Interflex, de Europese pilot die op Strijp-S in Eindhoven plaatsvindt, bouwt vanaf komende zomer aan een lokale energiemarkt op basis van slim gebruik van elektrische auto’s en een centrale batterij. De proef is de Nederlandse bijdrage aan het Europese project Interflex. Gisteren ondertekenden de projectpartners een overeenkomst om de volgende stap te zetten; het ontwikkelen van de benodigde software.
De druk op het Nederlandse elektriciteitsnet wordt de komende jaren steeds groter. Dat komt enerzijds doordat we meer elektriciteit gebruiken, door de toename van elektrisch vervoer en het met warmtepompen verwarmen van huizen en kantoren. Anderzijds wordt er ook steeds meer elektriciteit opgewekt met zonnepanelen en windmolens, die verspreid staan door heel Nederland. Bovendien is de hoeveelheid energie die deze bronnen opwekken sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Hierdoor ontstaan er op bepaalde momenten bij veel wind en/of zon pieken in het aanbod van elektriciteit, terwijl er op andere momenten juist pieken in de vraag naar elektriciteit zijn. Bijvoorbeeld als iedereen opstaat of thuiskomt. Een hele uitdaging dus om het elektriciteitsnet in balans te houden. Om dit met het huidige elektriciteitsnet op te kunnen vangen zijn er grofweg twee opties. Kostbare kabels met een hogere capaciteit in de grond leggen, een zogenaamde netverzwaring, of op zoek gaan naar slimme alternatieven om deze verbruiks- en aanbodpieken te beperken. Met de Europese pilot Interflex wordt dit laatste in de praktijk getoetst.
Auto ‘s nachts opladen
Door mensen te stimuleren om hun energieverbruik te verplaatsen, bijvoorbeeld door ‘s nachts een auto slim op te laten laden in plaats van overdag, kan de piekvraag naar elektriciteit beperkt worden. Bij de pilot gaat Enexis Netbeheer deze flexibiliteit niet op individueel niveau proberen te organiseren, maar gaat zij onderhandelen met aanbieders van diensten die het verbruik van energie kunnen sturen. Deze partijen maken grootschalige afspraken met bijvoorbeeld bezitters van elektrische auto’s op welk tijdstip deze opgeladen kunnen worden. Dat gebeurt via een app. In ruil voor die flexibiliteit krijgen ze geld. De bedrijven kunnen via een lokale marktplaats bieden op een bepaalde flexibiliteitsvraag van de netbeheerder en daar een bepaald bedrag voor vragen. Ook wordt er een boete afgesproken die het bedrijf moet betalen, wanneer deze toch niet de gevraagde flexibiliteit kan leveren. Hierdoor kan de netbeheerder een afgewogen keuze maken hoe essentieel de gevraagde flexibiliteit is en welk bedrag zij bereid is daarvoor te betalen. Hierdoor kan zij de belasting van het elektriciteitsnet op piekmomenten in een klap fors terugbrengen en kan het netwerk optimaal gebruikt worden.
Batterij
Tevens wordt er bij de pilot Interflex een centrale batterij met een variabele aansluitcapaciteit getoetst. Bij deze batterij is te sturen hoe snel deze laadt en ontlaadt, waardoor overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen is. Dit wordt gerealiseerd door een nieuw type aansluiting met een variabele capaciteit. Op momenten dat het elektriciteitsnet zwaar wordt belast, dus bij veel vraag of aanbod, is de aansluitcapaciteit van de centrale batterij lager waardoor het opladen en ontladen van elektriciteit langzamer gaat. Maar buiten de piekmomenten is de aansluitcapaciteit juist extra hoog. Dan laadt en ontlaadt de batterij dus juist sneller.
Interflex is een innovatieproject van de EU waarin Enexis Netbeheer en projectpartners TNO en ElaadNL participeren. Ook de TU Eindhoven, Eneco-dochter Jedlix, gemeente Eindhoven en Park Strijpbeheer werken mee. Hier alle partners.
Foto: Michelle Janssen