaars en de profeten!