Marketing manager Martijn Koerts van InnoEnergy in Eindhoven, een organisatie die geld van de Europese Commissie en private geldschieters investeert in innovatieve start-ups op gebied van energie zit deze dagen veel aan de telefoon. Op de achtergrond klinken kinderstemmen. Koerts zit thuis, zoals de meeste werknemers, om besmetting met Covid-19 te voorkomen.
Met hem gaat het goed. Maar hoe het met de 250 start-ups is waarin InnoEnergy investeert, is de vraag. „We zijn hun problemen nu aan het inventariseren. We bellen ze allemaal op. Daar zijn we vorige week al mee begonnen. Maar we hebben er nog geen goed beeld van omdat de problemen per start-up nogal van elkaar kunnen verschillen.”
Geen festivals
Koerts noemt een aantal voorbeelden. „Sinds gisteren weten we dat de maatregelen van de Nederlandse regering die het sociale leven en daardoor de economie voor een deel platleggen minimaal tot 1 juni van kracht zijn. Dat heeft ontzettend veel gevolgen. Zo zijn de festivals tot 1 juni afgelast. Dat is een tegenvaller voor een start-up als bijvoorbeeld Wattsun waarin we investeren. Die levert accu’s voor duurzame stroom op locatie zoals op festivals. Je kunt je voorstellen dat dit impact heeft.”
Ander voorbeeld. „Sommige start-ups maken draagbare zonnepanelen. Ik hoorde dat een van onze start-ups al sinds januari geen panelen meer heeft gekregen omdat de productie in China plat ligt. Die heeft zijn product dus niet kunnen leveren aan zijn klanten. Nog een voorbeeld. De producent van een nieuw type warmtepomp waarin we investeren is bezig met de certificering van het product. Die loopt nu vertraging op vanwege de situatie. Dat betekent dat het langer duurt voor het product de markt op kan.”
Zodra Koerts een overzicht van de knelpunten heeft waardoor start-ups in razend tempo in financiële problemen dreigen te komen of al zijn, gaat InnoEnergy zoeken naar oplossingen. „Die start-ups zijn onze nieuwe, duurzame economie. We willen niet dat die verloren gaat.”
Binnen drie maanden financieel probleem
Het beeld dat Koerts schetst, komt overeen met de cijfers die Techleap, een organisatie die steun geeft aan innovatieve start-ups die schaalbare techproducten ontwikkelen, afgelopen week publiceerde.
Daaruit blijkt dat 445 door Techleap ondervraagde start-ups bijna over de hele linie financiële problemen voorziet. De helft ervan zegt binnen een tot drie maanden tussen de 100.000 en 400.000 euro nodig te hebben om door te kunnen. Een derde zegt problemen door afgezegde bestellingen te hebben en een derde ziet dat investeerders zich terugtrekken waardoor ze vrijwel acuut in financiële problemen komen te zitten.
De vraag is hoe dit kan. „Start-ups hebben geen vet op hun botten”, zegt Arjen Strijker, mede-oprichter van Fundsup, een platform dat start-ups (volgens Strijker te definiëren als „schaalbare bedrijven jonger dan vijf jaar”) koppelt aan voor hen relevante investeerders die naast kapitaal ook advies over de ontwikkeling van het bedrijf verstrekken.
De meeste start-ups zijn dan ook een groot deel van hun tijd bezig met het regelen van funding. Velen maken ook nog geen omzet omdat ze hun product nog aan het ontwikkelen zijn. Dus als er dan geen geld van investeerders meer binnenkomt, zitten ze meteen in de problemen.
Extra steunmaatregelen
Het initiatief van Techleap om te gaan praten met het ministerie van Economische Zaken en het investeringsfonds van de staat, Invest-NL dat in het Financieele Dagblad aangekondigd werd, kan Strijker van harte ondersteunen. Volgens een eerste bericht gaan de gesprekken over een garantstelling van de Nederlandse overheid tot 75 procent van het vermogen dat een investeerder steekt in een innovatieve start-up. Ook zijn er gesprekken over financiering van start-ups tot 75 procent van de kapitaalbehoefte van start-ups. De resterende 25 procent zou dan van een private partij moeten komen.
Angel investor Steven Jongeneel: „Ik zie echt heel veel pijn bij start-ups op dit moment.”
Probleem met de regelingen die de Nederlandse regering heeft voorgesteld is dat het op dit moment onduidelijk is hoe ze uitgevoerd worden en wanneer het geld op de bankrekening van de start-ups bijgeschreven wordt bij, zegt Steven Jongeneel, een angel investor die is aangesloten bij platform Fundsup en in zes start-ups heeft geïnvesteerd. „Nederland is een geweldig en lief land. Al die regelingen die het kabinet heeft aangekondigd zijn ontzettend goed. Maar ik zie echt heel veel pijn bij start-ups op dit moment. Sommige start-ups doen het geweldig goed, zoals een start-up die ik sprak waarvan de werknemers hun vakantiegeld niet in mei maar in pas december willen. Zij komen er waarschijnlijk wel uit. Maar dat lukt niet alle start-ups.”
Hoop op herstel in derde en vierde kwartaal
Dat investeerders nu terughoudend zijn om in voor hen nieuwe start-ups te stappen en zich op de start-ups concentreren waarin ze al geïnvesteerd hebben, kan Jongeneel wel begrijpen. „Iedereen kijkt om zich heen en zit af te wachten op wat er gaat gebeuren. Ik sprak vandaag een bank. Daar denken ze dat we nog twee of drie maanden met de coronacrisis bezig zijn en dat we daarna een U-bocht gaan maken en gewoon een goed derde en vierde kwartaal gaan draaien. Omdat de economie op zichzelf gezond is en er geen onderliggend probleem is. Ook kan je niet meteen geld gaan overmaken omdat de meeste investeerders in meer start-ups zitten. Je wilt dus eerst even kijken hoe die zich allemaal ontwikkelen.”