©Pexels
Author profile picture

Ik omschrijf mezelf als architect. Dat zegt veel, maar zeker niet alles. Want, in analogie met Koningin Máxima die fijntjes constateerde dat de Nederlander niet bestaat, geldt dat voor de architect al helemaal. Het is een breed veelomvattend containerbegrip, net zoals duurzaamheid.

Waarschijnlijk is dat een van de oorzaken waarom architecten gewoon blijven bestaan. Al millennia. En dat is eigenlijk best bijzonder want slechts 5 procent van de beroepen uit de vorige eeuw bestaat nog. De rest, denk aan de lantaarnopsteker en heetwatermaker, is reeds lang in de vergetelheid geraakt. En zo zal dat naar mijn idee ook veruit de meeste beroepen uit de huidige eeuw vergaan.

Bouwkundig – daar gaan we al – architecten zijn in de kern integraal analytisch creatieve denkers die een ruimtelijke visie ontwikkelen. Vertelbare ideeën die – niet onbelangrijk – stoffelijk moeten worden. De praktische toepasbaarheid helpt natuurlijk bij het overleven.

Meebewegen met de tijd


Een ander punt is innovatie. Daar heb je dat signaalwoord weer. De architectenbranche beweegt van nature noodgedwongen met de tijd mee en wordt daarbij steeds diverser en slimmer. Dat heeft onder andere te maken met de steeds maar weer evoluerende wet en regelgeving die heel verstandig beoogt dat we onze leefomgeving bijven aanpassen aan veranderende omstandigheden op het gebied van energie, klimaat, demografie, mobiliteit, inclusiviteit, circulariteit enzovoorts. Die verandering is in ons vak een constante. Never a dull moment. Waarbij opgemerkt dat de regelgeving altijd een ietsiepietsie achter loopt bij ons denkmodel.

Dan zijn er nog de ongekend heftige conjuncturele schommelingen die de branche kenmerken. Jullie zijn het alweer vergeten in deze tijden van bouwen bouwen bouwen, maar echt nog niet zo lang geleden zat de bouw in een hele diepe crisis waarbij achteloos het aantal architecten werd gedecimeerd. Ook deze varkenscyclussen werken vernieuwing in de hand. Dat dan weer wel.

Architecten zoeken voortdurend koortsachtig naar nieuwe niches. Ze initiëren vernieuwing zowel in als buiten het bestaande systeem. En nemen zelf initiatief tot opdrachten. Sommigen doen aan productontwikkeling en gaan de dingen die ze ontwerpen ook echt maken.

1 op de tien ontwerpen

Een andere trend is ketenintegratie. Onder druk van het tendermodel gaan architect en ontwikkelaar steeds meer integreren. Dat moet ook wel want enige veerkracht is wel nodig. Als je 1 op de tien gemaakte ontwerpen bouwt, ben je al succesvol als architect.

De focus op techniek speelt ook een grote rol. Sommige dingen kun je namelijk niet conceptueel oplossen, daar heb je gewoon keiharde techniek voor nodig. Overal maar met name in de gevel en het dak verschijnt steeds meer technologie.

Daarbij duiken velen diep in het Bimmen. File to factory en daar is je bouwpakket. En met Bouw Informatie Modellen kun je uitkomsten genereren met bewijskracht die je van te voren niet had gedacht. Dat maakt indruk. In het verlengde daarvan ligt het parametrisch ontwerpen waarbij je een ontwerp in parameters omschrijft. Evidence based design: Doe mij even een gebouw waarbij alle appartementen maximaal daglicht hebben en een fantastisch uitzicht. En regel tegelijk ook nog even dat er minimaal schaduw of windhinder ontstaat. Drukt op knop.

Virtual reality

Dan worden er ook nog grote stappen gezet met het beleefbaar maken van ontwerpen door middel van Virtual Reality waarbij ineens iedereen met de echte schaal en ruimtelijkheid kan communiceren. Het blijkt dan dat met een VR-brilletje op het enthousiasme tot ongekende hoogtes stijgt en je andere discussies krijgt. Enthousiasme is fijn, dat brengt het beste in mensen naar boven.

Een ding is een constante gebleven: je moet jezelf definiëren om met anderen in gesprek te kunnen. Een architect moet goede vragen stellen, verbeelden en terugkoppelen. En daarmee de regie voeren. Iemand moet tenslotte de verantwoordelijkheid nemen. En goede koffie aanbieden natuurlijk.

Over deze column

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Bert Overlack, Eveline van Zeeland, Eugène Franken, Helen Kardan, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.