“Nog drie minuten”, hoort Patricia haar ‘smart assistent’ zeggen. “Dan is de ‘single cabin’ er die je naar je afspraak in Neerpelt brengt’. Als ze instapt wordt ze al welkom geheten door Jarno, haar Finse collega die vanuit Helsinki de laatste financiële rapportage met haar doorneemt. Halverwege ‘schuift’ ook Vanida in Bangkok even aan om het nieuwe marketingbudget toe te lichten. Nadat ze afscheid van hen heeft genomen, stelt haar ‘smart assistant’ voor de laatste zeven kilometer met een e-bike af te leggen. Het is prachtig weer en omdat haar schoonouders die avond komen eten schiet haar hardlooprondje er vandaag bij in. “Uitstekend idee”, antwoordt ze, “en kun je ook een bos rozen voor mijn schoonmoeder bestellen?”
Zo zou het er volgens de Brainport Toekomstverkenning in 2038 aan toe kunnen gaan. In deze verkenning staan scenario’s voor sectoren die voor de regio belangrijk zijn (mobiliteit, gezondheid, voedsel en energie). Ook staan hier grotere uitdagingen beschreven waar nog niet direct een antwoord op is. Is er in de toekomst voldoende werk, voedsel, energie en inkomen voor iedereen? Hoe blijven steden schoon en toegankelijk? En hoe blijven de inwoners gezond? De scenario’s kwamen tot stand door gesprekken met inwoners uit de Brainportregio, van basisschoolleerlingen tot ingenieurs. Dit document vormt het startpunt om samen verder te denken over deze toekomst. Het doel is rond verschillende thema’s proeftuinen op te zetten. “Hier gaan we laten zien wat deze regio speciaal maakt”, vertelt Arnold Stokking, directeur bij TNO en bestuurslid in de stichting Brainpoirt.
“Het zijn nog dromen, het zijn geen waarheden of voorspellingen”, waarschuwt Stokking. “Deze dromen gaan we vertalen naar concrete projecten. Door allemaal energie te steken in hetzelfde doel, maken we de toekomst.” Dat gemeenschappelijke doel is volgens Stokking een samenleving waar niemand buiten de boot valt en waar technologie een ondersteunende rol heeft in plaats van een leidende. Om hier te komen moeten overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen de koppen bij elkaar steken en samen experimenteren met wat wel en niet werkt, legt hij uit.
Wat maakt Brainport uniek?
Om daar achter te komen organiseerde Brainport een brainstormsessie. Aan de deelnemers de taak om de ‘gedroomde vergezichten’ te vertalen naar projectideeën die de regio verder helpen. Om dit proces in goede banen te leiden, heeft Brainport de hulp ingeroepen van Robert Bood van adviesbureau FairSights. “Het doel is om iconische projecten op te zetten die laten zien waarom de Brainport regio zo uniek is. Niet alleen aan de rest van Nederland, maar aan de hele wereld. We moeten van succesvolle proeftuinen een exportproduct durven maken”, zo vat hij het doel van de middag samen.
Eén van de thema’s waar zo’n iconisch project voor moet komen, is de gezondheidszorg. The hospital of the future staat op de deur waarachter deelnemers zich terugtrekken om ideeën te bedenken hoe zo’n ziekenhuis eruit moet komen te zien. De tafel volgeplakt met verschillende kleuren post-its, het schuren van stiften over papier klinkt. Over één ding is de groep het eens: de klassieke rol van het ziekenhuis verandert. “Het gaat niet langer alleen over zorg bieden en behandelen, maar veel meer over preventie. Hoe zorgen we ervoor dat mensen niet ziek worden?” zegt Dries Steinmeier van het Maxima Medisch Centrum.
Volgens Steinmeier gaan ziekenhuizen in de toekomst alleen nog complexe behandelingen uitvoeren. “Er komen minder bedden en de behandelingen die worden uitgevoerd zijn super specialistisch. Voor minder complexe behandelingen ga je naar een kliniek, zorginstelling of er komt een arts langs. Wat we hier in de regio hebben met veel goede ziekenhuizen op korte afstand van elkaar zie je nergens in Nederland, misschien met uitzondering van Amsterdam. Maar ik voorzie meer fusies van ziekenhuizen in de toekomst.”
Patiënt vs arts
Tegenover hem zit Corina Kuiper van netwerkorganisatie CVN op een post-it te schrijven; ‘Rol patiënt’. Ze plakt het blaadje op de tafel: “Mensen bezoeken een dokter niet meer met de vraag wat hen mankeert. Ze doen zelf onderzoek en hebben door de huidige technologie steeds meer mogelijkheden om zelf een diagnose te stellen. Hierin zoeken ze bevestiging bij een arts. De komende jaren neemt dat alleen maar toe. Ik denk dat we naar een zorgsysteem moeten waar alles rond een patiënt is opgebouwd. Hij of zij moet zelf de regie in handen hebben.”
“Daarvoor moet de hele infrastructuur van het ziekenhuis anders”, breekt Ton Flaman in. Flaman werkt bij Philips Research en is betrokken bij het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC) , een samenwerking tussen de TU/e, het MMC, het Catharina ziekenhuis, Kempenhaeghe en Philips, om innovatie in de zorg te stimuleren. “In het EPD (elektronisch patiënten dossier) weten specialisten niet van elkaar wat ze doen, het is een gesloten systeem dat vooruitgang in de weg staat. Voor we dit hebben aangepakt zijn we zo vier tot vijf jaar verder.” Ook is de AVG wetgeving een sprong terug in de tijd, volgens Flaman. “Om gegevens te mogen gebruiken, moeten we nu door allerlei hoepels springen. Het wordt alleen maar strenger. Daarom zou het goed zijn als er één platform komt waar data vandaan kan worden gehaald voor onderzoek en waar mensen toestemming kunnen geven voor het gebruik hiervan.”
Spreken van één taal
In zo’n platform moet ook kennis op allerlei gebieden samenkomen; AI, robotica en medische kennis. Flaman: “Dat is precies waar we bij e/MTIC aan werken, maar dit zouden we nog breder kunnen trekken door er vanuit veel meer partijen bij te betrekken.” Rozemarijn Weijers veert op: “Zo zou je naar een soort opleidingsinstituut kunnen werken, waar arts en technicus nauwer samenwerken.” Weijers volgde de masters werktuigbouwkunde en biomedische technologie aan de TU/e en merkte dat de medische en technische wereld nog ver uit elkaar liggen. “Ze spreken niet dezelfde taal. Ik zou het wel mooi vinden als een technicus over een tijd operaties mag uitvoeren met een robot. Hiervoor moeten beide kanten dezelfde taal spreken.”
Andere deelnemers bedachten ideeën rond mobiliteit (deelauto’s in plaats van streekvervoer), energie (een energiecloud waar je energie kunt delen) en data (een ‘simcity’ voor de regio om haalbaarheid van scenario’s te simuleren). Brainport gaat alle ideeën verzamelen en de verschillende groepen helpen om ze verder uit te werken. Stokking: “De volgende stap is om de plannen nog scherper te formuleren. Als Brainport helpen we hierbij door partners erbij te betrekken of we proberen fondsen te vinden zodat we samen verder komen.”