The Space Week was nog maar net begonnen, toen op zondagochtend de blik al vol op de volgende editie ging. Want hoeveel er deze week ook te beleven valt, de uitgave van 2024 belooft nu al een overtreffende trap daarvan te worden. De druk bezochte NL Space Tent, het tijdelijke paviljoen waar de Nederlandse space sector zich zondag aan het publiek presenteerde, liep er zelfs even bijna leeg voor: de aankondiging van astronaut André Kuipers van wat er volgend jaar zoal gebeurt. Meest in het oog springend daarbij is dat het jaarlijkse wereldwijde congres van de Association of Space Explorers (ASE) – beter bekend als het astronautencongres – van eind september tot begin oktober Noordwijk zal aandoen.
In de aanloop naar dat congres willen Kuipers en het team van NL Moonshots ‘24 zo’n honderd studententeams – samengesteld uit mbo-, hbo- en wo-studenten – aan de slag laten gaan met prangende kwesties die met behulp van ruimtevaartkennis een paar slagen dichter bij een oplossing kunnen komen. Zijn oproep afgelopen zondag leverde meteen de eerste aanmeldingen op van studententeams die wel wat zagen in zo’n Moonshot. Dat ze in hun zoektocht de hulp krijgen van echte astronauten zal daarbij zeker meegeholpen hebben.
De aankondiging van André Kuipers was onderdeel van een dag vol informatie over al het moois dat de ruimtevaart ons afgelopen jaren gebracht heeft. Toch ging de aandacht van veel workshops en sprekers – zoals altijd tijdens de ESA-ESTEC open dagen – vooral ook naar wat daar de komende jaren nog aan kan worden toegevoegd. Daarvoor zijn dan wel meer mensen nodig die zich hier in willen verdiepen; niet zo gek dus dat veel van de onderdelen gericht waren op scholieren en studenten.
Ruimte voor iedereen
“We zijn altijd erg blij met de grote belangstelling van jonge mensen”, zegt directeur Marc Sandelowsky van NL Space Campus. “Maar dat geldt ook voor alle andere leeftijdscategorieën. The Space Week is er om oud en jong te enthousiasmeren over de resultaten van de ruimtevaart. Hier is – letterlijk – ‘ruimte’ voor iedereen en hoe meer mensen zich realiseren dat de ruimtevaartcluster van meerwaarde is voor heel veel sectoren, des te beter het is.”
Sandelowsky nam vlak na de eerste editie van The Space Week het directeursstokje over van Esther Peters en kan dus voortbouwen op een gevestigd event. Toch zijn er deze week wel wat veranderingen zichtbaar. “Het zijn eigenlijk meer logische doorontwikkelingen dan veranderingen”, zegt Sandelowsky. “En de meeste daarvan liggen volledig bij onze partners in dit event. Want wij zijn dan als campus misschien wel de aanjager en regisseur voor veel activiteiten, het zijn vooral de partners die er invulling aan geven.’
De campusdirecteur wijst op de eerste plaats naar ESA-ESTEC als mede-organisator, maar daarnaast naar partijen als Netherlands Space Office, SpaceNed, Space Expo, SBIC, SRON, gemeente Noordwijk, provincie Zuid-Holland en de universiteiten van Delft en Leiden. Voor een deel is dat ook zichtbaar in de locaties van The Space Week. Hoewel NL Space Campus in Noordwijk het logische centrum is van alle activiteiten, zijn er inmiddels verschillende extra locaties aan het evenement verbonden. Net als vorig jaar is de stad Leiden onderdeel van het programma, maar daar komen dit jaar ook activiteiten bij in Amsterdam, Delft en Den Haag.
