Zo vlak voor de verkiezingen vinden er weer talloze debatten plaats. De één gaat over de zorg, de ander over de luchtkwaliteit, die over vastgoed en weer één over cultuur, evenementen en horeca. Burgers, aanstaande politici en al zittende raadsleden mogen komen opdraven om samen te bespreken waar de stad naar toe wil en wat de stad en al haar inwoners nodig hebben voor dat ene onderwerp. Het is al vaak gedaan in Eindhoven, co-creatie samen met de burger. Maar één specifiek onderwerp blijft toch meestal wel buiten schot. Waarom praten we ook niet over de politiek zelf. De binding tussen raad, college (wethouders & burgemeester) en de organisatie (ambtenaren)? De communicatie onderling, de competenties en ten derde: de onderlinge belangen en het ogenschijnlijke gebrek aan leiding en samenwerking. Is er wel zoiets als ‘Dé Gemeente Eindhoven’?
De afgelopen vijf jaar zijn namelijk vier Eindhovense wethouders opgestapt met alle maatschappelijke onrust en kosten van dien.
Uit onderzoek van de Universiteit van Tilburg (Bestuurswetenschappen, 2014, Julien van Ostaaijen) is gebleken dat het proces tot aan de benoeming van het wethouderschap voor de buitenwereld weinig transparant en democratisch is. Ruim 95% van de bevolking, heeft nauwelijks tot geen invloed en zicht op de aanstelling(wijze) van een wethouder. Eén van die Eindhovense wethouders pleitte in november 2017 in een brief aan o.a. de minister van Binnenlandse zaken voor democratische vernieuwing in Eindhoven, met o.a. een open formatie waarbij de lokale opgave centraal staat en waarin de keuze voor wethouders ook mede hierop wordt gebaseerd. De Eindhovense wethouder sprak de zorg uit voor de kwaliteit van de lokale democratie en wil investeren in democratische vaardigheden van bestuurders (democratisch vakmanschap).
Een goed streven. De rol van wethouder wordt namelijk complexer, onder andere vanwege decentralisatie en samenvoegen van gemeenten. Uit het onderzoek ‘Vallende wethouders’ (Harrie Aardema e.a., 2011) is gebleken dat de kwaliteit van de werving en selectie van wethouders namelijk ernstig te kort schiet. Als burger heb ik sterk de indruk dat dit ook in Eindhoven het geval is.
Het voortijdig vertrekken van wethouders is namelijk niet goed voor Eindhoven en de regio met zijn economische voorspoed. Nieuw beleid en besluiten in Eindhoven lopen onnodig vertraging op, en boeten mogelijk aan kwaliteit in.
Niemand kan ontkennen dat het wethouderschap een belangrijke functie is. Het college bereidt belangrijke besluiten voor, voert deze uit en heeft een groot aantal taken en macht ten opzichte van de gemeenteraad. Dit vereist bestuurders met een visie, feeling, kennis van zaken en besluitvaardigheid, die daar bovenal de competenties voor hebben en in staat zijn om samen te werken.
Er moet een les worden getrokken over de afgelopen vijf jaar. Wij Eindhovenaren zouden niet meer akkoord moeten gaan met mensen die op posten komen, die daar bijvoorbeeld niet gekwalificeerd voor zijn.
In Eindhoven zouden de mens en samenleving centraal moeten staan waarin alle stemmen tellen. De organisatie en de regelgeving van het openbaar bestuur moeten zo eenduidig en transparant zijn, dat eenieder daaraan kan deelnemen en dat kan controleren. Kandidaten voor het wethouderschap zouden (voordat zij worden voorgedragen) door een professioneel bureau getoetst en beoordeeld moeten worden op hun (persoonlijke) vaardigheden, kwaliteiten, expertise en integriteit. Tevens moet een beoordeling plaatsvinden van de teamimpact; per kandidaat afzonderlijk en voor het gehele team moet een beeld worden gegeven over de compleetheid van het team. Dit inzicht maakt het ook mogelijk om elkaar aan te vullen in een team.
Daarom roep ik de raad en de aanstaande raadsleden op om één of meerdere mogelijkheden, zoals het wethouder assessment, te gaan onderzoeken en die vanaf de komende raadsperiode in te zetten. Enerzijds als initiatiefvoorstel, anderzijds bij het mogelijk vormen van een coalitie / college B&W.
Een wethouder assessment kan een idee zijn voor Eindhoven, om wethouders te gaan selecteren. En drama’s zoals de afgelopen vijf jaar te gaan verkleinen of zelfs niet meer mee te maken. Toch geen gek idee voor een stad die vooruitstrevend wil zijn en wacht op uitkomst van de Brainport propositie?
Dit wordt onderkend door de Adviesgroep voor Organisatie Psychologie (AVOP) welke stelt dat “het professioneel selecteren van wethouders kan het percentage vroegtijdig opstappen van wethouders laten dalen, besparen op wachtgeldregelingen, ontwikkeling bevorderen, gebrek aan begeleiding en inwerking tegengaan en voorkomen dat wethouderskandidaten om politieke redenen worden afgeserveerd.”
Hier moet in Eindhoven ook over worden gesproken en op worden doorgepakt. Anders blijven we op micro niveau co-creërend in de stad met elkaar discussiëren. Maar, het kan eindigen in langdurige frustratie.