Author profile picture

Brainport slaat de handen ineen met de Randstad en drie ministeries om gezamenlijk de concurrentiekracht te versterken. Daardoor moeten meer (internationaal opererende) bedrijven, instellingen en kenniswerkers naar deze stedelijke regio’s gehaald kunnen worden. De partijen hebben vandaag de intentieverklaring ’Ruimtelijk-Economische Ontwikkel Strategie (REOS) Noordelijke Randstad, Zuidelijke Randstad en Brainport Eindhoven’ getekend.


Lees hier meer over REOS


“REOS vliegt het aan vanuit de economie”, zegt burgemeester Jack Mikkers van Veldhoven, die namens Brainport verantwoordelijk is voor ‘basics’ en het akkoord ondertekende. “Het is nu erg infrastructureel en ruimtelijk gericht, maar het hebben van verbindingen gaat niet alleen daarover. Het gaat ook over het voorzieningenniveau in de regio’s. Wat kun je mensen bieden die in onze regio wonen en werken om daarmee aantrekkelijk te zijn ten opzichte van andere regio’s in de wereld? Ik hoop dat het kabinet ziet dat de keuze die we met REOS maken, een keuze is voor economische ontwikkeling en groei, maar dat het niet kan zonder te kijken naar het voorzieningenniveau in de regio’s en de mogelijkheden om elkaar daarin te versterken.”

Londen en Parijs

De internationale concurrentiekracht van onze stedelijke regio’s kan en moet sterker, zo staat in de verklaring. Om dat te bereiken hebben de ministers Schultz (Infrastructuur en Milieu), Kamp (Economische Zaken) en Plasterk (Binnenlandse Zaken), de bestuurders en de economic boards van de Noordelijke en Zuidelijke Randstad en Brainport Eindhoven nu besloten om gezamenlijk sterker te staan ten opzichte van de concurrentie in het buitenland. Om dat te bereiken willen ze afspraken maken over de ruimtelijke inrichting van ons land.

REOS

Minister Schultz: “Door innovatie te stimuleren, te werken aan nieuwe vormen van energie én de leefbaarheid van de steden te vergroten, kunnen steden in Nederland hun positie versterken ten opzichte van hun concurrenten zoals Londen en Parijs. Deze intentieverklaring laat zien dat we met zijn allen samen Nederland sterker kunnen en willen maken.”

De karakteristieke Nederlandse stedelijke structuur biedt voordelen in vergelijking met andere grote steden. Er is sprake van een grote diversiteit van stedelijke milieus; de Zuidas heeft andere kwaliteiten dan de binnenstad van Utrecht of Brainport. Ook heeft Nederland geen heel grote steden waardoor de steden compact zijn en er natuur- en recreatiegebieden in de buurt te vinden zijn. Voor veel internationale expats is dat erg aantrekkelijk, zo staat in een gezamenlijke verklaring.

Stations

De ondertekenaars van de intentieverklaring zijn het met elkaar eens dat de internationale concurrentiekracht erom vraagt om de inzet te focussen op een beperkt aantal toplocaties. Het gaat daarbij om locaties met een mix van kantoren, kennisinstellingen en clusters van hoogwaardige technologie en innovatie. Die toplocaties moeten goed bereikbaar zijn, zowel tussen als binnen de steden. Brainport heeft al langer een wensenlijstje, met onder meer betere verbindingen met Dusseldorf, Vlaanderen en de Randstad. Maar ook voor de bereikbaarheid binnen de stedelijke regio’s ligt een grote opgave.

De partijen hebben ook afgesproken om vooral rondom de grote stations ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningen, kantoren en voorzieningen te intensiveren. Ook dat moet bijdragen aan het vergroten van de productiviteit van de steden. “Bedrijven zijn productiever omdat ze gevestigd zijn in de nabijheid van andere bedrijven, afnemers en gespecialiseerde toeleveranciers en omdat de afzetmarkt groot is. Bovendien bieden stedelijke agglomeraties een omvangrijke arbeidsmarkt met veel hoogopgeleiden en een gevarieerd aanbod aan voorzieningen”, aldus een verklaring van het ministerie van I&M.

Living Labs

In de intentieverklaring hebben de partijen de hoofdlijnen van de ruimtelijke economische ontwikkelstrategie vastgelegd. Zij gaan deze de komende periode verder uitwerken in een uitvoeringsagenda die medio 2017 zichtbaar moet worden. In die uitvoeringsagenda worden onder anderen initiatieven voor living labs opgenomen waarin op kleine schaal experimenten worden uitgevoerd bijvoorbeeld om nieuwe vervoersconcepten voor stedelijke bereikbaarheid te ontwikkelen.