Best kept secret
“Jarenlang waren we het best kept secret van Nederland”, zegt Anja Appelt, ESTEC Site Coordination Officer, mede namens directeur Dietmar Pilz. “Maar door alle samenwerkingen die we in de loop der jaren van hieruit hebben opgezet is dat gelukkig niet meer het geval. Met 3000 medewerkers en 120.000 bezoekers per jaar zou dat ook niet meer terecht zijn. ESA-ESTEC is het grootste ruimte-testcentrum van Europa en dat willen we ook tijdens onze open dagen altijd uitstralen.”
Vanuit Noordwijk worden nieuwe ruimtemissies ontwikkeld, satellieten getest en plannen gemaakt voor de Europese ruimtevaart. “Op onze open dag hebben we bijvoorbeeld de satelliet Hera kunnen laten zien. Die gaat volgend jaar de ruimte in en moet ons in de toekomst gaan beschermen tegen binnenkomende asteroïden. Op die manier kunnen we onze bezoekers heel goed duidelijk maken wat het belang is van ruimtevaart.”
Space Expo
Een belangrijk deel van de activiteiten tijdens The Space Week vindt zoals altijd plaats in en rond Space Expo, niet voor niks hét ruimtevaartmuseum van Nederland. “Hier komen kennis, informatie en educatie samen”, zegt directeur Barbara Hoppel. “En daarbij richten we ons zowel op de geschiedenis als op het heden en de toekomst. Onze grootste doelgroepen zijn gezinnen met kinderen en mensen die voor het eerst kennismaken met de ruimtevaart. Daarnaast ontvangen we ook heel veel schoolklassen en ruimte-professionals. We streven ernaar de etalage van de Nederlandse ruimtevaartindustrie te zijn; de katalysator van nieuwe bedrijvigheid. We kunnen zo ook een impuls geven aan de ontwikkeling van de campus zelf.”
Zondag was voor Hoppel meer dan alleen een geslaagde open dag; het was ook de opening van de nieuwe tentoonstelling ‘Earth from Space’ die het museum samen met ESA heeft ingericht. “In deze interactieve experience zie je de aarde zoals je hem nog nooit eerder hebt gezien: door de ogen van satellieten. Gebruik echte satellietgegevens om veranderingen in land, water, ijs en lucht te onderzoeken, geprojecteerd op een grote wereldbol. Zoom in met onze aanraaktafel. Hoe zou dit land eruit zien als er geen dijken waren? Of als de zeespiegel stijgt? Vanzelfsprekend is die tentoonstelling ook na deze week nog volop te bezoeken.”
One Space Hub
Eén van die nieuwkomers is TU Delft, dat zich op verschillende momenten in het programma heeft genesteld. Logisch ook, gezien de aandacht die de universiteit heeft voor de ruimtevaart. “Dat zie je ook aan de groeiende studentenaantallen”, zegt Laura ten Bloemendal. “Ook dit jaar hebben we weer ruim 140 nieuwe eerstejaars space studenten welkom mogen heten.” Hoewel dat goed nieuws is voor de sector, is Ten Bloemendals focus tijdens The Space Week nog steeds primair gericht op het warm maken van nog meer jongeren voor de ruimtevaart. “We willen laten zien dat de ruimtevaart er voor iedereen is. We hebben daarvoor onze opleidingen, maar ook een Aerospace Innovation Hub, waar bedrijven ontstaan die ruimtevaarttechnologieën verwerken tot toepassingen op aarde.”
Het is een rol van de universiteit die wat onderbelicht blijft, zegt Ten Bloemendal. “In ons onderzoek zijn we superspecifiek, maar pas dankzij een sterke basis van ondernemerschap kunnen daar waardevolle toepassingen uit ontstaan. Met challenges vanuit het bedrijfsleven en een voucher program voor startende ondernemers brengen we die werelden bij elkaar.” De verbondenheid met de Nederlandse Space community is dan ook niet beperkt tot The Space Week. Zo is de One Space Hub in korte tijd een gevestigde kracht geworden binnen het ecosysteem. Met financiële steun van RVO richt dit twee jaar durende project zich op het verstevigen van het ondernemerschap binnen de ruimtevaartsector. Diverse kennisinstellingen en andere organisaties, waaronder NL Space Campus, uit het hele land zijn erbij betrokken.
