Author profile picture

Eindhoven kent een ring, een rond en een rand, waarmee ik duid op de verkeerswegen Binnenring (denk niveau Mauritsstraat), Rondweg (denk niveau Limburglaan) en de Randweg N2/A2. Ik heb het dan even niet over het feit dat de grote Rand nog steeds niet is afgemaakt als Ruit (en of dat überhaupt wenselijk is) of over de Vestdijk die autoluw wordt gemaakt (idem). Nee, ik realiseerde me ineens dat ik als centrumbewoner ook middenin een cirkel van kennis woon en dat dat behoorlijk bijzonder is. Bovendien wordt die cirkel steeds uitgebreider en sterker.

Het groene gehalte van de stad, waarvoor we in het verleden meerdere prijzen in de wacht hebben gesleept, heeft een directe correlatie met de aanwezigheid van campussen – althans, zo lijkt het toch (ik ben geen onderzoeker die dat ‘hard’ heeft aangetoond). De TU/e is een prachtige groene plek en het ‘Amerikaanse campusgehalte’ aldaar is naar mijn mening door alle uitbreidingen en vernieuwbouw alleen maar versterkt. Als je langs de Dommel fietst in de richting van het MMC Eindhoven fiets je door een uniek stukje (binnen-)stad aan de noordkant.

In het zuiden hadden we al een campus voordat die überhaupt zo heette, namelijk de Philipsgebouwen met een W-code (van Waalre, oorspronkelijk immers geen eigen gemeentegebied). Anno 2017 vinden we er HTC, oftewel de High Tech Campus, waar zo’n 10 duizend mensen via vele bedrijven en samenwerkingen werken aan toptechnologie in zowel ontwikkeling als toepassing. Als je daar als bezoeker rondloopt krijg je ook al zo’n gevoel van een bijna zelfstandige wereld met allerlei voorzieningen, van een Strip met winkels en horeca-gelegenheden tot een dagelijkse pop-up foodstreet.

Aan de noordwestkant van de stad verrijst momenteel de BIC, oftewel Brainport Industries Campus, de nieuwe campus voor innovatie in de toelever- en maakindustrie van de hightech-keten van Brainport Eindhoven. Ook weer een een hypermoderne campus, verweven in circa 200 hectare groen. Aan de westkant vinden we verder het Flight Forum, een combinatie van gebouwen en bedrijven die vooral opereren binnen de wereld van ICT, als merk neergezet als “hét Brainport businesspark voor ondernemers met visie, business-to-business verbindingen in publiek-private opzet”.

Als we naar het oosten kijken – OK, ietsje verder weg, maar net zo goed in het Stedelijk Gebied Eindhoven én in Brainport – vinden we de Automotive Campus: de nationale en internationale hotspot, ontmoetingsplaats en potentiële businesslocatie voor de auto-industrie. Deze campus biedt een aantrekkelijke omgeving voor leren en werken, state-of-the-art technologie en aanverwante (test-)faciliteiten.

Versteviging van de kenniscirkel is behalve met de BIC ook in de maak op twee andere manieren. Ten eerste met het project The Dutch Mountains, de interactieve werk- en verblijfsomgeving van de toekomst; een multifunctioneel complex met een missie. Een leefomgeving waarin plek is voor werken en verblijven, inclusief een hotel met longstay- en shortstay faciliteiten. Bovendien wordt het niet alleen een werkomgeving, maar vormt het Brainport Experience Center de etalage van de ‘slimste regio ter wereld’. Wat betreft totaalconcept-thematiek fungeert het gebouw bovendien zelf ook nog eens als fieldlab voor innovatieve bouw- en energietechnieken en de tuin als testomgeving voor Brainfood. De beoogde vestigingsplek is De Run in Veldhoven (zuid-zuidwest van Eindhoven stad), direct grenzend aan de Brainport Avenue – een naam die ik als zodanig nog nooit hoorde maar wel fantastisch klinkt en ieder geval ook alle doet toekomen aan de grote – daar ook gevestigde – speler ASML.

