De Mainports Rotterdam en Schiphol zijn nog steeds belangrijk voor de economie, maar Brainport Eindhoven heeft inmiddels een minstens zo stevige positie als motor van de BV Nederland verworven. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) deed uitgebreid en langdurig onderzoek naar de krachtbronnen voor de Nederlandse economie en komt in het rapport “Mainports voorbij” tot de conclusie dat de traditionele mainports minder dominant zijn geworden, ook vanuit het perspectief van de groeicijfers voor Brainport en de interneteconomie.
Lees ook de analyse van het rapport: “Adviesraad geeft Brainport de ideale voorzet”
De raad voor de leefomgeving en infrastructuur is het strategische adviescollege voor regering en parlement op het brede domein van duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur. Om die reden zal het rapport “Mainports Voorbij”, dat vandaag aan de ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu is aangeboden, een belangrijke plek krijgen in het eerstvolgende regeerakkoord. Juist daarin ziet Imke Carsouw, directeur Brainport Development, het belang voor Brainport. “Zeker gezien onze steeds sterkere banden met de economische kernen in de Randstad, is het logisch om het economisch beleid meer vanuit het totaal te zien. Dat de Rli daarin onze rol zo duidelijk ziet, is een mooie opsteker. Vooral ook omdat het duidelijk maakt dat we in gezamenlijkheid met de mainports kunnen doorpakken.”
De Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel, voorzitter van de stichting Brainport, ziet eveneens belangrijke aanknopingspunten ter versterking van de Nederlandse economie: “In feite adviseert de Raad een keuze voor een nieuw economisch model waarin het vestigingsklimaat centraal staat. Het gaat om de nieuwe economie en andere vormen van samenwerking.”
“Brainport regio Eindhoven onderscheidt zich door grote toegevoegde waarde in hoogwaardige producten”
De raad constateert dat het begrip Mainport krachtig heeft gewerkt en dat het mainportbeleid van het Rijk sinds de jaren ’80 heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol. De beleidsdoelstelling van die jaren, dat Nederland zich ontwikkelt tot distributieland, is gerealiseerd. Maar nu is het tijd voor een verbreding. Uit het rapport: “Brainport regio Eindhoven onderscheidt zich door grote toegevoegde waarde in hoogwaardige producten, de nadruk op research en development, en een succesvolle samenwerking binnen de triple helix. Daarvan kunnen andere regio’s leren.”
De relatieve toegevoegde waarde van de haven van Rotterdam is sinds 2000 gedaald, zo constateert de raad. De haven van Rotterdam heeft met zijn directe en indirecte activiteiten in 2015 een bijdrage van 3,1 % in het BBP van Nederland, terwijl dat in 1992 nog 6% was. Luchthaven Schiphol had in 2015 een aandeel van 1,4% van het BBP. De Raad geeft geen exacte BBP-cijfers over Brainport, maar volgens andere onderzoeken komt die neer op zo’n 5% van het Bruto Binnenlands Product.
Waar Schiphol en de haven van Rotterdam niet opvallen door bovengemiddelde groeicijfers, doet Brainport dat inmiddels wel. Met een economische groei die 50% hoger ligt dan de nationale groei over de periode 2003-2013 wordt duidelijk dat Brainport bovengemiddeld bijdraagt aan de nationale economische groeicijfers.
De Raad adviseert de regering om integraal beleid te voeren voor onze economische kerngebieden om zo de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van Nederland te versterken. Dit betekent dat toekomstig overheidsbeleid en overheidsinvesteringen met betrekking tot Schiphol en de haven van Rotterdam moeten worden afgewogen tegen andere mogelijkheden die de overheid heeft om het vestigingsklimaat te versterken.
“De economie van morgen vraagt om meer”
De economie is in verandering. “De Nederlandse economie heeft sterk geprofiteerd van de groei van Schiphol en de haven van Rotterdam”, zegt Jan Jaap de Graeff, voorzitter van de Rli. Het mainportconcept vormde een krachtig beeld voor de economische ontwikkeling van Nederland en het mainportbeleid droeg bij aan het succes van Schiphol en de haven van Rotterdam. “De economie van morgen vraagt echter om meer”, aldus De Graeff. “Het wordt steeds belangrijker om overheidsbeleid te voeren dat de concurrentiepositie versterkt van de economische kerngebieden in Nederland, zoals de Noordvleugel en de Zuidvleugel van de Randstad en de regio rond Eindhoven.” De raad adviseert in dat beleid te bepalen wat de bijdrage van zowel de beide havens als andere factoren daaraan kan zijn. Overheidsbeleid dat zonder meer investeert in volumegroei van beide havens past daarin niet.
Nederland is steeds meer een netwerkeconomie, waarin verbindingen, in de breedste zin van het woord, tussen regio’s van nationale betekenis de Nederlandse kracht vormen. De haven van Rotterdam, Schiphol, de datahub en Brainport hebben een duidelijke rol in ‘hun’ regio én daarbuiten. De raad adviseert om die niet los van elkaar te beschouwen.
“Onderlinge interactie met de haven van Rotterdam, de luchthaven Schiphol, het kenniscentrum rond Eindhoven en de digitale infrastructuur is belangrijker dan focus op de individuele bijdragen”
Goede digitale infrastructuur, technologische innovatie, maar ook de kwaliteit van de leefomgeving en het voorzieningenniveau zijn van groot belang. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur adviseert het kabinet daarom om een Strategie Vestigingsklimaat 2040 op te stellen. Het doel van deze strategie moet zijn de belangrijke economische kerngebieden van Nederland te versterken. Om dat te kunnen bereiken is de onderlinge interactie en samenhang van deze gebieden met de haven van Rotterdam, de luchthaven Schiphol, het kenniscentrum rond Eindhoven en de digitale infrastructuur naar het oordeel van de raad belangrijker dan focus op hun individuele bijdragen aan het verdienvermogen van Nederland.
De raad vindt dat ook het recente bestuursakkoord over de Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) versterking verdient. De REOS kiest als startpunt kansrijke economische ontwikkelingen in stedelijke regio’s. Deze benadering is breder dan die van apart mainportbeleid en biedt daardoor naar het oordeel van de raad meer perspectief op blijvend economisch succes.
De raad doet onder meer deze concrete aanbevelingen:
- Verbind economische kerngebieden in een Strategie Vestigingsklimaat 2040
- Onderzoek welke kritische massa van volumestromen nodig is
- Beschouw de digitale infrastructuur als belangrijke basisvoorwaarde voor het vestigingsklimaat
- Investeer in veiligheid en open toegang van digitale infrastructuur
- Stimuleer data gedreven innovatie en kennis
- Verbind sectorale beleidsopgaven in een integrale Strategie Vestigingsklimaat
- Werk de ingeslagen weg met REOS verder uit
- Ken een grotere waarde toe aan zachte vestigingsplaatsfactoren
- Benut Nederland als proeftuin
- Initieer een breder debat over urgente beleidsopgaven.