Wat kunnen bestaande vaccins voor covid-19 betekenen? Die vraag stelde professor Hans Rasker, reumatoloog, zichzelf aan het begin van de coronacrisis. “Kinderen kregen het niet of nauwelijks en jonge volwassenen tot hun vijftigste in minder erge vorm, dat vond ik gek. Ik realiseerde me dat mensen boven de vijftig meestal niet gevaccineerd zijn tegen mazelen. Misschien biedt dat vaccin, een bewerkt virus, bescherming tegen covid-19?” Het mazelen vaccin werd in 1971 ontwikkeld in de Verenigde Staten, samen met het vaccin tegen de bof en rode hond. “Sinds 1975 krijgen vrijwel alle kinderen in Nederland een inenting van dit vaccin. Volgens de World Health Organization krijgt 86 procent van de kinderen wereldwijd deze combinatie toegediend in hun eerste levensjaar.”
Rasker dook in de literatuur en vond allerlei bewijzen dat het mazelen vaccin inderdaad bescherming biedt tegen het eerdere SARS-virus, de voorloper van het virus dat covid-19 veroorzaakt en ook tegen andere coronavirussen. “Het leek erop dat niemand anders op dit idee was gekomen.” Hij schreef een artikel waarin hij adviseerde onderzoek te doen of het vaccin bescherming biedt bij mensen in de zorg, ouderen en anderen met een verhoogd risico. “Ik was ook benieuwd of er aanwijzingen zijn dat niet-gevaccineerde mensen, zoals in de bible belt, een groter risico lopen.”
Discussiestuk
Het artikel werd afgewezen door het wetenschappelijke tijdschrift waarbij hij het aanbood. Er stond geen viroloog maar reumatoloog als auteur. Rasker: “Heel begrijpelijk, maar mijn artikel was vooral bedoeld als discussiestuk.”
Als onderzoeker heeft hij een heel scala aan publicaties en nevenactiviteiten achter zijn naam staan. Hij was hoogleraar aan de Universiteit Twente en onder meer secretaris van de International League of Associations for Rheumatology (ILAR). Inmiddels is hij emeritus hoogleraar. Op 81-jarige leeftijd is hij nog altijd is actief en werkt hij samen met onderzoekers uit Bangladesh, Egypte, Saoedi Arabië en de Verenigde Staten.
Waarom bestaande vaccins kunnen werken?
Rasker benadrukt dat hij geen viroloog is, maar vooral logisch nadenkt. “Een mens heeft weerstand tegen allerlei virussen. Covid-19 is verwant aan influenza, de gewone griep, maar ook aan andere ziekten die door virussen worden veroorzaakt, zoals de gele koorts en mazelen. Die virussen dringen allemaal op een vergelijkbare wijze bij mensen de cellen binnen en besmetten ze. Als je kunt verhinderen dat het virus in de cel van een mens komt, kan je een besmetting voorkomen of minder heftig laten verlopen.”
Volgens Rasker is het aangepaste gelekoortsvaccin “enorm interessant” omdat ze niet alleen ontdekten dat je er hamsters mee kunt vaccineren tegen de veroorzaker van covid-19, maar dat het ook bij honderd procent van die hamsters lijkt te werken. “Het vaccin is tachtig jaar oud en we kennen door en door. We weten dat het weinig bijwerkingen heeft. Als het werkt bij deze nieuwe virusstam, dan ben je bijna klaar. Elk jaar worden miljoenen mensen tegen gele koorts ingeënt. Je moet alleen de productie wat opschroeven.”
Altijd bezig met onderzoek
Rasker is gewend op een onderzoekende manier naar de wereld te kijken. “Altijd als ik iets zie dat me opvalt, vraag ik me af: waarom is dit en hoe komt het zo?” Soms worden die vragen een vraagstelling voor een onderzoek. “Als reumatoloog ben je altijd bezig met onderzoek.” Er zijn meer dan tweehonderd verschillende soorten reuma, vertelt Rasker. “Een deel heeft te maken met virussen, een deel met bacteriën, een deel met andere ziekteoorzaken, waaronder auto-immuunziekten. Als reumatoloog heb je met het hele brede scala van geneeskunde te maken. Reumatologen zijn eigenlijk de laatste allround specialisten ter wereld.”
Onderzoek naar welke vorm van reuma iemand heeft, is heel belangrijk, stelt Rasker. “De ene aandoening vraagt nou eenmaal een heel andere behandeling dan de andere en heeft heel andere vooruitzichten op genezing.” Als reumatoloog ben je ook een postzegelverzamelaar, gaat Rasker verder. “Als je vijf patiënten hebt met een bepaalde aandoening, dan publiceer je daarover. Zodat je collega’s de ziekten ook herkennen en kunnen behandelen.”
Lateraal denken
Hij noemt zijn kracht “lateraal denken”: “Als iedereen rechtuit denkt, denk ik nogal eens linksaf of rechtsaf.” Zo raakte Rasker geïnteresseerd in wat de ziekte reumatoïde artritis, een ernstige vorm van reuma waarbij onder meer ernstige gewrichtsstoornissen kunnen ontstaan, doet met de patiënt. “Die mensen hebben pijn, maar dat blijkt niet de belangrijkste klacht te zijn. Bij ons onderzoek vonden we dat het ergste voor de patiënten is dat ze niet alles meer kunnen doen en afhankelijk worden van anderen.”
Die psychosociale kant van reuma werd een van zijn grootste aandachtsgebieden. Van 1991 tot 2004 werkte hij als hoogleraar psychosociale aspecten van reumatische aandoeningen aan de Universiteit Twente. Daar is hij nog steeds aan verbonden als emeritus hoogleraar omdat hij ieder jaar nog zoveel publiceert. “Ik ben niet iemand die stil zit. Lichamelijk word ik wel wat minder actief, maar zolang de hersenen nog redelijk zijn, geniet ik.”