Author profile picture

In drie afleveringen zetten we de spotlights op het Innovation Powerhouse, het nieuwe hoofdkwartier van VanBerlo op Strijp-T. In augustus trekt het internationaal opererende designbureau er in, waarmee de oude energiecentrale haar vijfde fase in gaat. Vandaag een gesprek met de initiatiefnemer, Ad van Berlo.

Lees hier de eerste aflevering: De Vijfde Fase van het Powerhouse

Steenkool was de eerste grondstof voor de energiecentrale die in 1953 op Strijp-T werd gebouwd. Daarna volgden olie, gas en afval. Maar Van Berlo heeft inmiddels is een betere basis gevonden: vanaf augustus is innovatiekracht de bron voor de energie die uit de centrale komt. Ad van Berlo, founder van designbureau VanBerlo, is sinds 2011 de drijvende kracht achter de totstandkoming ervan. Momenteel wordt de centrale met respect voor het verleden door Atelier van Berlo (geleid door dochter Janne), Eugelink Architectuur en De Bever Architecten tot een modern bedrijfsverzamelgebouw getransformeerd. Het grootste obstakel – de verwijdering van het jaren’50-asbest – is inmiddels al lang achter de rug en alles ligt op koers voor de opening direct na de zomer.

Wij challengen de architecten tot het naadje om onze visie zichtbaar te krijgen.”Ad van Berlo, oprichter VanBerlo

Het is niet de bedoeling dat Van Berlo de enige gebruiker blijft van het Powerhouse. Maar een gezamenlijk gebruik vraagt natuurlijk wel een heldere keuze van de partijen die logisch in dat concept passen. Ad van Berlo is al maanden druk in gesprek met verschillende bedrijven, maar hij is streng in de selectie. “Het moeten allemaal ondernemers zijn die, net als designbureau VanBerlo, bezig zijn om innovaties bij andere bedrijven te bevorderen. Dat kunnen partners van ons zijn, maar dat hoeft niet. Doel is een living lab te creëren voor design, architectuur, hightech hard- en software, finance, big data, patenten, dat soort disciplines.” Maar ook op het menselijke vlak zal het moeten klikken. “De Innovation Powerhouse community heeft een open cultuur van samen werken, eten en ontspannen. De bedrijven zijn onafhankelijk van elkaar, maar delen het geloof in de gezamenlijke kracht van innovatie, bijvoorbeeld door gezamenlijke workshops, conferenties en lezingen.”

Van Berlo heeft sinds 2011 – toen het idee post had gevat – zo’n dertig verschillende presentaties gegeven om de betrokkenen te overtuigen van de waarde van zijn plannen. En met succes, want bijvoorbeeld de gemeente veranderde daardoor in een fan. “Natuurlijk heeft de gemeente ook een belang bij het welslagen van het Powerhouse, al is het maar voor de verdere ontwikkeling van Strijp-T. Maar ik kan alleen maar lof hebben voor hun rol. Bijvoorbeeld door mee te denken over de vereiste milieuvergunningen.” Behalve de gemeente speelde ook de Van Abbestichting een belangrijke rol in het voortraject. “Er was lange tijd sprake van het platgooien van de centrale. Maar door hun nadruk op historisch onderzoek en de daaruit voortvloeiende waardering van het gebouw als stadsmonument, hebben ze ons enorm geholpen.”

Van Berlo: “Onze visie voor het Innovation Powerhouse is een combinatie van denken, doen en maken, deze rode draad komt terug in de drie lagen van het gebouw. Dat vraagt ook wat van de architecten trouwens, want wij challengen hen tot het naadje om onze visie zichtbaar te krijgen. Waar normaal gesproken een architect helemaal in de lead is en de klant maar afwacht hoe het wordt opgeleverd, is dat bij ons duidelijk anders. En dat moet ook wel, want je voelt de meerwaarde pas als elk onderdeel past bij het concept.”

Nu deze nieuwe fase van de energiecentrale begint, kan aan het oorspronkelijke ontwerp van C. Last uit 1953 ook eindelijk recht worden gedaan. Wie namelijk voor het gebouw staat, ziet dat het gebouw niet symmetrisch is. Architecte Janne van Berlo, Atelier van Berlo: “Dat was oorspronkelijk wel de bedoeling. De laatste twee stramienen zijn nooit gebouwd omdat ze tijdens de ingebruikname niet meer nodig bleken voor het opwekken van energie. Geïnspireerd door de oorspronkelijke tekening van C. Last hebben we deze twee stramienen nu in een mooie open stalen structuur met verticale buitentuin alsnog neergezet.”

Foto’s (c) Freekje Groenemans en Vermeer Fotografie