Zakelijke effecten
De campus zelf probeert deze week de aandacht vooral te richten op de zakelijke effecten: de economische en sociale impact van de ruimtevaart. Sandelowsky: “Als campus hebben wij een meer bedrijfsmatige doelstelling. Wij zijn er niet voor het algemeen publiek, daar zijn die andere partijen veel beter in. Daar heb je Space Expo, de kennisinstellingen en de verenigingen voor. Onze achterban wil vooral weten hoe het zit met die impact die Space maakt op onze economie die we hebben. Vandaar dat wat wij deze week doen vooral een zakelijke insteek moet hebben; dat geeft anderen wat meer ruimte om hun eigen doelgroep te bedienen.”
Voor Sandelowsky is The Space Week geslaagd “als er weer een nieuwe groep mensen is gaan nadenken over de vraag wat er dankzij de ruimtevaart allemaal mogelijk is, en wat die persoon daar vervolgens zelf aan kan bijdragen”. Dat komt goed overeen met hoe de lokale en regionale overheden in de wedstrijd staan. “De ruimtevaart demystificeren”, noemt Renate Beausoleil van provincie Zuid-Holland dat. “Omdat 80% van de Nederlandse ruimtevaartactiviteiten in Zuid-Holland plaatsvindt, voelen we ons als provincie ook mede-verantwoordelijk voor deze sector. De doorontwikkeling van NL Space Campus is daarbij van belang, maar zeker ook The Space Week als jaarlijks evenement.”
Deze editie laat volgens Beausoleil de groei zien op het gebied van samenwerking. “Dat leidde ertoe dat we gezamenlijk tot een aantal events zijn gekomen. Op dinsdag bijvoorbeeld hebben NSO, NL Space Campus, Provincie Zuid-Holland en gemeente Noordwijk bij Netherlands Space Office (NSO) in Den Haag een bijeenkomst georganiseerd voor lokale en regionale overheden uit Zuid-Holland, met name gericht op gemeenten, maar ook op omgevingsdiensten en de provincie zelf. In een interactieve sessie met experts van Groundstation.Space en van NSO konden beleidsmedewerkers en datascientists concrete plannen maken voor het gebruik van satellietdata in beleidsopgaven op lokaal en regionaal niveau. Denk bijvoorbeeld aan het meten van hittestress in stedelijke gebieden en het meten van bodemdaling voor het beheer van de ondergrondse infrastructuur, zoals riolering en gas- en waterleidingen. Dat was een geweldige middag!”
Methaanconcentraties
NSO’s Coco Antonissen kan dat alleen maar beamen. “Die middag liet heel goed zien wat het praktische nut is van de satellietdata waar we over beschikken en die door iedereen gebruikt kunnen worden. Voor lokale overheden gaat het dan bijvoorbeeld om de vegetatie in duingebieden of het detecteren van milieucriminaliteit rond grondverzet. Voor lokale overheden gaat het dan bijvoorbeeld om de vegetatie in duingebieden of het detecteren van milieucriminaliteit rond grondverzet. Soms worden de data door overheden zelf verwerkt en geanalyseerd, maar ook het bedrijfsleven is vaak betrokken. Iedereen kan de satellietdata vanuit het satellietdataportaal gebruiken. Bedrijven bedenken vaak slimme toepassingen die overheden helpen bij het oplossen van maatschappelijke opgaven.”