Ten tweede is TNO aan het bewegen van de TU/e-campus naar de High Tech Campus, maar zijn er enthousiast ontvangen plannen voor een nieuw Natlab – juist weer op de TU/e-campus te vestigen – waar 500 wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven moeten gaan werken aan de toekomst zoals dat ook altijd al gebeurde in het NatLab van Philips. Dit moet de plek worden waar bedrijven participeren in startups en projecten, maar ook talent komen spotten en hun eigen kennis komen opfrissen.
En zo is de cirkel weer rond, want zijn we weer in de (binnen-)stad, op het TU/e-terrein. Als binnenstadbewoner van Eindhoven word ik dus omringd door het DNA van de stad, TDK: Technologie, Design (hotspot op Strijp-S en zelfs middenin de stad bij de Design Academy Eindhoven) en Kennis. Ik vraag mij enkele zaken – ten positieve! – af om alle bestaande en geplande Brainport-campussen en initiatieven tot een nog groter succes te maken, volgend op de ambities uit de voorgenomen maatregelen in de Brainport Nationale Actieagenda (het document bij de nieuwe Mainport-status):

1. De cirkel hebben we en lijkt me duidelijk. Hoe maken we binnen in die cirkel een zinvol spinnenweb? Hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) is in ontwikkeling en rijdt al naar bepaalde punten op de cirkel, maar ik bedoel het ook functioneel. Je zou bijna denken dat de oude invalswegen van Eindhoven in functie hersteld cq verstevigd moeten worden, als levende/levendige linten van kern naar punt en weer terug en ook verder naar de regio. Daarvoor zou de focus op de nucleus moeten worden omgezet in een logica van verbindingen in duurzaamheid voor alle domeinen: economisch, sociaal, cultureel en voor omgeving/duurzaamheid/milieu.

2. De ambities zijn bij alle partijen torenhoog, gezien mijn hier en daar gejatte marketingtaal om mijn beschrijving van de kenniscirkel van zojuist op te stellen. Er zijn echter ogenschijnlijk overlappende claims to fame en ook lijken de ambities elkaar hier en daar te verdringen of te beconcurreren. De consortia zijn voor zover ik weet nog niet aan elkaar verbonden: zelf niet, maar ook niet in (gemeentelijk) organisatorische en bestuurlijke zin. Er liggen caleidoscopisch meerdere enthousiaste werkelijkheden over elkaar heen geprojecteerd als het om de ontwikkeling van Brainport gaat. Het lijkt me een enorm afbreukrisico als er hierdoor enthousiasme en energie weglekt bij de op zich maar beperkte groep vertegenwoordigers van de betrokken/benodigde stakeholders.

3. Hoe komt de kenniscirkel (liefst dus met spinnenwebspaken) ook tot leven voor de totale bevolking? Als ik mij om functionele of vrijetijdsredenen door stad en regio begeef sta ik bij veel punten wel eens te mijmeren over wat ik noem (naar aanleiding van mijn studies op het snijvlak van cultuur en ruimte, waaronder omgevingspsychologie) de culturele biografie van de plek, dus de verhaallijnen die op een bepaald moment op een bepaalde plek samenkomen door tijd en ruimte heen. Wat bezielt een plek, zou je ook kunnen zeggen, of: hoe verhouden bewoners en gebruikers zich in hun totale welbevinden tot een plek? En precies daar zie ik ruis en een mismatch: hele rijen auto’s en gehaaste treinforensen die dagelijks in- en uit de stad reizen om voor ‘Brainport’ te werken, terwijl de mensen die in onze stadswijken wonen vaak helemaal geen band hebben of voelen met de krachtige innovatie die op alle campussen plaatsvindt. Dat lijkt mij potentieel een druk- en drukteprobleem te geven, omdat er een werkelijkheid lijkt te ontstaan die zich loszingt van de community waarin zij huist.

4. Waarop moeiteloos het laatste punt volgt, namelijk hoe maak je van Brainport nu werkelijk in breedte en diepte een innovatieve regio, waarbij je een kenniscirkel krijgt in de misschien wel ‘waarachtige’ zin van het woord: een organisch gestimuleerd en verrijkt gebied waar er door alle zojuist genoemde maatschappelijke domeinen en in alle vezels van de samenleving geprofiteerd wordt van de aanwas en toepassing van kennis: hoe wordt Brainport het living lab waar er voor iedereen meerwaarde is in het er onderdeel van uitmaken? Hiervoor moet dan ook echt de triple helix van samenwerkende overheden, bedrijven en kennisorganisaties optimaal gaan draaien in afstemming met alle bestaande en voorgenomen campussen en eenheden, waarbij rol en aandeel inclusief worden opgesteld.

Als dát lukt, zijn we verlost van alle vastgelopen discussies over soorten woningbouw op bepaalde plekken, fijnstof door verkeer en veestapel, afbraak van culturele voorzieningen, gemeentelijke herindelingen, tekorten op gemeentelijke begrotingen, een kloof tussen kenniswerkers en de gewone man enzovoort, want: dan klópt het. Dan zijn we die slimme regio geworden. Dan hebben we de kenniscirkel verbonden met de spinnenwebspaken, maar zonder het wiel opnieuw uit te vinden.

Ik woon in de naaf van Brainport. Dat klinkt niet sexy, maar zo voelt het wel.