Het internationale incubatieprogramma European Venture Programme neemt studenten en onderzoekers van technische universiteiten mee op een ondernemersreis. Want waarom zou je klein beginnen als je meteen contacten kunnen leggen over heel Europa? “Vaak beginnen ondernemers in hun eigen regio om daarna door te groeien in hun eigen land en vervolgens langzaam maar zeker verder richting Europa”, legt Steven van Huiden, TU/e programmamanager van het European Venture Programme uit. “Maar dat is niet altijd de beste strategie. Misschien is er in een ander land wel een grotere of beter passende markt waardoor je als bedrijf veel sneller kunt groeien.” Om de academische ondernemers hierbij te helpen is het EVP opgezet door de EuroTech Universities Alliance, bestaande uit zes technische universiteiten in Europa en Israël.
“We laten de ondernemers in een vroeg stadium al kennismaken met de verschillende bedrijfsculturen in verschillende landen”, zegt Van Huiden. Normaal gesproken reizen de deelnemers samen door Europa. “Zo kunnen zij echt sfeer proeven, de cultuur leren kennen en kennis maken met eventuele partners en klanten.” De ondernemers komen dan langs bij vier van de zes deelnemende universiteiten, de TU Eindhoven, DTU Kopenhagen, TU München, EPFL Lausanne, École Polytechnique Parijs en Technion uit Haifa.
Waardevolle contacten
De reis onderscheidt het EVP van andere internationale incubatieprogramma’s, maar door de uitbraak van het coronavirus is het dit jaar niet mogelijk. De ondernemers volgen daarom digitale workshops en seminars. Van Huiden: “Het idee blijft hetzelfde; studenten leren over internationaal ondernemen en doen waardevolle contacten op.” Het programma richt zich op thema’s waar de universiteiten zelf weinig aandacht aan besteden. “Het gaat vooral om de niet-technische aspecten van het ondernemerschap. Ieder land heeft bijvoorbeeld bepaalde regelgeving en vooral een eigen cultuur dat invloed heeft op de ondernemers. Dat is informatie die je niet zo gemakkelijk op internet kunt vinden”, vertelt Van Huiden. Zo gaan de studenten bijvoorbeeld in gesprek met ondernemers uit een bepaalde regio. “Naast de gezamenlijke momenten, hebben we digitale ruimtes waar studenten onderling informatie kunnen uitwisselen.”
MQS wint prijs
Na twee intensieve weken vol workshops en ontwikkeling pitchten de deelnemers hun idee aan een onafhankelijke jury. Molecular Quantum Solutions (MQS) uit Denemarken won de prijs van 2500 euro. De start-up ontwikkelt rekenhulpmiddelen om het onderzoek in de farmaceutische, biotechnologische en chemische industrie te versnellen. De tools maken gebruik van super- en kwantumcomputers om de eigenschappen van materialen en chemicaliën op een snelle en efficiënte manier te berekenen. Hierdoor kunnen materialen heel snel gescreend worden in plaats van de lange en dure laboratoriumonderzoeken die nu nodig zijn. Falcon Electric Aviation won de publieksprijs, uitgereikt door de deelnemers onderling.
De deelnemers werken aan veelzijdige projecten, van medische technologie tot dataplatformen voor risicobeheersing en om de energietransitie te versnellen. Vanuit de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) deden vier ondernemers van vier verschillende start-ups mee. Zij bevinden zich allemaal in een andere fase. De ene start-up gaat binnenkort de markt op terwijl de ander nog in de technologische ontwikkelfase is. Ondanks hun verschillende achtergronden, zijn zij allemaal op zoek naar kennis en ervaring rondom internationaal ondernemerschap. “Ik vind het interessant om meer te weten over ondernemersculturen in andere landen. Wij willen graag uitbreiden in Europa, dan is het handig om te weten hoe je mensen in een bepaald land het beste kunt benaderen”, zegt Freek van Welsenis, Co-founder van Hable Accessability.
Europese markt belangrijk
Hable maakt brailletoetsenborden voor smartphones. “Zo willen we ervoor zorgen dat blinden en slechtzienden zelfstandig een smartphone kunnen gebruiken”, zegt Van Welsenis. “Het is een kleine markt, dus we richten ons al in een vroeg stadium op meerdere landen.” Binnen Europa zijn er volgens hem veel cultuurverschillen waar je als ondernemer rekening mee moet houden. “Zo verloopt contact tussen bedrijven en partners in Duitsland bijvoorbeeld veel zakelijker. Terwijl in Frankrijk mensen minder punctueel zijn en het makkelijker is als je door iemand anders wordt geïntroduceerd”, verklaart hij. “Dat zijn goede tips waar je meteen iets mee kunt.”
Start-up GOAL 3 is ook op zoek naar internationale contacten, niet zo zeer als potentiële klanten maar vooral als partners. Het bedrijf omwikkelt een robuuste monitor voor de kinderafdelingen van ziekenhuizen in ontwikkelingslanden. Door het simpel monitoren van bijvoorbeeld hartslag en bloeddruk kunnen goed te behandelen ziekten als bloedvergiftiging en longontsteking eerder worden herkend. Dat gaat onnodige babysterfte tegen. Co-founder Jelle Schuitemaker: “Wij willen het product in eerste instantie in Afrikaanse landen verkopen. In Europa is er veel kennis over gezondheidszorg. Via dit programma hopen wij in contact te komen met mogelijke partners en investeerders om samen ons doel te bereiken.”
Contacten en ideeën
Naast de start-ups Hable en GOAL 3 doet er ook een studententeam mee aan het EVP, publieksprijswinnaar Falcon Electric Aviation. Het team wil de verbrandingsmotor van kleine vliegtuigen vervangen door een elektrische versie om vliegen schoner en goedkoper te maken. “Als technische studenten zagen we dit eerst als een interessante technische uitdaging. Nu we het idee wat verder ontwikkeld hebben, willen we kijken hoe we als start-up verder kunnen gaan”, zegt Brandon van Schaik, teamleider van Falcon Electric Aviation. “Ik heb veel geleerd over het ondernemerschap, zowel in de workshops als van de andere deelnemers.”
Lees hier meer over Falcon Electric Aviation
Ook voor Zeeshan Ahmed van Zavhy was het ondernemerschap nieuw. “Ik ben een onderzoeker en wist niet veel van de bedrijfskant af.” Hij ontwikkelt een printtechnologie om bouwbedrijven te helpen bij grootschalige projecten. Ahmed: “Het programma heeft me verder geholpen met kennis en vooral ook contacten waar we in de toekomst zeker nog mee gaan werken.”