Onlangs heb ik de fascinerende Netflix docu Wild Wild Country gekeken over de Indiase guru Bhagwan Shree Rajneesh, die in de jaren ’80 een enorme groep volgelingen kreeg. Veelal was het een boodschap van liefde, aanmoediging van creativiteit en vakmanschap plus een spirituele zoektocht. In het beginsel een prachtig principe. Rajneesh koopt in 1981 samen met deze grote groep volgelingen een stuk grond van ruim 65.000 hectare in Oregon (Amerika) waar niet veel op te vinden is behalve heel veel stenen.
Zo’n 100 volledig toegewijde volgers gaan aan de slag om dag en nacht te werken aan hun beoogde paradijs. Doordat de groep een aantal ingenieurs en stadsplanners onder zich had wordt het professioneel opgepakt en binnen een paar maanden wordt een compleet dorp uit de grond gestampt met eigen water en stroomvoorziening. Ze cultiveren de grond tot vruchtbare landbouwgrond door middel van de laatste technologieën. Aan het einde zullen er ruim 6.000 inwoners zijn van deze stad waaronder zo’n 3.000 daklozen. Ondanks dat er een aantal van deze laatste groep uiteindelijk uitgezet worden is deze samensmelting verbazingwekkend goed lijken te gaan. Je zou denken dat 3.000 daklozen in korte tijd opnemen een enorme chaos met zich meebrengt.
Nog meer dan van de verhaallijn was ik onder de indruk van de kracht van zo’n sterke community. Een van de basisbehoeften van mensen is het gevoel van belonging / geaccepteerd worden. In deze community werd daar sterk op ingespeeld en dat bracht een ongekende organisatiekracht met zich mee. In het boek Homo Deus schrijft Huval Noah Harari dat dit uiteindelijk datgene is waardoor de mens zich veel verder heeft kunnen ontwikkelen dan welke andere diersoort ook; het vermogen om effectief met onbekenden samen te werken op basis van een gemeenschappelijk geloof. Of dat nou een bedrijf, sportvereniging, of religieuze stroming is.
Aan het einde van de serie wordt de leider van deze groep uiteindelijk Amerika uitgezet en zoals vaker valt ook de gehele groepering daardoor uit elkaar. Binnen een maand hebben alle bewoners de plek verlaten en zoeken velen weer hun eigen weg. Ondanks alle incidenten in de serie voelde het bijna als een onnodig verlies van zo’n sterke community die in beginsel een positief gedachtengoed nastreeft.
Deze sterke afhankelijkheid van 1 individuele leider is ook terug te zien bij bedrijven als Apple en Tesla. Er gaat geen week voorbij zonder een nieuwsbericht over Elon Musk. De berichtgeving en aandacht richt zich sterk op de leider in plaats van op het bedrijf. Een van oprichters van Nike was een buurman van de Rajneesh community en zo komt in de serie ook zijn verhaal naar voren. Dat was de eerste keer dat ik de naam van een van de oprichters van Nike hoorde. Nike is een ontzettend sterk merk, wereldwijd bekend, maar ik betwijfel of veel mensen ooit de naam van de oprichters hebben gehoord.
Sterke leiders als Steve Jobs en Elon Musk maken echter met hun visie wel bedrijven groot. Hoewel daar niet altijd direct wat mis mee is, is het in elk geval op de lange termijn een probleem: vandaag de dag zijn er vooralsnog geen onsterfelijke mensen te vinden op deze aarde dus vaak betekent het voor een bedrijf ook tijdelijke bloei. Die focus op één persoon kan daarnaast mensen daaromheen het idee geven dat zonder hem of haar de zaak verloren is, zoals bij de Baghwan. Daarom pleit Jim Collins in het boek Built to Last en Good to Great voor een ander type leiderschap. Level V leiderschap noemt hij dat; leiders die niet anderen vertellen wat zij moeten doen maar andersom. Eerst is het zaak de juiste mensen te zoek en daarna gezamenlijk de richting te bepalen. Niet de mensen bij de richting zoeken. Ik kan me voorstellen dat mensen zoals Steve Jobs en Elon Musk enorm ongeduldig kunnen zijn als ze de mensen bij de richting zoeken; ze weten namelijk allang wat ze willen en willen alleen horen hoe lang het nog duurt voordat ze daar aankomen.
Ook denk ik dat het beeld dat geschept wordt van één held een negatieve impact kan hebben doordat jonge mensen wellicht een imago of rol gaan nastreven die niet voor hen is weggelegd en misschien ook niet realistisch is. Hierdoor kunnen ze de verkeerde keuze gaan maken waarbij ze hun eigen potentie onderschatten of verkeerd inzetten. Zo sprak ik deze week een raadslid uit Helmond die veel met allochtone jongeren werkt. Hij zei dat ze vaak commerciële economie als studie kiezen omdat ze graag een flitsende zakenman willen worden met een mooie auto en veel geld maar ondertussen stage moeten lopen bij een filiaal van Kruidvat. Als hij ze dan vertelt dat ze beter loodgieter kunnen worden zijn ze vol ongeloof. Uiteraard zal niet iedereen dat leuk vinden maar het feit dat ze de optie niet eens in overweging hebben genomen geeft aan dat ze misschien wel te graag een bepaald imago hebben willen nastreven in plaats van een bepaald doel.
Het mooie aan een een ‘Level V’ leider is dat deze de mensen om zich heen stimuleert individueel leiderschap te tonen en als persoon te groeien waarmee ook de houdbaarheid van het bedrijf groeit. Al deze mensen samen dragen dan het bedrijf in plaats van één persoon. Je moet de interviews met onze CEO Lex eens nazoeken, de vraag wordt vaak gesteld in de “hoe is het je gelukt om”, en Lex antwoord vrijwel altijd “het is een team-effort”. Zo krijgen we bij Lightyear ook regelmatig de vraag om één persoon naar voren te schuiven en het liefst ook iemand die makkelijk praat en leuk overkomt in plaats van degene die misschien inhoudelijk een veel mooier verhaal heeft. Lex heeft regelmatig tevergeefs geprobeerd journalisten te overtuigen van het feit dat iemand anders voor een bepaald onderwerp écht een betere fit zou zijn. Ik begrijp dat het ingewikkelder is om een verhaal te schrijven over bijvoorbeeld 10 personen dan over 1 maar het voelt niet altijd terecht en ik hoop van harte dat het grote publiek begrijpt dat geen enkel bedrijf een one-man show is.
Over deze column:
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen, Tessie Hartjes en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De zes columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Hier alle eerdere afleveringen.