Author profile picture

Het wordt ook wel de ‘UnWastor’ genoemd, de test- en demofabriek van UPPACT in de Eemshaven, die in staat is om ongeshredderd, ongesorteerd en ongewassen kunststof- én textielafval te verwerken tot robuuste en recyclebare producten. “Gebruikte sigarettenpeuken, gymschoenen en grasvelden. Onze machine kan het allemaal aan”, zegt Jan Jaap Folmer, CEO en co-founder van UPPACT.

De transitie naar een circulaire economie kan niet snel genoeg gaan. Per jaar belandt er wereldwijd 11 miljoen ton plastic in zee. In de afgelopen 20 jaar werd er zelfs evenveel plastic geproduceerd als in de 80 jaar ervoor. UPPACT, een Australisch-Nederlandse Joint-Venture, wil met de demofabriek in de Eemshaven, Groningen, een bijdrage leveren aan een volledig circulair, regionaal ecosysteem om zo de alsmaar groter wordende plastic soep tegen te gaan. 

Vier partijen sloegen de handen ineen om het project tot een succes te brengen. Afvalverwerkingsbedrijf Bek & Verburg levert gebruikte visnetten en scheepstouwen om te recyclen en de technologie voor de machine is afkomstig van Plastech Recycling Ltd. Ook Upp! UpCycling Plastic en Sympact Solutions, gericht op textielafval, haakten aan. Upp! stuitte voor de coronacrisis al op de innovatieve machine, de UnWastor, afkomstig uit Australië. De machine vormt het hoofdonderdeel van de pilotfabriek in de Eemshaven.

Ziekenhuisafval

“Uiteindelijk willen we hiermee een grootschalige verwerkingscapaciteit voor de verschillende moeilijk te recyclen plastic en textiel afvalstromen in Europa en ook wereldwijd opzetten”, zegt Folmer, tevens oprichter van Upp!. Naast visnetten en scheepstouwen verwerkt de machine nog meer gebruikt plastic. Een van de bronnen voor het pilotproject is ziekenhuisafval. Onder andere het UMCG levert haar afval aan. “Daarnaast verwerken we gebruikte sigarettenpeuken, gymschoenen en grasvelden”, aldus Folmer.

Plastic spaghettislierten

De UnWastor is in staat om een consistente, homogene massa van het gebruikte plastic te creëren. Deze massa vormt vervolgens de basis voor nieuwe producten. “Veel plastics zijn lastig te recyclen”, legt Folmer uit. “Bij het reguliere recyclingproces wordt plastic in een oven verwarmd tot zo’n 180 graden. Je ziet dan dat een aantal plastics meteen worden verbrand, terwijl andere plastics net een beetje zacht beginnen te worden. Alle plastics worden vervolgens bij elkaar gebracht en samengeperst in een mal. Het nadeel van deze methode is dat de plastics vaak niet goed aan elkaar hechten. Dan krijg je uiteindelijk bijvoorbeeld een plank met een breuklijn. Wij, daarentegen, smelten alle verschillende plastics op hun eigen smelttemperatuur en mengen alle verschillende plastics in gesmolten toestand door elkaar. Er ontstaat dan een stevig materiaal. De moleculen liggen namelijk als een berg spaghettislierten door elkaar en dat hecht wél goed.”

De Unwastor

Planken en palen

In de demofabriek worden onder meer palen en planken geproduceerd. “Normaal gesproken worden hier veel hoogwaardigere gerecyclede plastics voor gebruikt”, licht Folmer toe. “Wij kunnen echter dezelfde kwaliteit leveren maar dan met ons eigen ‘laagwaardige’ variant. Omdat het plastic daarnaast niet gewassen of geschredderd te worden, gebruikt het  totale productieproces minder energie en is dus nogal goedkoper.” En ook niet onbelangrijk: “Wij verhitten het gebruikte plastic slechts één keer, terwijl dat normaal tot wel drie keer gebeurd. Dit zorgt ook voor minder energiegebruik en een significant lagere CO2-footprint.”

Op den duur worden naast palen en planken meer producten toegevoegd aan de productielijst. Folmer: “Onlangs werden we geselecteerd voor een challenge van Groningen Seaports, om de haven infrastructuur te verduurzamen.” De huidige machine is vooral geschikt voor de grovere toepassingen. Een nieuwere versie van de machine, die naar verwachting in de zomer wordt gemaakt, is tot meer in staat. “Denk aan regenwaterafvoersystemen, irrigatieelementen of andere klimaatadaptieve producten.”

Semi-automatisch

Voor het zover is moet er eerst op technisch vlak nog een slag worden geslagen. Zo moeten er dus nieuwe mallen geproduceerd worden, geschikt voor het maken van producten met niet-symmetrische vormen. Daarnaast is het van belang de machine verder te commercialiseren. Ook dat vereist enige aanpassingen. “Op dit moment hangen wij de mallen nog handmatig op achter de machine. Als we in de toekomst in grotere getale gaan produceren, dan moeten het proces eerst semi-geautomatiseerd zien te krijgen. We zijn er druk mee bezig om dat voor elkaar te krijgen.”

Commerciële fabrieken

In 2023 worden er, als alles volgens plan verloopt, twee commercieel opererende fabrieken in Nederland gebouwd, elk met een capaciteit van zo’n 10 tot 15 duizend ton per jaar. De eerste komt ook in de Eemshaven te staan. 

Folmer hoopt niet veel later verder op te schalen. “Als je kijkt naar het grote aantal volumes kunststofafval dat momenteel op de markt is, dan verwacht ik dat wij op niet al te lange termijn vier tot vijf grote fabrieken in Nederland kunnen neerzetten. We beperken ons ook niet tot Nederland alleen, maar willen ook uitbreiden naar bijvoorbeeld de havens van Hamburg en Antwerpen. Wij helpen zo niet alleen de havens bij de verwerking van al het plastic, maar ook de overheden van de verschillende landen om hun circulaire doelstellingen te behalen.”

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen Provincie Groningen en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier