(c) Pixabay - Pete Linforth
Author profile picture

Robots hebben ogen en armen en ze kunnen reageren op stimuli. In films, maar ook in toepassingen in het echte leven, worden ze ontworpen met menselijke trekken, waardoor ze meer op ons lijken. Maar heeft het wel zin om antropomorfismen in al die robots te verwerken? In een studie in de ingenieurspsychologie, uitgevoerd door de Technische Universiteit Berlin en de Humboldt-Universiteit Berlin, werd nagegaan in welke mate gebruik wordt gemaakt van mensachtige kenmerken in robots.

Uit de studie blijkt dat menselijke kenmerken niet altijd gunstige gevolgen hebben. De psychologen evalueerden duizenden wetenschappelijke artikelen voor hun meta-analyse en gebruikten tientallen studies met ongeveer 6000 proefpersonen om te onderzoeken onder welke omstandigheden antropomorf design al dan niet effectief kan zijn. De resultaten zijn gepubliceerd in het nieuwste nummer van Science Robotics.

Mens-robot interactie.

De uitkomsten van het onderzoek suggereren dat de context een relevante rol speelt bij mens-robot-interactie. Eileen Roesler van de TU Berlijn heeft een M.Sc. in psychologie – specifiek in menselijke prestaties in socio-technische systemen – en is de leider van de studie.

“We merkten een positief effect op voor de perceptie, maar niet voor de waargenomen veiligheid. Een robot wordt niet veiliger alleen omdat hij er menselijker uitziet.” Antropomorfische ontwerpkenmerken hebben niet alleen betrekking op het uiterlijk. Ze omvatten ook kenmerken die te maken hebben met communicatie, beweging en definitie. Taken en omstandigheden zijn de belangrijkste elementen om rekening mee te houden bij het bestuderen van mens-robot interacties.

Ondanks de wijdverspreide overtuiging – en eerder onderzoek – dat antropomorfisering tot positieve effecten leidt, is het beeld genuanceerder. Robots met menselijke kenmerken verbeteren niet noodzakelijk de ervaring met robots. Vooral niet als het gaat om het uitvoeren van taken met robots. “Terwijl we in het sociale domein een positief effect hebben gevonden, is dat niet het geval in het dienstverlenende domein, en slechts in enkele gevallen in het industriële domein”, legt Roesler uit.

Eileen Roesler

Uniek voor de mens

Bij sociale interactie is antropomorfisme belangrijk, omdat socialiseren uniek is voor de mens. De Duitse onderzoekers voerden ook experimenten uit met mensen die nog nooit interactie hadden gehad met robots.

“Het doel was om hen cognitief of emotioneel te stimuleren. Het is echt zinvol om robots te laten bewegen of zich te laten gedragen als mensen omdat wij in staat zijn persoonlijke interacties te beheersen. Mensen die geen idee hebben hoe ze met nieuwe technologieën moeten omgaan, weten nog steeds hoe ze met mensen moeten omgaan”, zegt Roesler. Daarom hebben antropomorfismen in robots positieve effecten in sociale sectoren, zoals de zorg.

Interactie kan boeiend worden, omdat het sociale aspect de kern ervan vormt. Ondanks de positieve effecten van sociale interactie is het gemakkelijk om de grens te overschrijden en de relatie met ‘cyborgs’ ongemakkelijk te maken. Roesler verduidelijkt: “Het is positief om robots tot op zekere hoogte meer op mensen te laten lijken. Wanneer robots perfecte menselijke replica’s zijn, veroorzaken ze het zogeheten uncanny valley-effect, omdat mensen ze dan als griezelig ervaren.”

Overweldigend

Wanneer robots en mensen samen een taak moeten vervullen, veranderen er dingen. Een voorbeeld is het industriële domein. Het inbouwen van ogen die willekeurig rondkijken heeft bijvoorbeeld invloed op het vertrouwen en de waargenomen betrouwbaarheid. In dit toepassingsgebied hebben menselijke kenmerken op dit moment minder zin.

Roesler: “Mensen zien industriële robots als perfecte automatiseringen. We weten dat ze supernauwkeurig zijn, terwijl wij, als mensen, geneigd zijn fouten te maken. Wanneer robots op een meer menselijke manier worden ontworpen, verwachten we dat ze falen, omdat mensen falen.” Een dergelijke perfectie kan als nogal overweldigend worden ervaren. Bovendien roept het toevoegen van menselijke eigenschappen aan robots vragen op over de aard van de relatie die wij op het werk met hen hebben. Is het een werktuig, een partner, of iemand die mijn baan steelt? Het toevoegen van willekeurige kenmerken aan cyborgs op dit toepassingsgebied kan contraproductief zijn.

Verwachtingen

Roesler wijst erop dat het in de relatie tussen mens en robot allemaal draait om het conformeren aan verwachtingen. “Als ik een robot zie met ogen en een mond, verwacht ik dat hij mij ziet en met mij praat. Als ik een robot ontwerp die eruitziet als een stuk gereedschap, verwacht ik niet dat hij met me praat. Dat zou griezelig zijn en unheimisch aanvoelen. Het is echt belangrijk voor mensen dat het ontwerp aan de verwachtingen voldoet.”

De functionaliteit moet daarom centraal moeten bij het ontwikkelen van robots, vindt. Design zou de sleutel moeten zijn om robots en hun functionaliteiten meer intuïtief te maken. Verschillende opties kunnen helpen om betere antropomorfiserende robots te ontwikkelen, waarmee de kloof met de mens wordt overbrugd. Door ze bijvoorbeeld vaker te laten falen, kan het vertrouwen toenemen. In sommige gevallen zou een beperking van de functionaliteiten een goed idee zijn.

“Stel je een robot voor die in een ziekenhuis medicijnen aflevert. Hij heeft geen mechanische arm, dus hij kan niet in de lift. Je kunt een ontwerp maken op antropomorf niveau, door de robot een mooie menselijke stem te geven om omstanders te vragen hem te helpen”, zegt Roesler. Op die manier zouden robots het contact met mensen op een natuurlijkere manier stimuleren. “Robots zitten niet meer in een kooi, ze hebben interactie met ons in onze wereld. Ze zich laten gedragen zoals wij is misschien geen slecht idee, omdat we hun gedrag dan beter kunnen voorspellen”, legt Roesler verder uit.

Mensachtige eigenschappen

“Ik denk dat we als maatschappij moeten nadenken of we machines willen die mensachtige eigenschappen stimuleren. Willen we robots die menselijke eigenschappen nabootsen, zoals bijvoorbeeld empathie?”

Het gaat erom na te denken over de rol die we willen dat machines hebben in de wereld van morgen. Uitzoeken hoeveel van onze natuur we in hen willen inbouwen zal cruciaal zijn om te begrijpen hoe invloedrijk we willen dat ze in ons leven zijn.

Lees hier het artikel in Science: A meta-analysis on the effectiveness of anthropomorphism in human-robot interaction

Ook interessant: De robot als collega? Geen technologische innovatie zonder sociale innovatie

Lees via deze link nog veel meer IO-artikelen over robots en robotisering