Het eerste biertje gebrouwen met energie uit ijzerpoeder, een werkende generator op mierenzuur en een autonoom voertuig voor onderzoek op Antarctica. Het is zomaar een greep uit studentenprojecten die uitgroeien tot een bedrijf. De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), waar deze innovaties zijn ontstaan en ontwikkeld, geeft studenten veel ruimte voor ondernemerschap. Innovation Origins volgt hen op de voet en ziet hun bijzondere technologieën groeien van een idee op een bierviltje tot een bedrijf.
Han van Kasteren begeleidt al jaren studententeams bij het verwezenlijken van hun dromen. Hij coördineert de Energy Transition Track van de Honors Academy aan de TU/e. De Honors Academy is voor studenten die meer uitdaging zoeken in hun studie. Zij verlaten de schoolboeken en gaan aan de slag met een zelfgekozen project. Hier krijgen zij onder andere bij TU/e innovation Space de ruimte en faciliteiten voor. Onder begeleiding, maar zelf aan het roer doen zij nieuwe uitvindingen en zetten deze in de markt. “Studentondernemers krijgen in een jaar tijd veel meer voor elkaar dan gevestigde bedrijven ooit zouden kunnen”, stelt Van Kasteren.
Hoop
Ook na een bewogen en voor veel mensen overwegend negatief jaar als 2020 is hij hoopvol. De afgelopen vijftien jaar zag de coördinator ontelbaar veel studenten werken aan een duurzamere en betere wereld. Niet alle projecten slaagden, maar voor hem is het duidelijk: studenten gaan de wereld redden. “De verandering komt van jonge mensen. Zij durven en doen. Jonge mensen protesteren en willen echt verbeteren. Als je ouder wordt, dan ga je meer bezwaren voelen en word je onzekerder”, vertelt hij. “Ondernemen is onzekerheid. Als je jong bent kun en wil je meer risico nemen.”
De studenten bedenken de meest creatieve en innovatieve oplossingen waar onderzoekers en hoogleraren niet aan hadden gedacht. “Ik weet nog dat het Solar Team met het voorstel kwam om een auto te maken op zonne-energie die ook nog eens energie opslaat. Hoogleraren dachten dat dat niet zou lukken, maar de studenten flikten het wel”, vertelt Van Kasteren met gepaste trots. “Dat is ook wetenschap; iets is waar totdat iemand anders met een ander bewijs komt.”
Het verschil maken
Ondanks de beperkingen omtrent corona, zaten de studenten ook dit jaar niet stil. Het nieuwe Team POLAR is een soortgelijk verhaal als het Solar Team. De studenten willen een voertuig maken dat op Antarctica autonoom en zonder uitstoot onderzoek kan doen. “Dat klinkt complex en dat is het ook. Het eerste jaar waren zij voornamelijk bezig met de haalbaarheid van het idee. Inmiddels lijkt het veelbelovend en groeit het team hard”, zegt hij.
Lees hier meer over Team POLAR
Van Kasteren coacht de studenten door hun traject. “Het is ongelofelijk mooi om jonge mensen te zien groeien. Ik zie hen ontwikkelen van een stille student tot een zelfbewuste manager”, zegt hij. “Veel mensen zien alleen maar de negatieve dingen die in het nieuws komen. Maar ik ervaar ook een andere kant. Ik ondersteun veel studenten van over de hele wereld die echt het verschil willen maken.”
Samenwerken
Hiervoor hebben zij elkaar en elkaars innovaties nodig. De start-up DENS, ontstaan onder de vleugels van de Honors Academy, werkt aan een generator op mierenzuur als vervanger van diesel. “Dat is een stuk duurzamer, mits het mierenzuur op een duurzame manier geproduceerd wordt”, stelt hij. “Daar is team Renew CO2 dan weer mee bezig.” Zij maken mierenzuur van water en CO2.
Lees hier meer over DENS en over Renew CO2
Bovendien kan het dienen als opslag voor duurzame energie uit bijvoorbeeld wind en zon. “We weten allemaal dat de zon niet altijd schijnt en de wind niet altijd waait. We moeten dus op zoek naar manieren om energie op te slaan.” Dat is een nieuwe manier van denken met een ander businessmodel. Van Kasteren: “Studenten denken niet vanuit geld, maar zij willen hun omgeving echt verbeteren. Zij durven de stap te maken en gaan ervoor, terwijl bedrijven en overheden soms terughoudender zijn. Dat laat de kracht van studenten zien.”
Levenservaring belemmert
Hoe belangrijk zijn studenten dan bij het behalen van de duurzaamheidsdoelen? “Studenten zijn de drijvende kracht. Levenservaring kan een goed uitgangspunt zijn om iets wel of niet te doen, maar het kan je ook belemmeren. Oudere mensen hebben de neiging om hun blikveld te vernauwen. Studenten kijken meer open naar de wereld. Dat zorgt ervoor dat zij gedurfde keuzes maken en dat is ook nodig om de doelen te kunnen halen”, stelt Van Kasteren. Dat onderscheidt studenten ook van wetenschappers. “Wetenschappers zijn vaak veel met onderzoek en papers – wat overigens ook nuttig is – terwijl studenten gewoon doen.” Het gaat dan om de technologische innovaties die studenten ontwikkelen, maar ook om gedragsverandering.
Om echt duurzamer te gaan leven, is het aanpassen van gedrag volgens Van Kasteren onvermijdelijk. Technologie kan volgens hem veel veranderen, maar sommige dingen zijn niet met technologie op te lossen. “Kijk maar naar de huidige situatie met corona. We moeten thuis blijven en afstand houden, dat is een gedragscomponent.” Dat geldt ook voor een aantal veranderingen om duurzamer te leven. “We kunnen bijvoorbeeld ook minder vlees eten. Dat vermindert de CO2-uitstoot aanzienlijk. Daarnaast kunnen we ook auto’s delen in plaats van allemaal een stuk staal voor de deur neer te zetten dat 23 uur per dag stil staat”, stelt hij. Dit soort gedragsveranderingen beginnen volgens hem bij jonge mensen.
Nieuw onderwijs
“Studenten willen impact maken”, zegt Van Kasteren. Daar hoort ook een andere manier van onderwijs bij. “Nu gaan studenten eerst de schoolbanken in en leren ze veel, terwijl ze soms nog niet eens weten waarvoor ze die kennis nodig hebben. Daarna zien ze in de praktijk waarvoor ze de kennis kunnen gebruiken. Maar waarom doen we dat niet andersom? Studenten krijgen een probleem voorgeschoteld en gaan op zoek naar kennis die ze nodig hebben om het op te lossen. Ze leren dan veel sneller hoe ze in de toekomst ook moeten werken”, stelt Van Kasteren.
Lees hier meer over de interessante ontwikkelingen rondom studententeams
Bij de Honors Academy werken de studenten al volgens het principe van het zogenoemde challenge-based learning. “Ik krijg van studenten terug dat ze in die tijd meer leren dan in de andere jaren van hun studie”, zegt hij. “Ze gaan al in gesprek met bedrijven en kijken niet alleen naar het onderzoek zelf maar ook naar de implementatie ervan.” De universiteit wil deze manier van leren in 2030 in alle lagen van het onderwijs hebben ingebouwd. Van Kasteren is een voorstander: “Het vraagt een andere houding van docenten. Niet alleen informatie verstrekken, maar ook coachen. Docenten moeten studenten dan helpen, maar ook hun eigen fouten laten maken. Dat kan ingewikkeld zijn, maar het is ook zo mooi om studenten zich te zien ontwikkelen. Zij gaan het doen in de toekomst.”