Die toepassingen vinden we inmiddels ook ruimschoots bij het Netherlands Institute for Space Research (SRON). Met trots wijst Erik Arends op de wekelijks ververste mondiale kaart van methaanconcentraties. “Bedrijven weten het vaak niet en op de grond is het ook niet waarneembaar, maar vanuit de ruimte kun je de grootste methaanlekken zien en heb je een overzicht over de hele aarde. In de strijd tegen klimaatverandering is dat heel waardevolle informatie.” Zo waardevol dat SRON inmiddels samenwerkt met de Verenigde Naties om een mechanisme op te zetten dat bedrijven en overheden kan aanspreken bij lekken. Het is een relatief nieuwe rol waarover Arends op de open dagen in Groningen en Leiden met trots heeft verteld. “Van oudsher zijn we altijd meer bezig geweest met het heelal dan met de aarde, maar tegenwoordig is dat meer in balans. Je zou kunnen zeggen dat SRON zich precies tussen die twee in bevindt. Onze twee vlaggenschepen zijn daar de weerslag van: op de eerste plaats Tropomi, het Nederlandse satellietinstrument aan boord van de ESA Sentinel-5 Precursor. Maar daarnaast werken ook al hard aan de Athena röntgentelescoop, die het volgende decennium de ruimte in gaat om de omgeving van zwarte gaten te gaan onderzoeken.”
College Tour
NSO had als initiatiefnemer en opdrachtgever van het studentenprogramma ook een belangrijke rol bij de bekendmaking van de NL Moonshots ‘24 tijdens de open dag van ESA ESTEC. Directeur Harm van de Wetering nam na de persconferentie samen met ESA DG Josef Aschbacher, ESTEC directeur Dietmar Pilz, burgemeester van Noordwijk Wendy Verkleij, studente Kim Regnery en astronaut Pedro Duque deel in een panel over het bereiken van ‘the next space generation’. Van de Wetering: “De komst van zo’n grote groep astronauten is een unieke kans om de volgende generatie te inspireren met ideeën te komen die wij nooit zouden kunnen bedenken. Wie weet eindigen een paar van die ideeën wel als startup op de NL Space Campus.”
NSO heeft Lucien Geelhoed gevraagd NL Moonshots ’24 verder uit te werken en een campagne op te zetten om zoveel mogelijk studenten te bereiken. Geelhoed was vorig jaar vooral namens Leiden European City of Science betrokken bij The Space Week, nu gaat zijn focus dus naar NL Moonshots ‘24. “De aftrap zondag was alvast top: de College Tour met André Kuipers en Pedro Duque, de lancering van de Moonshots en direct al een aantal studententeams die zich aangemeld hebben.”
Ook na deze week zal Geelhoed veel van zijn tijd in dit project en de voorbereiding van het astronautencongres blijven steken. “We willen de volgende ruimtegeneratie betrokken krijgen. Onder het motto ‘Generation space, shaping our future together’ gaan we er het hele jaar voor zorgen dat alle 1,3 miljoen studenten in Nederland de kans krijgen te weten te komen wat er te halen valt in de ruimtevaart. Dat lukt niet als we dat alleen vanuit Noordwijk doen; we gaan dus overal in Nederland met ze in gesprek.”
Inspireren en teruggeven
The Space Week kent veel deelnemende partijen, elk met hun eigen rol en invulling. Maar het gemeenschappelijke doel is voor iedereen volstrekt helder. Erik Arends (SRON) noemt het een event van inspireren en teruggeven. Teruggeven omdat we ons werk kunnen doen dankzij de samenleving die hier geld in wil steken; inspireren omdat we ervan overtuigd zijn dat onze enthousiaste verhalen ook bij anderen weer een vuurtje kunnen aanwakkeren.” En iedereen is welkom om daar onderdeel van te worden, besluit Marc Sandelowsky. “Of je nu een individuele geïnteresseerde bent, met je hele gezin komt of als bedrijf wilt aansluiten: er is in The Space Week voor iedereen wat moois te halen. En vanzelfsprekend geldt dat ook voor de campus buiten deze acht dagen.”
Meer informatie:
Twitter/X: @TheSpaceWeek
LinkedIn: @nl-space-campus
Instagram: @thespaceweekNL
Thespaceweek.eu