De historicus in mij vindt het soms lastig het verleden los te laten – telkens zie je aanknopingspunten die je bewust maken hoe gebeurtenissen van lang geleden nog steeds van invloed zijn op ons leven van vandaag. We lijken als maatschappij of als individuele burgers vaker dan wenselijk te vervallen in de fouten die onze voorouders ook al eens hebben gemaakt. Waarom doen we dat toch?
Frustratie daarover maakt bij mij gelukkig meestal snel plaats voor een vooruitgangsgevoel dat minstens zo makkelijk waarneembaar is. Op mondiaal niveau zien we dat de armoede stap voor stap wordt teruggedrongen, dat we er steeds meer in slagen hernieuwbare energie te gebruiken, dat het onderwijs toegankelijker is dan ooit en dat de gezondheidszorg zich blijft ontwikkelen, zowel in de fase van preventie als die van genezing.
Vooral aan dat laatste moesten we bij Innovation Origins vaak denken deze week. Ja, de geneeskunde zet stappen in de goede richting, elke dag weer. Met nieuwe behandelwijzen krijgen we hoop en vertrouwen dat op termijn het leven van ons allemaal erop vooruit zal gaan – en dat voor degenen die geraakt worden door ernstige ziekten er gegronde hoop is op genezing.
En natuurlijk gaat dat voor ons gevoel niet snel genoeg. In mijn Januskop zit zowel de overtuiging van een betere toekomst als de frustratie over een onopgeloste erfenis uit het verleden. Maar eerlijk gezegd heeft het vooruitgangsdenken in mij toch de overhand. Het sluit erg aan bij de spreuk die op onze redactie hing toen we net begonnen met Innovation Origins: “Niet wat gisteren mis ging maar wat morgen beter kan”. Dat blijft ons devies als organisatie, het blijft de drijfveer waarop onze redacteuren hun keuzes maken. Laten we ons daar ook aan vasthouden als het gaat om de behandeling van al die ingewikkelde ziekten die ons vandaag de dag nog steeds zorgen baren. We blijven niet hangen bij wat gisteren onmogelijk was, maar klampen ons vast aan wat we vandaag en morgen gaan oplossen.
Handvol voorbeelden
Die gedachte is gelukkig ook heel goed zichtbaar bij de mensen die we afgelopen week spraken voor onze artikelen. Een handvol voorbeelden:
Neem het verhaal over de Nederlandse arts die druk bezig is om zich in te zetten voor minder bedeelde landen. In het verhaal van Corine Spaans is te lezen hoe hij het platform ‘IMPALA’ ontwikkelde. Een robuust en eenvoudig te gebruiken slimme monitor waarmee de verpleegkundige via een tablet een groot aantal baby’s tegelijk in de gaten kan houden. De arts had zich ook op Nederland kunnen richten. Het dichter bij huis kunnen zoeken. Petje af dat hij toch de extra moeite neemt.
Mooi, die uitvindingen die het leed van het menselijk bestaan verlichten. En ga nou niet zeggen dat het één veel erger is dan het ander. Waar je ook onder lijdt, voor jou is dat erg. En hoe fijn is het als er een oplossing daagt, of iets wat je leven veraangenaamd. Zo hebben al duizenden patiënten met diabetes-1 baat bij een draagbare alvleesklier. En het goede nieuws is: binnenkort voor een nog veel grotere groep verkrijgbaar, zo vertelt Elcke Vels.
Collega Zsuzsi Palotas bezocht Roemenië voor onze serie ‘Decarbonizing Europe’. Ze stuitte daar op een groep inwoners die zich inzetten voor de bescherming van de oerbossen met zijn beren en wolven. Ze zag zelf hoe deze mensen al jaren https://innovationorigins.com/nl/roemenen-zetten-zich-vrijwillig-in-om-met-gezonde-bossen-de-co2-uitstoot-te-verminderen/ tegen te gaan. Want al kan een woud zichzelf (re)genereren – dat is waar Roemenen tot dusver hun kaarten op zetten- als je Moeder Natuur een handje helpt, gaat het een stuk sneller.
Nu we toch in die hoek van Europa zitten: ken je het monster van Frankenstein nog? Ik denk dat de weledele geleerde er heel wat voor over zou hebben gehad als hij de kunsthuid had mogen gebruiken die de Oostenrijkse wetenschapper Anna Maria Coclite heeft ontwikkeld. Daarmee kan een robot echt ‘voelen’, zo constateerde Hildegard Suntinger in Wenen. Je kunt zo ook mensen met een prothese gevoel geven in een kunstmatige ledematen.
Van een heel andere orde, maar minstens zo inspirerend: Lisanne Havinga werkt bij de TU Eindhoven aan een gestandaardiseerd model dat kan uitrekenen hoe je je huis optimaal kunt verduurzamen. Tijdens haar eerdere banen in de architectuur en bij de gemeente Amsterdam zag ze namelijk dat mensen vaak tegenstrijdige adviezen kregen als ze van hun huis een energie-efficiënte plek willen maken. Nu heeft ze het tot haar missie gemaakt om voor elk huis in Nederland, en later ook Europa, de optimale energierenovatie mogelijk te maken. Hoe ze dat precies van plan is, lees je in dit verhaal van Aafke Eppinga.
Zoals ik al zei: allemaal mensen die niet (alleen) keken naar wat er gisteren mis ging, maar vooral naar wat morgen beter wordt. We blijven ernaar op zoek gaan, elke dag weer.