Sport en innovatie is een thema dat in de belangstelling staat. Vanuit de landelijke overheid is er een kennis- en innovatieagenda sport 2015 – 2020, er is een programma Sportinnovator met field labs.
René Wijlens, manager van de in Eindhoven gevestigde Cluster Sports and Technology stond vijftien jaar geleden aan de wieg van het nationale Sport en Innovatie Congres. “Toen was sport en technologie nog een gebied waarvan we ons afvroegen hoe we dat breder zouden kunnen trekken. Hoe laat je zien wie er in actief zijn?” Op 8 oktober is de vijftiende editie op de High Tech Campus in Eindhoven.
“Medisch specialisten van het Academisch Ziekenhuis Maastricht stonden in jaren ’80 met tapebandage aan de wieg van Sport en Technologie”
Maar een belangrijk deel van de historie van sport & innovatie ligt ook in Limburg, weet Rob Müller, managing director van Nea International en bestuurslid van stichting S&T. Müller ziet de rol van een nationaal sportinnovatiecongres, ook na vijftien jaar, als een plek voor inspiratie en waar die ontmoeting tussen sporters en niet-sporters, bedrijven en kennisinstellingen faciliteert. “In die driehoek kun je tot succesvolle producten komen waarmee we meer mensen kunnen laten sporten en de sportprestaties als zodanig op een hoger niveau brengen.” Zijn bedrijf maakt orthopedische braces om blessures aan gewrichten te voorkomen. Een voorbeeld van de “driehoek avant la lettre”: begin jaren tachtig hadden twee medisch specialisten van het academisch ziekenhuis Maastricht, dr. Cees Rein van den Hoogenband en prof. dr. Co Greep, het idee om de tapebandage om te vormen naar een textielproduct. Ze wilden weten of dat succesvol zou kunnen zijn en of daar voldoende haalbaarheid in zat. Zij hebben een Zuid-Limburgs bedrijf gezocht om mee te kijken in de ontwikkeling en de productie. “Vanuit die samenwerking is uiteindelijk onze organisatie Nea International ontstaan in 1986.”
De tijden zijn veranderd. Er is tegenwoordig elke week wel een evenement over sport, kennis en innovatie, zegt Wijlens. “Toen wij begonnen was dit het enige congres op dat gebied. Het was een eye-opener congres om mensen die erin actief zijn een platform te bieden om elkaar te ontmoeten. En dat is eigenlijk de essentie van ons congres gebleven.” Door de jaren heen is de uitvoering van het congres wel veranderd, zegt Wijlens. Vorig jaar bijvoorbeeld was er een toer langs de velden “waar de innovaties gebeuren”. De field labs bij de Tongelreep en Woensel Noord werden bezocht en er was een bezoek aan de High Tech Campus waar Roel Voorwald vertelde over wat hij en Laurens Oosterwijk doen met hun Corporate Vitality.
Want dat is ook de ontwikkeling: het gaat niet alleen om de sport en hoe een sporter het beste uit zichzelf kan halen maar het gaat ook om vitaliteit, meer mensen aan het bewegen krijgen. Daar sluit het programma van dit jaar op aan. En Wijlens wil laten zien wat er met innovaties gedaan wordt. “Innoveren is leuk maar het moet wel ergens toe leiden.” Dit jaar is het een combinatie van een belevingscongres met aandacht voor: mensen vitaal maken, het beste uit jezelf halen, waardecreatie in bedrijfseconomische ‘hoe haal je een businesscase uit innovaties?’, en je kunt er, in ‘ experience rooms’ beleven wat anderen eigenlijk hebben gedaan. Bij dat laatste geeft het Europees project Nano4Sport een inkijk in wat sensortechnologie aan mogelijkheden biedt om mensen meer te laten bewegen. “We zijn altijd op zoek naar actuele thema’s waarbij we kunnen aanhaken.” Zo is Koen Schobbers, e-sport expert bij NOS en FOX Sport, een spreker. Hij kreeg als eerste gamer een topsportstatus toegewezen.
“We hebben ook dit jaar gezocht naar sprekers die iets vertellen over wat er gebeurt in een breder perspectief.” Wijlens doelt op sprekers als Ad van Berlo, docent TU/e en oprichter VanBerlo, en John Baekelmans, managing director en Vice President imec. “Zij zitten alle twee in vitale en slimme omgevingen. De een vanuit design, de ander vanuit sensortechnologie. Beiden zijn relevant voor de ontwikkeling in de vitale en slimme omgevingen.”
Het centrale thema is “connecting people”. “Wij willen mensen op verschillende expertisegebieden aan elkaar koppelen. Maar het slaat ook op verbindingen maken naar mensen om ze in beweging te krijgen. Als je denkt over slimme vitale steden dan gaat het er ook om de mensen in de stad te verbinden met de mogelijkheden die die stad te bieden heeft en ze met elkaar te verbinden. Daar zal het verhaal van John Baekelmans op inhaken.”
Wat voor Rob Müller ook interessant is, is de Dutch Sport Innovation Award die voor de tiende keer dit jaar wordt uitgereikt. “Wij proberen altijd voorop te lopen in het vernieuwende karakter van de producten die sportletsel moeten voorkomen. Als wij met een vernieuwing komen, gaan we zeker voor die prijs.” Mocht Müller met zijn bedrijf de prijs ooit winnen dan ziet hij het als een erkenning voor diegenen die achter het product staan: zijn medewerkers en de instellingen die eraan hebben bijgedragen. “Die erkenning is heel prettig en het levert publiciteit op. Het ondersteunt de innovatieve waarde van je product.” Eerdere winnaars van de prijs waren onder meer de teugelsensoren van IPOS Technology, de slimme hardloopzool Arion en de pionnen van Smart Goals.
Chris Heger, medeoprichter van Smart Goals won de prijs in 2015. “We waren toen vooral alleen nog in Nederland actief en zochten langzaamaan de weg naar het buitenland. Als je dan wordt uitgeroepen tot beste Nederlandse sportinnovatie dan helpt dat zeker in je export en de gesprekken met mogelijke partners.” Voor hem was het juryrapport van grotere waarde dan de prijs zelf, vertelt hij. “Dat je een jaar lang kan zeggen ‘wij zijn de klapschaats van 2015’.” De winnaar krijgt 15.000 euro: 5.000 cash, 5.000 begeleiding en 5.000 aan persaandacht.
Het Nationale Sport en Innovatie Congres is op maandag 8 oktober op de High Tech Campus in Eindhoven.