Overheid, media en energiesector maken zich evident schuldig aan nepnieuws over duurzame energie. De in 2030 geplande 21 gigawatt zeewindvermogen zou 75 procent van het Nederlandse stroomverbruik zijn. Dat klopt als je al die zeewindstroom rechtstreeks kunt verbruiken en je dat vergelijkt met ons huidige stroomverbruik.
Maar 21 gigawatt piekvermogen bij windkracht 7 is veel meer dan de 14 gigawatt die we nu gemiddeld nodig hebben, en bij windkracht 1 staan al die zeewindmolens natuurlijk (nagenoeg) stil. Gemiddeld door het jaar leveren ze ongeveer de helft van hun piekvermogen, ruim 10 gigawatt.
Onaanvaardbaar perspectief
Vanwege de grote schommelingen tussen teveel en niks moeten we zeker de helft van al die zeewindstroom opslaan in waterstof. Daarbij gaat zeker de helft van die helft verloren, dus blijft daarvan hooguit een kwart over. We hebben dan ruim 5 gigawatt rechtstreeks plus 2,5 gigawatt via waterstof, samen ruim 7,5 gigawatt. Als we dit alles vergelijken met een geschatte 23 gigawatt gemiddelde vraag in 2030 (veel meer dan nu vanwege elektrische auto’s, warmtepompen en industriële processen) is dat ongeveer 35 procent en geen 75 procent.
Kennelijk is het College van Rijksadviseurs zich bewust van dit nepnieuws, gezien hun conclusie dat leveringszekerheid van elektriciteit in 2030 niet meer te garanderen is. Dat lijkt mij in één van de rijkste landen ter wereld een absurd en onaanvaardbaar perspectief. Daar zit je dan met je afgedwongen elektrische auto, warmtepomp en geëlektrificeerde bedrijfsprocessen. Het tot nu toe achterhouden van dit perspectief beschouw ik eveneens als nepnieuws.